Frans Polynesië

Hier kun je je eens goed laten gaan
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Zo de koffer staat gepakt om zaterdagmorgen richting Frans Polynesië te vertrekken:

Afbeelding Afbeelding

Het mag duidelijk zijn dat het zonder de Land Rover Camper te doen zal zijn, Hotels (pensions) en vliegtuig(jes) voor mij deze keer.

In totaal 12 eilanden:

In de Societé eilanden: Tahiti, Mo'orea, Raiatea, Huahine, Bora Bora

In de Tuamotu Archipel: Rangiroa (+ Tikehau), Fakarava

In de Marquis archipel: Nuku Hiva, Ua Pou, Ua Huka, Hiva Oa

Niet om op de stranden te gaan liggen, al zijn die zeker de moeite waard:

Afbeelding

Wel om de eilanden,
Afbeelding
De onderwater fauna en flora,
Afbeelding
hun bewoners,
Afbeelding
en hun cultuur te ontdekken:
Afbeelding

Parahi, nana

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

Zeg man, doe ons hier nog wat meer schuimbekken van goesting en afgunst.
Ik heb indertijd duidelijk voor een verkeerde werkgever gekozen. :mrgreen:

Ik wens je alvast een goede reis.
avatar = Hammerite-user.
Gebruikersavatar
Waldorf
LROCB-Member
Berichten: 631
Lid geworden op: do 15 jul, 2004 15:59
lrocb_lidnr: 501
Woonplaats: Aalter

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Waldorf »

Ik ben altijd jaloers als Yohani op reis gaat, maar zo erg als nu heb ik het nog niet gehad. Ik wil daar ook zeer graag eens naartoe. 8) Goede reis, en ik kijk al uit naar het verslag!
Remember that the life of this world is but a sport and a passtime.

1991 Ex-MOD Defender 110 FFR - 2008 Defender 130 - 2021 Defender 110 D250
Gebruikersavatar
De Rob
LROCB-Member
Berichten: 2401
Lid geworden op: wo 24 sep, 2003 11:57
lrocb_lidnr: 183
Woonplaats: Herentals
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door De Rob »

12 eilanden bezoeken pff :lol: Als ge die derde foto bovenaan bekijkt is dat niet zo moeilijk.... :lol: Alléé veul plezier ...en zoals ik Zondag al zei....Als er een "zwetteke mè dikke tttn," in uw handbagage past ..ge hebt mijn adres :clap:
Rob
Gebruikersavatar
Kris
LROCB-Member
Berichten: 500
Lid geworden op: wo 30 jul, 2003 13:05

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Kris »

Wolf schreef:Zeg man, doe ons hier nog wat meer schuimbekken van goesting en afgunst.
Ik heb indertijd duidelijk voor een verkeerde werkgever gekozen. :mrgreen:

Ik wens je alvast een goede reis.
De reden is dat gij getrouwd zijt en de Johan niet : uw geld heeft een andere bestemming gekozen ;-) ;-) ;-)

Johan,

't amuzement ginderachter.
Kris
Gebruikersavatar
jokerdefender
Berichten: 50
Lid geworden op: do 08 dec, 2005 14:07
lrocb_lidnr: 0
Woonplaats: Pellenberg

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door jokerdefender »

Den deze is weer jaloers!

Geniet er van!
ronnydef90
LROCB-Member
Berichten: 195
Lid geworden op: wo 20 aug, 2008 19:43
lrocb_lidnr: 0
Woonplaats: Mechelen

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door ronnydef90 »

Ma da kan toch ni,ik heb maar 24 dagen verlof oep 1 jaar.Verplicht te
nemen in het bouwverlof.Tis ni eerlijk,een goed verlof gewenst.
En zet aub het dagelijkse menu er uitgebreid op in je verslag.
grtn ronny.
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

ronnydef90 schreef:Ma da kan toch ni,ik heb maar 24 dagen verlof oep 1 jaar.Verplicht te
nemen in het bouwverlof.Tis ni eerlijk,een goed verlof gewenst.
En zet aub het dagelijkse menu er uitgebreid op in je verslag.
grtn ronny.
misschien kun je eens solliciteren bij Bpost, voor mij is dat te laat.. :D
avatar = Hammerite-user.
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

ronnydef90 schreef:Ma da kan toch ni,ik heb maar 24 dagen verlof oep 1 jaar.Verplicht te
nemen in het bouwverlof.Tis ni eerlijk,een goed verlof gewenst.
En zet aub het dagelijkse menu er uitgebreid op in je verslag.
grtn ronny.
Helaba, die extra dagen zijn wel dagen die zaterdag en na de werkuren gepresteerd zijn en die ik nooit laten uitbetalen heb hé ! Dat komt zomaar niet in de schoot vallen hoor, ik heb daar ook voor gewerkt :twisted:

't is trouwens te laat om nog te solliciteren want al die mogelijkheden zijn afgeschaft en mijn overtollige dagen lopen ook op zijn einde :wtf:

Dus vanaf volgend jaar verlof zonder wedde en dat kan iedereen hier ook hé...

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Fredd
Vaste Waarde
Berichten: 198
Lid geworden op: ma 28 jul, 2003 01:40
lrocb_lidnr: 0
Woonplaats: Alabama, USA

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Fredd »

Yohani schreef:Helaba, die extra dagen zijn wel dagen die zaterdag en na de werkuren gepresteerd zijn en die ik nooit laten uitbetalen heb hé ! Dat komt zomaar niet in de schoot vallen hoor, ik heb daar ook voor gewerkt :twisted:
Nu nie overdrijven he ... :lol:




Have a safe trip ... :thumbup:
Don't take life too seriously, nobody gets out alive.
Gebruikersavatar
De Rob
LROCB-Member
Berichten: 2401
Lid geworden op: wo 24 sep, 2003 11:57
lrocb_lidnr: 183
Woonplaats: Herentals
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door De Rob »

Dieje die op de foto op dat krukske zit :shock: .....is dat middenste een poot van dat krukske :eh:
Rob
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

Rob, zijde gij ni een klein beetje geobsedeerd? :lol: :lol:
avatar = Hammerite-user.
Gebruikersavatar
De Rob
LROCB-Member
Berichten: 2401
Lid geworden op: wo 24 sep, 2003 11:57
lrocb_lidnr: 183
Woonplaats: Herentals
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door De Rob »

Wolf schreef:Rob, zijde gij ni een klein beetje geobsedeerd? :lol: :lol:


:lol: :lol: :lol: Na mijn tanden die ik deze week laten vernieuwen heb, moet ik ook eens aan een nieuw brilleke beginnen denken.
Gebruikersavatar
Roever
LROCB-Member
Berichten: 24
Lid geworden op: ma 05 mar, 2007 14:39
lrocb_lidnr: 0
Woonplaats: Roeselare

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Roever »

De Rob schreef:
Wolf schreef:Rob, zijde gij ni een klein beetje geobsedeerd? :lol: :lol:


:lol: :lol: :lol: Na mijn tanden die ik deze week laten vernieuwen heb, moet ik ook eens aan een nieuw brilleke beginnen denken.
Neeje, diene zijne *** is zodanig groot dattem erop kan steunen :twisted:
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Eilanden van de Stille Zuidzee.
Na de droombestemming Antarctica vorig jaar moet er nu weer een reeds lang op het favorietenlijstje staande bestemming aan geloven. En net zoals vorig jaar is het ook geen goedkope bestemming, maar een mens leeft maar één keer. Het is dus Frans Polynesië geworden, enkele groepen eilanden in de Stille Zuidzee die mijn aandacht al getrokken hebben in mijn jeugd door de boeken van Bob Evers maar eveneens van Herman Melville (Typee) en Thor Heyerdhal (Fatu Hiva). Het wordt bovendien een hernieuwde kennismaking met Polynesië gezien ik reeds voordien een week op Paaseiland (Rapa Nui) doorbracht tijdens een reis naar Chili en bovendien ook reeds tweemaal Nieuw-Zeeland aandeed.
De voorbereiding is ook heel anders dan deze van mijn andere reizen, veel eilandhoppen en dus via internet alle mogelijkheden uitzoeken met vluchtschema’s en airpassen die worden aangeboden, de mogelijke combinaties en de bezienswaardigheden op de eilanden. Het blijkt nog een heel puzzelwerk te zijn om dit samen te stellen.

Zaterdag 13 oktober
Uiteindelijk is het dan zover, uitgerekend op mijn verjaardag vertrek ik naar Frans Polynesië, het wordt een extra lange dag, om kwart voor 5 uit bed om tegen 6u00 in het station van Mechelen te trein richting Brussel Zuid te nemen. In groot contrast met de overvolle trein die ik normaal enkele uren later neem, heb ik nu de coupé helemaal voor mezelf. Op de TGV richting Parijs Charles De Gaulle is er al wat meer volk, maar al met al is het nog rustig. Doch eens in de luchthaven veranderd dat snel, ondanks dat het midden oktober is, staan er aan alle incheckbalies lange rijen mensen aan te schuiven om de bagage af te geven. Ook aan de incheckbalie van Air Tahiti Nui is het druk, maar gelukkig gaat alles heel vlot en al snel kan ik richting Gates wandelen. Een Belgische medereiziger uit de TGV blijkt ook naar Tahiti te gaan voor een Biologisch-economisch onderzoek over de welbekende zwarte parels. We wisselen wat reiservaringen uit en algauw is het tijd om op het vliegtuig te stappen. We ontvangen een geurig wit bloempje als welkom en worden naar de zitplaatsen verwezen. Ik heb het geluk om op dit eerste gedeelte van de 22u lange trip geen buur te hebben en heb dus wat meer plaats ter beschikking. De vlucht verloopt rustig met enkele momenten met lichte turbulentie en twee maaltijden die worden aangeboden. Ik lijk ook wat minder last te hebben van de hardnekkige zware hoest die ik sinds drie dagen onderga. Ergens halverwege de vlucht begeeft het entertainment system het en is het gedaan met films en spelletjes spelen, dan maar wat lezen en soezen om de tijd door te brengen.
De aankomst in Los Angeles is weer typisch Amerikaans, ondanks dat we het land niet inkomen en gewoon in transit blijven, moeten we door immigratie met de hele rompslomp van papiertjes invullen (ondanks de Esta-aanvraag), paspoortcontrole, en het nemen van vingerafdrukken en de irisscan. De bagage blijft gelukkig gewoon aan boort en ook de handbagage wordt niet meer gecheckt. De douanebeambte merkt op dat ik de procedure al ken en is bovendien een sympathieke kerel. Een goede 2 uur later stappen we met zijn allen weer aan boord en deze keer is het wel drukker, dit deel van de vlucht is blijkbaar in samenwerking met American Airlines en het vliegtuig zit zo goed als vol. Ik krijg een vader met 2 jonge kinderen naast me, en mijn kleine buur is ondanks zijn kleine gestalte nogal druk met zijn Ipad zodat ik regelmatig al een keertje een elleboogstoot krijg, terwijl ik aan dit reisverhaal werk. Twee reddingen van een bekertje water en een natte broekspijp later dommelt het drietal in en een uurtje later volg ik hun voorbeeld, want het entertainment system laat het nog altijd afweten en het is al een lange dag geweest.
Ik wordt gewekt door de aankondiging van nog maar eens een maaltijddienst, die ik net als deze juist na het vertrek in Los Angeles aan me laat voorbijgaan. Rond 21u30 plaatselijke tijd landen we dan op Pape’ete International Airport en is het nog 25°C. We worden in de terminal verwelkomd door een Polynesisch trio met zang en dans, dat je onmiddellijk in de juiste sfeer brengt. Nog even de bagage oppikken, door de douane en we komen in de aankomsthal terecht waar ik al gauw de eigenaars van het Fare Suisse pension opmerk met een bordje met o.a. mijn naam erop. Even later rijden we Pape’ete binnen en krijg ik mijn kamer toegewezen, als ik een kastdeur opentrek maakt een kleine hagedis zich snel uit de voeten. Een onoverkomelijk gegeven in tropische landen en bovendien een goede insectenverdelger. De kamer ziet er best netjes uit, de eigenaars drukken ons wel op het hart steeds de deur op slot te doen zelfs bij een toiletbezoek of douche. Later op het terras legt hij me nog uit dat het hier niet zo erg gevaarlijk is, maar de gelegenheid maakt de dief… .
In het schemerdonker werk ik nog even het reisverhaal bij en maak me dan op voor de eerste overnachting in Tahiti.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Zondag 14 oktober

Na een rustige nacht die alleen verstoord werd door een haan die er blijkbaar geen idee van heeft wat het ochtendgloren is, en dus de hele nacht maar oefent in kraaien, staat het ontbijt klaar op het terras. Deze reis wordt letterlijk een reis waarbij ik uit mijn koffer leef, die blijft dus gepakt en alleen het noodzakelijke voor de dag wordt er uit genomen. Alhoewel ik nog niet weet of ik aan zwemmen toekom, neem ik alvast mijn snorkelgerij klaar zodat dat in elk geval klaar ligt. Ik reserveer een huurauto voor de dag, ga even langs bij een geldautomaat en wordt rond 10u opgepikt voor de transfer naar het huurbedrijf. Nog even later snor ik rond in een Citroën C1 richting Puna'auia voor een bezoekje aan het Musée de Tahiti et des Îles, onderweg genietend van de met palmbomen afgezoomde kustlijn. Het valt me op dat er hier tussen de kust en de bergen echt maar een strook van enkele 100m is, de toppen ervan zijn gehuld in een dik wolkendek. Na een beetje zoeken vind ik het museum, maar in tegenstelling tot wat er in de reisgids vermeld staat, is het zondag (en maandag) niet open.
Dan maar verder naar de Marae Arahurahu, een heilige plaats voor de Polynesiërs die bestaat uit enkele uit lavastenen opgebouwde plateaus en voorzien van replica’s van de houten beelden die er een religieuze betekenis hebben. Het mooi gesculpteerde landschap, met de overdadige tropische begroeiing, draagt bij aan de schoonheid van het geheel. Wanneer ik naar de auto terugkeer wordt ik een eerste keer verrast door enkele regendruppels, het blijft echter even warm als voordien. De ruitenwissers van de auto moeten goed werk leveren tijdens een korte hoosbui even later, maar al even snel is die weer over.
Wanneer ik de Mara’a Grotto bereik is het terug droog, door tunnels van weelderige plantengroei met heerlijk geurende en veelkleurige bloemen wandel ik naar de eerste grot waarin een ondiepe vijver uitnodigt om even af te koelen. Ik houd het bij kijken naar de met varens begroeide wanden waarlangs het grondwater naar beneden sijpelt. Langs een kronkelend pad door een aangelegd park verken ik ook nog de twee andere grotten en geniet van de exotische planten onderweg. Een eindje verder stop ik bij Papara’s Taharuu Beach, een zwart zandstrand met een snackbar waar ik me op het terras zet voor het middagmaal en kijk naar de kunstjes van enkele surfers in de golven.
Ik volg de kust verder naar de Marae Mahaiatea, één van de grootste van het eiland, die echter wat tegenvalt in vergelijking met de Marae Arahurahu. Zo verzorgd als deze laatste was, zo aan zijn lot overgelaten en overgroeid is deze. En met een tropische flora gaat dat snel en grondig, zodat er eigenlijk niet veel meer dan een groene heuvel te zien is. Bovendien zitten er enkele lokale drinkebroers op de parking die me iets te storend worden. Gelukkig zijn de badende Polynesiërs in het Bain de Vaima van een heel ander kaliber en krijg ik een vriendelijke Ia Orana toegewenst in het voorbijwandelen. Het is geweldig om te zien hoe de lokale bevolking op dit niet zo grote eiland met die grote oceaan om zich heen kunnen genieten van dit kleine maar heldere en koele zoetwaterstroompje. Hier merk ik ook dat de bekende bloemenslingers niet zomaar een toeristische attractie zijn, zowel mannen als vrouwen dragen ze bij het baden om de hals en op het hoofd. Zo in hun zwemkledij is trouwens ook goed te zien dat ze bijna allen voorzien van tattoo’s die bijna gans het lichaam bedekken, niet zo vreemd als je bedenkt dat het er hier de bakermat van is. Toch zijn het tegenwoordig ook hier alleen maar versieringen en hebben ze ook hier geen bijkomende religieuze betekenis meer.
De Vaipahi Spring Gardens is weer een parkachtig landschap met om elke hoek een panorama dat je wil vastleggen. De waterval stort zich in een stroompje dat je door het ganse park kan volgen. Meermaals stop ik bij de exotische bloemen om ze een keer van dichterbij te bekijken. Het zijn soms echte kunstwerkjes zowel qua vorm als kleurschakeringen. Dat geld trouwens ook voor de feeërieke varens en de wuivende palmen die boven alles uitsteken. Regelmatig loop ik ook tegen bosjes Bamboo aan, met kokers van wel een arm dik. Misschien ben ik deze overdadige natuur binnen enkele weken wel gewoon, maar nu geniet ik er nog ten volle van, het is trouwens niet zeker dat de andere eilandgroepen over dezelfde weelderige flora beschikken.
Mijn volgende stop brengt me bij de Jardin Botanique en het Musée Gauguin, meteen ook de eerste plaats waarvoor ik inkom moet betalen. De 900 xpf lijkt een stevig bedrag, maar omgerekend naar Euro’s komt dat op nog geen 8€. De uit de automaat bekomen biljetten zijn trouwens enorm groot in omvang evenals het wisselgeld waarvan de kleinere waarden wel plastieken munten lijken te zijn. In tegenstelling tot de vorige parken zijn het hier niet zozeer de bloemen, maar wel de bomen die hier de show stelen. Dit geeft, in samenspel met de oceaan op de achtergrond, de eerste welbekende Stille Zuidzee postkaartaanzichten zoals iedereen ze verwacht, maar die ik op Tahiti tot nu toe vrij weinig zag. Een typische pergola op de punt van een schiereiland maakt het plaatje compleet.
Voor het Gauguin museum heb ik maar een kwartiertje de tijd meer alvorens het rond 17u sluit, maar ik kwam toch eigenlijk meer voor de 3 Tiki’s dan voor de reproducties van de schilderijen of het verhaal van de levensloop van Paul Gauguin. De Tiki’s of afgodsbeelden zijn afkomstig van de Austral eilanden en de plaatselijke legende wil dat alle personen die geholpen hebben bij het overbrengen van de beelden naar Tahiti niet lang daarna overleden zijn. Met de goden hun voeten speel je niet ongestraft.
Ik ben ondertussen van de zuidkust aan de oostkust van het eiland beland, diepe dalen snijden het gebergte in en de schemering begint in te vallen, bovendien is het ook eigen aan tropische klimaten dat het invallen van de nacht vrij snel gebeurd en dus rijd ik al gauw in het donker rond. Ik waag me nog tot bij de eerste waterval van de Faarumai Waterfalls, de Vaimahutu Fall en kan bij het laatste licht nog enkele foto’s nemen en filmen, maar bij de terugkeer naar de parking is het te donker geworden om zelf het bijbehorende bord nog te fotograferen of te filmen. De 20 minuten durende wandeling naar beide andere watervallen is voor een andere keer. Ook de Arahoho Blowhole stelt niet veel voor in het donker en dus zet ik aan richting Pape’ete, ik begin trouwens een beetje last van jetlag te krijgen, maar raak zonder brokken terug in de hoofdstad en vind met een beetje geluk zonder veel zoeken het Fare Suisse pension terug. De auto moet ik morgen maar terug brengen, in nog een ritje naar een restaurant heb ik geen zin, ik lig in plaats daarvan wat te soezen op bed, tot ik mezelf verman en toch maar even de planning van morgen bekijk en de gebeurtenissen van vandaag noteer.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
De Rob
LROCB-Member
Berichten: 2401
Lid geworden op: wo 24 sep, 2003 11:57
lrocb_lidnr: 183
Woonplaats: Herentals
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door De Rob »

Onze Johan kan het toch zooo.... goed verwoorden hé.Gewoon fenomenaal.Het lijkt of we er zelf bijzijn .Wat een prachtige reis weeral.Amuseer u ....
Rob & Greet
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

kan je dat niet wa samenvatten: 't is zoooo veel om te lezen hé. :D
avatar = Hammerite-user.
Gebruikersavatar
Fredd
Vaste Waarde
Berichten: 198
Lid geworden op: ma 28 jul, 2003 01:40
lrocb_lidnr: 0
Woonplaats: Alabama, USA

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Fredd »

Wolf schreef:'t is zoooo veel om te lezen hé. :D
Dat maakt het net zo intersant om lezen ... :thumbup:
Don't take life too seriously, nobody gets out alive.
kallista1149
Berichten: 41
Lid geworden op: do 04 mar, 2010 11:13
lrocb_lidnr: 1149
Woonplaats: Bekegem

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door kallista1149 »

please, keep telling......... :)
Gebruikersavatar
Henk
Berichten: 3580
Lid geworden op: vr 25 jul, 2003 23:43
lrocb_lidnr: 30
Woonplaats: De Pinte

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Henk »

Yohani schreef:... de boeken van Bob Evers ...

Ah, je voelt je nu precies Arie Roos?

Veel plezier
Bekijk het van de zonnige kant: hoe oud u ook bent, u bent jonger dan u ooit zult zijn. LROCB-lid (30)

LROCB Afbeelding
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Maandag 15 oktober
De kraaiende hanen hebben ook vannacht weer hun best gedaan. Rond 5u vanmorgen lijken ze wel constant elkaar te proberen af te troeven, om 6u geef ik het dan maar op om nog wat trachten te slapen en sta op. Ik stuur nog even een mailtje om het volgende pension aan mijn komst te herinneren en vertrek na het ontbijt voor een bezoekje aan Pape’ete. De auto neem ik mee al is de afstand niet groot, want ik moet die toch gaan afleveren tussen 10 en 11u. Eerst op het menu staat de Temple Paofai, een wat misleidende naam gezien van de Marae niets meer te zien is gezien er een roze protestantse kerk opgebouwd is. Er recht tegenover is het Park Paofai, een heerlijke rustige plek om langs de waterkant te wandelen met zicht op de haven en voorzien van de nodige waterpartijen, de Polynesische vorm van prieeltjes met rieten daken en natuurlijk de onontbeerlijke bloemenpracht.
Als ik op zoek ga naar het Musée de la Perle, blijkt dat aan de overkant van de straat waar ik de auto achtergelaten heb, te liggen. Het museum is eigenlijk een parelshop waar er naast de privécollectie parels en parelmoeren beklede gebruiksvoorwerpen van de eigenaar ook nog enkele replica’s van beroemde persoonlijkheden, vooral royalty met de kroonjuwelen, weelderig voorzien van de dure zwarte parels te zien zijn. Als je dan even later naar de prijzen van de te koop gestelde parels kijkt; besef je pas wat een hoop geld die Koninklijke hebbedingetjes wel moeten gekost hebben en nu waard zijn. Parels en kettingen van enkele duizenden tot enkele tienduizenden euro’s zijn eerder regel dan uitzondering. In pacifische franken is dat nog een heel stuk indrukwekkender, want daar wordt er met miljoenen gegoocheld. Geen spek voor mijn bek in elk geval.
Ik vervolg mijn weg opnieuw een stuk door het Paofai Park naar het Parc Bougainville dat wat meer in het centrum van de stad gelegen is. Onder de hoge oude bomen staat een borstbeeld van de man waarnaar het park genoemd is, in de schaduw en aan de rand van een klaterend stroompje genieten jong en oud van de koelte onder het zware bladerdak dat bijna geen zonlicht doorlaat en dus zorgt voor een diffuse schemering. Achter het park, ervan gescheiden door de Rue du Général de Gaulle , staat een monument ter ere van Pouvana’a a Oopa een voorvechter van de onafhankelijkheid van de eilanden. Daar juist achter staat dan weer het parlementsgebouw, op de plaats van het houten Pomara Palace dat in de jaren ’60 plaats moest ruimen voor dit gebouw wegens volledig ondermijnd door termieten. Als ik gewenkt wordt door een security agent, denk ik eerst nog van een bolwassing te krijgen voor het fotograferen van de parlementsgebouwen, maar niets is minder waar. De vriendelijke man legt me uit hoe ik via een zijweggetje naast het gebouw in de voormalige tuinen van het Paleis kom. Dat is zeker de moeite war al is het alleen al maar voor het Bain de la Reine, de met prachtige waterlelies begroeide vijver. Als ik in eerste instantie een doorgang mis door een nogal zorgeloos geparkeerde wagen, zet de man me zelf nog een tweede keer op de goede weg. Moet je in België een keer proberen met de security van het parlement. Van aan de oever van de vijver heb ik dan ook een goed zicht op het High Commissioner’s Residence en het Presidentieel Paleis. Ook weer gebouwd op de plaats van een paleis dat door de termieten gesneuveld is.
Een laatste bezoekje brengt me bij de kathedraal, die ondank dat die groter is dan de Paofai Temple, minder gelovigen trekt. Dit is dan ook een katholiek bouwwerk, terwijl zijn concurrent een protestants geloof predikt. Ik keer terug op mijn stappen via het eerder reeds genoemde en geloofde Paofai Park om de auto op te halen, de tank terug bij te vullen en af te leveren in het Avis huurstation. Dat vergt nog wat zoeken, maar uiteindelijk geraak ik er en na de formaliteiten wordt ik om 11u 30 opnieuw naar het Fare Suisse pension gebracht met een reservering voor een andere wagen in Mo’orea op zak. Beni, de Zwitserse eigenaar van het pension, staat me al op te wachten met mijn bagage. Wanneer ik wil afrekenen wuift hij dat weg en zegt dat we dat bij mijn volgende passage wel zullen regelen. Die is voorzien op 28 oktober en hij noteert alvast het aankomstuur om mij ook dan af te halen.
De rit naar het vliegveld verloopt vlot en het inchecken al even snel, alle lokale vliegverkeer gebeurt hier via 3 gates, die rechtstreeks op de tarmak uitgeven. 10 minuten voor vertrek worden we door de deur geloodst en mogen te voet over de landingsbaan naar ons propellervliegtuigje. Er werden geen stoelnummers toegekend en dus kan iedereen een beetje gaan zitten waar hij wil. Van een 1e klas of Business klas is er al helemaal geen sprake. Wat dan volgt is de kortste vlucht die ik al in mijn leven meegemaakt heb en waarschijnlijk nog zal meemaken, welgeteld 10 minuten hangen we in lucht om van Pape’ete naar Mo’orea te vliegen! Waarschijnlijk hebben we langer getaxied dan gevlogen! Dit vliegveld is nog kleiner dan dat van Tahiti, wat gaat dat worden op de meer afgelegen, minder toeristische eilandjes? In de terminal, als je zo’n groot woord mag gebruiken voor het gebouwtje, hangt er een telefoon aan de Avis-stand waarmee je hen kan bereiken en ze je iemand toesturen. De bagage wordt ondertussen binnengereden op een minitractor met twee wagonnetjes en even later wordt ik naar het verhuurbedrijf gebracht waar ik een witte Peugeot 206 toegewezen krijg.
Het is hier merkelijk rustiger op de weg dan in Tahiti, verloren rijden zit er ook al niet, in gezien er maar één weg is die volledig rond het eiland loopt. In Pension Motu-Iti wordt ik hartelijk verwelkomt, worden me de faciliteiten voorgesteld en een bungalow aangewezen. Ik besluit om vandaag niet meer rond te rijden en in de plaats daarvan wat te gaan snorkelen. Ineens een goede kans om mijn duikmasker met ingebouwde camera eens goed uit te testen. Het water van de oceaan is hier verdorie warmer dan in het overdekte gemeentelijk zwembad thuis en kan er mee wedijveren in helderheid. Het is hier erg ondiep maar toch valt er heel wat te zien, het lijkt wel of ik in een tropisch aquarium rondzwem met allerhande koraalformaties en vele kleurige vissen. Ook zeekomkommers en zee-egels zijn van de partij. Het vissenbestand kan in kleurschakeringen concurreren met de bloemenpracht aan land, de reisgids heeft er met geen woord over gelogen door te stellen dat de pracht van de fauna en flora aan land geëvenaard wordt van deze in de zee. 3u spartel ik rond, oplettend van geen al te zware schade aan te richten aan mijn lichaam en het koraal in de ondiepere stukken. De stroming zorgt er echter toch voor dat je op de ondieptes terecht komt, zodat er krassen van het scherpe koraal op de buik achterblijven. Ik kan er maar geen genoeg van krijgen en zwem tot waar her rif in de diepte verdwijnt en het water van turkoois naar indigo blauw verandert. Warme en koude stromingen wisselen elkaar hier af en lijken nog meer vissoorten te loken. Op een gegeven moment ben ik helemaal omgeven door gele gestreepte vissen. De zon gaat al onder wanneer ik uiteindelijk uit het water kom, na het douchen en afdrogen copier ik gauw de bestandjes van de camera op de laptop en bekijk er al enkele zowel als foto als de filmpjes. … en het resultaat mag er best zijn voor een eerste keer, het duikmasker met camera is in elk geval een heel goede aankoop geweest.
Daarmee is het nu volledig donker geworden en tijd om op het overdekte terras van het avondmaal te genieten. Doch als ik er heen wil gaan barst er een tropische regenbui los, die weliswaar lekker verkoelend werkt maar ook heel erg nat is. Dan maar de regenjas bovenhalen en zo naar het restaurant waar ik vis met vanillesaus een Hinano biertje en frietjes voorgeschoteld krijg. Afronden doe ik met ter plaatse geproduceerd ijs. Nadien nog wat aan dit reisverhaal werken tot ik begin te knikkebollen en het tijd wordt om te gaan slapen.

Dinsdag 16 oktober
Na een heerlijk rustige nacht onder een baldakijn van muggengaas, vanmorgen vroeg opgestaan gezien het ontbijt beschikbaar is vanaf 7u en de dagen hier veel te kort te zijn om er niet ten volle van te profiteren. Het ontbijt wordt net als het avondmaal op het terras met zicht op de lagune geserveerd. Terwijl ik tijdens het eten over het water uitstaar zie ik plots een reusachtig silhouet uit het water, juist achter het rif dat de lagune afsluit, opduiken. Het richt zich vertikaal op en komt dan met een klap die je tot hier kan horen terug in de oceaan terecht. Dit herhaalt zich nog 2x voor ik mijn ogen kan geloven en de andere mensen aan tafel attent maak dat er walvissen aan het springen zijn. Zijn ze eerst nog een beetje sceptisch de horizon aan het afzoeken met hun ogen, al gauw is het ontbijt aan alle tafels vergeten en klinken de Ooo’s en Aaah’s in het rond. Eindelijk heb ik de tegenwoordigheid van geest om mijn camera uit zijn zak te halen en enkele foto’s te proberen te trekken, meer dan wat opspattend water zal er vrees ik echter niet te zien zijn. Aan filmen kom ik niet meer toe want dan is de show weer voorbij. Wat een prachtige manier om de dag te beginnen!
Na het ontbijt verzamel ik mijn zwem- en snorkelgerei en vertrek voor een ronde van het eiland. De eerste bestemming is de vallei van Opunohu die diep het bergachtige eiland binnendringt. De asfaltweg verandert al snel in een zandweg die op zijn beurt geaccidenteerder wordt, gelukkig heeft de Peugeot 206 wat meer bodemvrijheid dan de Citroën C1 die ik in Tahiti had. De weg blijft maar voortkronkelen, dan weer steil omhoog, daarna een stuk omlaag. Ik kom nu nog enkel pick-ups tegen en begin me af te vragen of ik wel juist zit. De volgende passant houd ik even tegen en die bevestigd me dat ik juist zit en gewoon de pijlen moet volgen. Het zal me benieuwen want tot zover nog geen enkele wegwijzer gezien sinds ik het asfalt verliet. Maar zie daar, samen met de wegwijzer verschijnt er even later een asfaltbaan in het zicht.
Na enkele steile stukjes op deze mooie route kom ik bij de archeologische site van Opunohu. Ook hier zijn de Marae, de uit stenen opgebouwde plateaus, de stille getuigen van de oorspronkelijke religie en leven van de Polynesiërs van voor de kolonisatie en de missionarissen. De Marae Titiroa komt als eerste in zicht op de parking van de site zelf en is de grootste die ik tot op heden al zag. Op het plateau zelf mag je niet komen want er zijn archeologische opgravingen of restoraties bezig blijkbaar. Ik volg een wandelpad het bos in en sta enkele tientallen meters verder bij de Tohua (het ‘raadgeversplatvorm’) en 2 kleinere vierkantige Marae. Dieper het mape (hazelnoot)-bos in word ik verwelkomd door een luid spelende radio met moderne popmuziek. Het beeld van de muisgrijze, stoffige archeologen lijkt niet meer up to date te zijn, hier is het een man met zijn grijs doorstreepte haar (gelukkig toch nog één vooroordeel dat overeind blijft) in een staartje gebonden (… of toch niet), die leiding geeft aan een paar Polynesische helpers in ontbloot bovenlijf en shorts en ruim getatoeëerd. Ook hier weer van alle kanten een hartelijk Ia orana (goeiedag) en een brede glimlach, nog maar weinig stugge mensen tegen gekomen hier, misschien is dat het zonnige klimaat wel. De Marae Ahu-o-Mahine die ze volop aan het restoreren zijn is blijkbaar van een latere datum dan de andere en ook wat gesofistikeerder. Alle keien gebruikt voor de bouw van deze Marae zijn namelijk even groot en mooi rond gekapt en er bevind zich een Ahu (altaar) van 3 treden op het plateau.
Het pad verdwijnt nu kronkelend verder het bos in, door de regen van gisteren is het hier soms gevaarlijk glad, zeker als ik een stroompje moet oversteken over enkele wankele stenen. Blijkbaar ben ik de enige die zich verder op dit wandelpad waag, want er zijn geen andere wandelaars te bekennen. Soms vind ik nog wat sporen van een half bedolven Marae of wat stenen muurtjes, maar dit is duidelijk nog niet opgegraven. Ook niet vreemd trouwens want er zijn hier alleen in deze vallei al 500 sites geïnventariseerd… . Op een onduidelijk splitsing aarzel ik even en ga dan links en kom op een ananasplantage uit, de oogsttijd is duidelijk nog niet daar voor dit veld van mini ananasjes, meer verontrustend is dat er hier meerdere opsplitsingen zijn, die echter vooral door de plantage eigenaars lijken gebruikt te worden. Zelfs mijn niet al te best ontwikkeld oriëntatiegevoel zegt me dat dit niet de goede richting is en dus keer ik op mijn stappen terug. De rechtse afslag van even tevoren loopt echter ook dood op een half bedolven Marae. Dan zit er maar één ding op en dat is de ganse weg terug zoals ik gekomen ben, ik heb al lang spijt dat ik zo dom ben geweest geen water mee te brengen, maar ik had deze lange wandeling niet echt voorzien. Bovendien is het hier tropisch warm en vochtig en na een tijdje kan ik mijn t-shirt zowat uitwringen, maar ik geraak heelhuids terug aan de auto.
Nu is het een korte rit met de airco volle bak, naar de Marae Afareaito, die gelukkig weer naast de weg ligt. Bijzonder aan deze Marae is dat er nog duidelijk de leunstenen op staan, dit zijn vertikaal geplaatste “rugleuningen” waartegen de uitverkorenen hurkend leunden tijdens de ceremonies. Ook hier wordt volop gewerkt om de site vrij te maken van planten en dergelijke.
De asfaltweg slingert zich verder de berg op tot aan het Belvedère, een prachtig uitzichtpunt met een panorama van de Opunohu en Coock Bay, opgesplitst door Mt Rotui in het midden ervan en een zicht tot voorbij de lagunes en het rif tot ver in de Stille Oceaan. Draai je om en staat voor de steil oprijzende bergwanden die het centrum van het eiland uitmaken en eigenlijk de zuidelijke rand is van de oude vulkaankrater die het eiland heeft gevormd. Deze laatste zag ik ook reeds vanaf de ananas plantage. Ondertussen ben ik tot de slotsom gekomen dat ik mijn reservebatterijen van de camera in het pension vergeten ben en dus ga ik nog even daarlangs om die op te halen en neem in één keer 2 ijskoude cola zero’s mee.
Ik volg de rondweg ronde het eiland in wijzerzin en leg daarbij een deel van de route van gisteren richting luchthaven opnieuw af in omgekeerde richting. Langs de linkerzijde van de weg reikt de lagune enkele 10-tallen meters tot aan het rif waarop de golven tot wit schuim slaan, aan de rechterzijde rijzen dan weer de hellingen van de bergen op, soms loodrecht, al bij al laten deze eilanden niet veel leefbare ruimte over. In tegenstelling wat men misschien zou verwachten, de hoge prijzen als toerist ter plaatse in gedachte, geven de huizen ook zeker geen idee van rijkdom, integendeel het lijkt armoede troef met houten huisjes niet meer dan barakken, half weggeroeste autowrakken in de tuinen. Blijkbaar zijn het opnieuw de grote multinationals die het geld hier wegkapen, al zorgt dat natuurlijk ook wel voor werk voor de plaatselijke bevolking. Tot zover de keerzijde van de medaille.
Temae Beach is één van de weinige publieke stranden op Mo’orea, ook nog zo’n misvatting, Frans Polynesië heeft namelijk niet veel stranden, de grote resorts laten artificiële privéstrandjes aanleggen voor hun gasten, de openbare stranden als die er al zijn, zijn meestal smalle stroken van enkele meters breed. Doch de azuurblauwe lagunes en de motu’s (zandeilandjes met palmbomen in de lagune) doen dat al snel vergeten. Niet zo dus Temae Beach, dat een “echt” strand is met de palmbomen die het stand afzomen waar het grasveld begint en kokosnoten die meedeinen in het water op het ritme van de getijden. Ook in het water veel zandbodem, met gelukkig af en toe een plekje koraal waar er genoeg kleurrijke vissen vertoeven om het snorkelen interessant te maken. Alvorens ik me daar aan over gaf, trouwens ook nog een ambachtelijke juwelierszaak ontdekt, waarvan mijn buikgevoel me zei dat indien die op een zo’n afgelegen plaats ligt, zonder al te veel publiciteit er rond, dit best wel een keer een interessant bezoekje kon worden. En inderdaad, de juweelsmid(se) in eigen persoon in een knalgele parreo leidde me rond en toonde de mooiste (maar ook dure) creaties. Al bij al het hoofd erbij gehouden en “maar” één stuk gekocht om de verzameling aan te vullen, maar wel staan kwijlen bij de rest van de uitgestalde waar.
Terug op weg loopt de route de bergwand op tot aan een uitzichtpunt dat de coverfoto van elke reisgids naar deze eilanden waard is. Onder de palmbomen strekken de houten hutjes met strooien daken zich langs de kust uit tot ze over gaan in de hutjes die op hun houten stelten boven het water zweven in een lagune met alle schakeringen van blauw, afgeboord door een witte rand van golven die breken op het rif. Je zou er lyrisch van worden… . Andere ontdekkingen lonken en dus rijd ik weer verder, de enkele Marae die er langs de kustweg zouden moeten liggen zijn in de laatste versie van de Lonely Planet niet meer opgenomen en ook ter plaatste is er geen spoor van te vinden. Ik stel me dan maar tevreden met de wisselende panorama’s van diep ingesneden valleien en een eeuwigdurende lagune’s.
Een kerk, Eglise de la Sainte Famille genaamd, staat er nog wel in Haapiti en heeft als speciaal kenmerk dat ze twee torens bezit en uit koraal en leem gemaakt is. Hiermee ben ik ook in de meest toeristische regio van het eiland terechtgekomen en merk je dat ook het toerisme in recessie is. Vele pensionnetjes die gesloten, in verval of te koop staan. Een groot resort waarvan de paalhutjes met geweven muren en strooien daken ingevallen en rottend een trieste aanblik vormen, winkeltjes , restaurants en roulottes (mobiele eethuisjes) die dichtgetimmerd zijn met opschriften als “Fermé définitivement” . Ja ook hier is het niet al de zon die schijnt, doch zijn er ook nieuwe initiatieven die de werkloos geworden bevolking nieuwe kansen biedt. Zo is er Tiki village, op het eerste zicht een toeristenval met een nagebouwd Polynesisch dorp, een parelkwekerij en een dansspektakel. Dat laatste wil ik wel een keer zien en ik neem me dan ook voor om vanavond langs te komen.
Een achthoekige kerk in Papetoai staat als vanouds weer bovenop een Marae geplant of hoe de ene religie de andere letterlijk onderdrukt en probeert te overstijgen of te doen vergeten wordt hier in steen weergegeven. Als kanttekening kan je dan nog opmerken dat het, het oudste Europese gebouw in Frans Polynesië is, maar of je daar nu trots op moet zijn… . Ik keer nog even terug naar Hauru om tevergeefs een stukje publiek strand te zoeken, bots daarbij op een roedel agressieve honden die me liever kwijt dan rijk zijn, en hoor bij één van de alhier aanwezige resorts welke excursies er aangeboden worden aan welke prijs om eventueel morgen aan deel te nemen. Met een brochure met 3 interessante opties rijd ik verder, en ben rond 1u weer in Pension Motu Iti aanbeland. Nog een uurtje de tijd om opnieuw wat te snorkelen en ook nu beloond zich dat met tal van vissen.
Ook op het menu van vanavond vis, in de vorm van een lekkere Dorade aangevuld met rijst en een ijscoupe als achterafje.
Geen tijd echter om te bekomen wil ik de show van 9u nog kunnen bijwonen in Tiki Village. Eens donker (na 18u) is het verrassend stil op de straten, de overal loslopende honden hebben vrij spel. Mooi op tijd arriveer ik in Tiki village en zoek me een goed plekje uit op de tribunes. Het diner, dat desgewenst vooraf ging aan het spektakel, loopt ten einde en de gasten begeven zich eveneens naar de tribunes. Een man in lendendoek dient als publiekopwarmer en brengt de sfeer erin door eerst de vrouwelijke en vervolgens de mannelijke gasten uit te nodigen om enkele kneepjes van de Polynesische dans aan te leren, waarbij vooral het supersnelle heupwiegen van de dames suggestief is. Hierna volgt er nog een korte uiteenzetting van het verhaal van een prinses die met de hoofdman van de stam trouwt nadat de voorwaarde van het baren van een zoon is vervuld, dat zal worden uitgebeeld. Al is het niet de alom verwachte strooien rokjes dans (al komt die zeker ook voor) doch is het ganse spektakel met muziek, dans, uitgebeelde scènes en om te eindigen de spectaculaire vuurdans meer dan de moeite van het bijwonen waard. Ik keer tevreden terug!

Woensdag 17 oktober
Vanmorgen geconstateerd dat alleen reizen ook zijn nadeel kan hebben, je hebt letterlijk geen rugdekking, niet dat er iets achter mijn rug is gebeurt, maar de zon heeft wel toegeslagen bij het snorkelen met als gevolg een rug die met de zo bekende kreeften kan wedijveren, snorkelen met t-shirt voor mij de volgende dagen… . Geen walvissen tijdens het ontbijt deze keer, het kan niet altijd kermis zijn nietwaar? Ik check alvast uit en laad de bagage met uitzondering van het snorkelgerei in de huurauto. Tegen kwart voor 9 sta ik in het Intercontinental Resort, klaar om wat te gaan ondernemen. Optie 1 met jet-ski, snorkelen en motu bezoek valt me toch wat kostbaar uit, de catamaran toer die vrijwel hetzelfde parcours aflegt is door niemand geboekt vanmorgen en vaart dus niet uit, dus blijft het snorkelen met stingray’s en haaien over, lijkt me ook wel leuk. In afwachting drink ik een glaasje fris aan het zwembad en kijk naar de capriolen van een werkman die gezwind met klimijzers aan de voeten een hoge palmboom in klimt om de natuur een handje te helpen bij het afscheiden van dode bladeren en rijpe kokosnoten. Een kokosnoot op je appel maakt immers geen deel uit van de all-in strategie van het resort… .
Om 10u wordt ik dan opgepikt om ons per boot naar één van de motu’s in de lagune te begeven. Een 100m voor we aanmeren worden we al omringd door stingray’s, er wordt geankerd op een ondiepe plaats en we mogen te water met deze dieren, de ray’s mogen geaaid worden (niet aan hun stinger natuurlijk !) de zwarttip haaien alleen bekeken. Een beetje bijvoederen lokt al gauw een heel contingent van de overmaatse pladijzen, zoveel dat ze je bijna van je sokken zwemmen. De grootste exemplaren zijn groter dan de boog die je met beide armen kan vormen, hun huid is zacht al zijde, als je aan hun mond komt maken ze zuigende geluidjes en bewegingen. Alsof die ervaring al niet fantastisch genoeg is, duiken nu ook de zwarttip haaien op. Tot een 10-tal in groep. De grootste zijn zo lang als een volwassen mens en al gauw blijkt dat aanraken zelfs geen optie is, wendbaar en snel als deze dieren zijn. Het blijft een raar en onwennig gevoel zo dicht bij hen in de buurt te zijn, al verklaren de organisatoren dan dat het een ongevaarlijk type haai is. Gezien er Amerikanen bij aan boord waren en er geen algemeen document ter vrijwaring van schuld bij overlijden diende ingevuld te worden, is de kans zelfs vrij groot dat dit ook zo is. Na deze onvergetelijke ontmoeting is het dan tijd voor een uurtje snorkelen ronde de motu’s, de duikcamera heeft er vandaag weer zijn werk mee. Er wordt afgerond met een versnapering in de vorm van verschillende soorten fruit en ananassap en dn is het tijd om terug te keren. Ik krijg de ganse boot voor mezelf gezien alle andere passagiers blijkbaar van het Hilton Resort waren en met één boot terugvaren. Lekker rustig zo.
Tegen 12u sta ik terug aan land, na het omkleden moet ik nog even een beer van een Polynesiër uit zijn siësta wekken omdat hij slapend achter zijn stuur achter mijn auto geparkeerd staat, maar dat verloopt zonder enige animo. Ik ga op zoek naar een snackbar voor een Casse Croute (een Frans brood met beleg, salade en of frietjes) en rijd vervolgens richting Vaiare om de auto in te leveren. Ik maak nog één stop aan het reismagazine cover uitzichtpunt waar ik al wat bijlees over het volgende eiland Ra’iatea waar ik naartoe trek. Tegen 3 uur wordt de auto volgetankt afgeleverd en brengt een chauffeur me naar de luchthaven. Mijn 30 minuten durende vlucht heeft een kwartiertje vertraging maar verloopt vervolgens zonder problemen.
Op Ra’iatea worden ik en nog enkele andere gasten opgewacht door iemand van het gelijknamige Ra’iatea Lodge hotel. In tegenstelling tot de vorige pensions een echt hotel(letje) dus in een koloniale 2 verdiepingen tellende plantagewoning achter een kokosnootplantage. We worden ontvangen met alle egards, bloemetjes, een fris vochtig doekje en een glas vers fruitsap. We krijgen wat uitleg over het eiland, mogelijke uitstappen en de toewijzing van de kamers waarbij we de bagage niet zelf mogen dragen (al heb ik wel geholpen, want je laat een vrouw toch niet alleen zeulen met die koffer). Ik boek alvast een excursie naar het naburige eiland Taha’a voor morgen en reserveer een huurwagen voor overmorgen. Dan is het tijd om de achterstand van het reisverhaal wat op te halen tot het avondeten. Een aperitief in de vorm van een Caipirinha, een steak met aardappeltjes, groenten en een lekkere vleesjus smaakt heel erg lekker en de ijssorbet maakt het geheel af. Ach het leven is goed!

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Donderdag 18 oktober
Na een rustige nacht en een copieus ontbijt ben ik klaar voor de boottrip naar Taha’a er voegen zich nog een pas gehuwd Frans koppeltje, een Braziliaans koppeltje en een Tahitiaanse vrouw bij mij, op de pier voor het hotel in afwachting van onze boot. Die laat niet lang op zich wachten en we maken kennis met Julien en Bernard die de boot besturen. Ook aan boord nog twee oudere Franse koppels en tenslotte pikken we nog een laatste jong Frans koppel op aan de luchthaven. Eens zij aan boord zijn gaat het door de lagune richting Taha’a, zowel Ra’iatea als Taha’a bevinden zich namelijk binnen hetzelfde rif.
Onze eerste halte brengt ons bij een Pearl Farm waar de oesters gekweekt, behandeld (er wordt een stukje schelp in de levende oester aangebracht die zal ontwikkelen tot een parel), volgroeien (de gevormde parel wordt verwijderd en een andere van dezelfde grootte wordt geplaatst waarop zich dan een laagje parelmoer afzet), geoogst (elke oester wordt meermaals opgehaald, de parel nagezien en teruggeplaatst over een tijdspanne van 10 jaar!) tot ze een laagje van +/- 6mm parelmoer hebben (3mm aan elke kant) en vervolgens opgedeeld per kwaliteit (vorm, foutjes, grootte, kleur) en in een juweel gezet of los verkocht. We krijgen al de verschillende fases uitgelegd en sommige ook getoond, allen de laatste fase (de verkoop) vlot niet zo, gezien de wel heel exuberante prijzen.
Vervolgens varen we verder naar een smalle doorgang tussen twee motu’s, de zanderige eilandjes in de lagune die maar enkele meter boven water steken voorzien van de nodige palmbomen zoals in de Bounty reclames dus. Hier bevind zich de zogenaamde Jardin de Coraille, een strook met overvloedig veel koraal en de bijhorende tropische vissen. Enige nadeel van deze koraaltuin is de stroming die wel heel erg sterk is in het smalle kanaal tussen beide eilandjes, bovendien is het koraal nog eens vlijmscherp erbij ook. Tegen de stroom inzwemmen is niet echt een goed idee en dus gaan we te voet over de motu, jammer genoeg blijken alleen de stranden zanderig en is de rest ook opgebouwd uit hard en scherp (dood) koraal, wat de passage over het eiland nu niet onmiddellijk tot een pretje maakt op neopreen sokken… .
Maar die lijdensweg is snel vergeten, eens we ons met de stroom laten meedrijven in de ondiepe kanaaltjes tussen de koraalrotsen. Onze begleiders hebben wat brood voorzien om nog meer vissen te lokken en binnen de kortste keren worden we omgeven door honderden vissen in de wildste kleuren. Het lijkt wel een op hol geslagen kleurboek. Picassovissen, Papegaaivissen, Clownvissen, Napoleonvissen, Zebravissen, Tijgervissen, Luipaardvissen,… van sommige had ik al gehoord, van andere nog nooit en worden misschien door de plaatselijke bevolking gewoon zo genoemd. In het Polynesisch wordt het helemaal onverstaanbaar met die overdaad aan klinkers. Maar niet alleen de vissen zorgen voor het kleurenspektakel, ook het koraal draagt zijn steentje bij. Zelden zo’n felle blauwe, gele, rode of paarse kleuren gezien in de natuur. Ook de vormen zijn heel divers, sommige lijken wel takken, weer andere zeewier of bloemen, nog andere zijn eerder stalagmieten of gewoon vlijmscherpe gekartelde rotsformaties. Het mag met recht en reden een echte tuin genoemd worden, een tuinarchitect zou er zijn handen aan vol hebben om zo’n kunstwerk te scheppen.
De tijd vliegt voorbij, tegen dat we terug bij de boot aanbeland zijn is het tijd voor het middagmaal en dus varen we naar een andere motu waar we een aperitief op basis van fruitsap, alcohol en een vanillestokje drinken, in afwachting van het buffet dat wordt klaargezet met Polynesische specialiteiten, waaronder rauwe en bereidde vis, kip, taro, allerlei fruit en nog een heel deel andere dingen waar ik geen naam op kan plakken en die ik na 5 minuten weer vergeten ben als die wordt gegeven. Om nu te zeggen dat alles even lekker is, is misschien overdreven, maar er zijn op minst enkele interessante dingen bij, die daarom niet onmiddellijk een dagelijkse lekkernij zouden worden. Terwijl andere zaken dan weer gewoon goed zijn.
Na de maaltijd met fruit als dessert gaan we de bijbehorende fishtrap bezoeken. Een met ijzeren netten afgespannen deel van de lagune, zo geplaatst dat de vissen er door de stroming indrijven en niet tegen de stroom op eruit kunnen (het zijn duidelijk geen zalmen of forellen hier). Een moderne variatie die reeds eeuwen door de Polynesiërs wordt toegepast, weliswaar met keien. Eens in het water moeten wij er op dezelfde wijze doorheen als de vissen en zelfs met onze palmen hebben we het nog zwaar met de stroming. Naast een deel van de vissen die we vanmorgen reeds zagen ontmoeten we ook nog enkele andere soorten, een school blauwe vissen die mooi allen synchroon van richting veranderen als je ze in het nauw drijft, twee vervaarlijk uitziende murenen die hun scherpe tanden laten zien als ik wat dichterbij kom, met een kop, twee vuisten groot en wel 1,5m lang! Toch maar wat uit hun buurt blijven. Een tweede groep die ons komt vergezellen merkt een kogelvis op, die eens hij wordt gevangen zich vervaarlijk opblaast en als je hem aanraakt als een rubberen of plastiek bal met pinnetjes op aanvoelt. Er worden enkele van de blauwe vissen gevangen en versneden als voedsel voor de stingray’s in de volgende afbakening zodat we die kunnen voederen, deze zijn echter ongevaarlijk omdat hun stinger verwijderd werd (in tegenstelling tot deze met welke ik enige dagen geleden rondzwom in open zee). Dat ze wel degelijk gevaarlijk kunnen zijn mocht enkele jaren geleden de populaire Australische presentator en dierenmanipulator met dramatisch gevolgen ondervinden toen hij stierf na een steek van een stingray in het hart. De enige hinder die wij vandaag echter ondervinden is een prikkende allergische reactie op de algen in het water in de kooien.
Ondertussen is het weer tijd om aan boord van onze boot te gaan en koers te zetten naar de volgende bestemming in de vorm van een vanilleplantage. Een spraakwaterval overvalt ons met de ganse uitleg van het ontstaan van de Polynesische vanilleboon door middel van kruisingen, over hoe deze gekweekt worden met andere struiken als ondersteuning voor de wingerd waaraan de boon groeit, tot de kokos en houtresten die als voedselbodem dienen voor de luchtwortels. Vervolgens gaat hij over naar het oogst en droogproces tot we bij de gebruiksklare producten en afgeleiden komen zoals de vanilleboon, olie, pasta, poeder, gevanilleerde suiker, alcohol, zeep en zo verder, die als vanzelfsprekend ook te koop worden aangeboden, tegen prijzen die een fractie zijn waarvoor je deze kwaliteit in Europese delicatessenzaken kan kopen. De sympathieke kerel doet dan ook veel meer zaken dan de parelkwekers van eerder op de dag.
Hiermee eindigt dan ook onze dag, we zetten één van de koppels af op de motu waar we deze middag het middagmaal aten, gezien zij daar blijkbaar logeren, varen vervolgens naar een hotel op stelten waar een tweede koppel wordt afgeleverd bij hun hutje boven het water en worden vervolgens zelf aan onze steiger afgeleverd na nog een korte tussenstop aan een supermarkt op vraag van het Braziliaanse koppel. We blijven met zijn allen nog op de steiger staan als de boot weer afvaart om de zonsopgang mee te maken die nu wel binnen het half uur zal plaatsvinden. Daarna is het tijd om ook afscheid te nemen van de laatste interim medereizigers en de straat over te steken naar het hotel. Nog juist de tijd voor een douche om de prikkelende algen kwijt te raken en een goede laag after-sun op te smeren op de nog wat harder verbrande lichaamsdelen, alvorens aan te schuiven aan tafel voor het avondmaal. Gezien de vis en kip vanmiddag, ga ik maar opnieuw voor de steak, die net als gisteren voortreffelijk is. Na de maaltijd zet ik nog de filmpjes en foto’s van de duikcamera op de laptop en wil nog wat aan het reisverhaal schrijven, maar mijn ogen vallen erbij dicht, of hoe vakantie toch vermoeiend kan zijn. Alles afsluiten en het nest in dus.

Vrijdag 19 oktober
Hoe vroeger ik ga slapen, des te vroeger wordt ik wakker. Om 5u is er geen sprake meer van slapen en tot 6u houd ik het nog vol van wat te liggen soezen en sta dan maar op. De koffer moet ook weer gepakt worden want om 14u neem ik het vliegtuig naar Huahine. Ik heb echter met de eigenaars van het hotel afgesproken dat de bagage op de kamer mag blijven staan tot ik weer terug ben van de rondrit op het eiland, of tot de nieuwe klanten zich aanbieden, in dat geval verhuisd men die naar de receptie.
Na het weer veel te uitgebreide maar lekkere ontbijt stap ik in de door het hotel verhuurde Peugeot 107 voor een ritje rond Ra’iatea. Het eerste deel van de rit brengt me opnieuw voorbij de luchthaven, dat ik nu wel al begin te kennen, gezien ik er al 3x voorbijkwam, 1x toen ik werd afgehaald en 2x via de lagune op de boottocht van gisteren. In Uturoa (de hoofdstad en de tweede grootste “stad” van Polynesië ) stap ik nog even de supermarkt in voor enkel drankjes voor onderweg en een aanvulling van de slinkende voorraad zonnecrème. Ook de reisfondsen worden wat aangevuld en dan gaat het weer verder.
Tot en met Faaroa Bay zijn het vooral de landschappen en dan vooral de kustlijn met de lagune die de interesse wekken, pas in Opoa valt er wat anders te bezien in de vorm van een archeologische site met de Marae’s Taputapuatea, Tauraa en Hauviri als belangrijkste en nog enkele kleinere er tussenin. Het is vooral door de grote rechtopstaande stenen en hoge altaren dat ze zich onderscheiden van de vorige tempels. Aan de voet van één van de altaren zijn nog recente tekenen van aanbidding van de oude goden van de Polynesiërs aanwezig in de vorm van offergaven bestaande uit potten, beeldjes, schelpenguirlandes en dergelijke. Met een gezapige snelheid van 60km/u zoef ik verder het eiland rond. Nu en dan stoppend voor een foto en wat filmen als het landschap ertoe uitnodigt. De ene keer zijn dat de lagune en de motu’s erin of een idyllische paalwoning in de branding, dan weer de bergtoppen van het binnenland of de tropische plantengroei. Een privaat schelpenmuseum blijkt onvindbaar en ook een Motu, met kerk erop zie ik niet in beeld verschijnen, maar niet getreurd, het landschap biedt genoeg moois om me niet te gaan vervelen. Ik bereik opnieuw mijn hotel, maar rijd dat eerst nog voorbij om de auto vol te tanken en keer dan 7 km op mijn stappen terug. Er vallen warempel enkele druppels regen, juist genoeg om de voorruit proper te krijgen.
In het Ra’iatea hotel lever ik de auto in, recupereer de bagage aan de receptie en laad het snorkelgerei (dat ik had meegenomen in het geval dat…) in. Ik heb nog juist de tijd om te lunchen, af te rekenen en hartelijk afscheid te nemen en wordt vervolgens naar de luchthaven gebracht waar mijn bagage zelfs tot op de weegschaal van de check-in wordt gebracht, vervolgens is het wachten in het halletje op mijn vlucht. Buiten barst er ondertussen een tropische regenbui los die alles en iedereen doorweekt. Als het ophoud met hozen arriveert mijn vlucht, op dat moment arriveert ook nog één van de jonge Franse koppeltjes van gisteren die een vlucht van een uurtje later nemen en komen nog even goedendag zeggen. Enkel minuutjes later wandel ik over de tarmak naar het klaarstaande propellervliegtuig dat me in 15 minuutjes naar Huahine brengt. Echt wel grappig hoe bijna onmiddellijk na de vraag om tafeltjes op te klappen, zetels recht te zetten en elektronische gadgets uit te schakelen voor de opstijgprocedure, dit opnieuw herhaalt wordt voor de landingsprocedure. De stewardessen hebben ternauwernood tijd om de veiligheidsprocedure uit te beelden… .
Even later wandel ik dus opnieuw over de landingsbaan naar het luchthavengebouwtje van een nieuw eiland voor mij. Binnen wordt ik opgewacht door de eigenaar van Motel Vanille en na het recupereren van de bagage vlot afgevoerd naar de bungalows. Waar ik een uiteenzetting krijg over de bezienswaardigheden van het eiland, mogelijke excursies en autohuur. Ik besluit er voor vandaag de rem op te zette en wat te genieten aan het kleine maar nette zwembad en vervolgens rustig het reisverhaal aan te vullen tot het avondeten lonkt.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Frank Td5
Berichten: 298
Lid geworden op: zo 29 mei, 2011 19:29
lrocb_lidnr: 110
Woonplaats: O-Vl.

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Frank Td5 »

8) en nog véél plezier met die Tahitiaanse vrouw ;) :thumbup:
Freelander 2 , 2.2 eD4
Defender 90 Td5 "S" van 2006
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Zaterdag 20 oktober

Vanmorgen na het ontbijt een huurauto besteld via het pension, wat toch +/- 15.000 xpf per dag goedkoper uitkomt dan me rechtstreeks naar her huurbedrijf te wenden eigenaardig genoeg. Even later worden ik en nog een ander koppel opgepikt en naar het Europcar verhuurbedrijf gebracht, ik krijg deze keer een Hyunda Getz in handen waarmee ik eerst even naar de haven van Fare rijd voor enkele foto’s alvorens het circuit rond het eiland aan te vatten. Vervolgens gaat het richting luchthaven om de weg rond Lake Fauna Nui te nemen. Het vliegveld blijkt zelfs gewoon gesloten te zijn. De onverharde weg is in redelijke staat, het is alleen af en toe opletten met wat putten, maar gezien ik toch traag rijd om van het uitzicht te genieten vormen die geen probleem. Langs de route enkele Stille Zuidzee stillevens, zoals ik ze noem; de palmbomen met enkele afgevallen kokosnoten eronder, een wit strand en de azuurblauwe lagune erachter, als panorama’s. Op het einde van die weg ligt de Marae Manunu, één van twee dergelijke type Marae’s die gekend zijn, ze bestaan namelijk niet uit een plateau met een altaar maar uit een hoog, tweetraps altaar, de tweede in zijn soort zie ik later vandaag nog. Na dit bezoekje rijd ik de doodlopende weg naar het verlaten en in verval geraakte Sofitel Resort in. Niet zozeer voor die restanten van het dure resort als wel omdat dit volgens de reisgids ook de plaats is waar in de lagune voor de kust de Cité de Coraille ligt, een koraalveld, waar het goed snorkelen is en dat ik tijdens mijn verblijf hier wil gaan bekijken en waar ik dus nu al even poolshoogte ga nemen.
Hierna gaat het richting Maeva, over de brug die de landtong, bekend als Motu Ovarei, met het vasteland verbind. Bij deze brug liggen trouwens nog enkele oude originele fishtraps opgebouwd uit keien, waarvan er nog enkele in gebruik zouden zijn. Een met keien gebouwd kanaal met een fuikopening in de stroming vangt op natuurlijke wijze vissen die met de stroming meezwemmen en er daarna niet meer uitgeraken, de lokale bevolking kan ze dan gemakkelijk vangen door middel van schepnetten of harpoenhaken.
Enkele honderden meters verder ligt de Maeva Archaeological Site, een verzameling van een 10-tal tempelplatforms langs de oevers van het Lake Fauna Nui (dat eigenlijk geen meer is maar een zeearm) en de Fare Potee een replica van een traditioneel huis op palen opgericht uit hout, bamboe en bladeren als dakbedekking. In de omgeving zijn tot een 30 tal van dergelijke Marae teruggevonden en men vermoed daarom dat het hier een vaste verblijfplaats is geweest van een deel belangrijke personen en hun families.
De voorgaande Marea waren een wandelingetje in het park om te bezoeken, maar er bevinden er zich nog enkele andere op Matairea Hill, en ik kan het niet laten om die ook te gaan bekijken natuurlijk, ondanks de minder goede ervaring met een eerdere wandeling in de tropische bossen op een vorig eiland. Deze keer zorg ik in elk geval voor wat drank en anti muggenspray en neem ik ook de LP reisgids mee om de summier beschrijving toch te kunnen nakijken. De versterkte muur is alvast geen probleem om te vinden en evenmin de Marae Tefano waarop een grote Banyan boom is gegroeid met indrukwekkende luchtwortels en lianen die Tarzan ongetwijfeld doen kwijlen. Al gauw na dit eerste bouwsel verslechterd de staat van het pad en een vage afslag naar links brengt me bijna toevallig naar een bijna volledig overwoekerde Marae met de naam Matairea Rahi. De muurtjes zijn plantenvrij, maar binnenin lijkt er ooit iemand een fruitboomgaard begonnen te zijn en die dan vergeten of zo. Het is natuurlijk wel zo dat alles hier geweldig snel overwoekerd, de pensionhouder wist me te vertellen dat indien zij niet om de paar weken drastisch terugsnoeien, alles gewoon dichtgroeit, hun haag hebben zij gewoon gepland door afgesnoeide takken in de grond te steken… . Maar om terug te komen op de Marae, ik keer weer naar het normale pad en moet vervolgens op zoek naar een nieuwe afslag die me steil omhoog moet voeren naar de Marae Paepae Ofata, met als beloning een platvorm op de heuveltop met mooie uitzichten op de omringende lagunes en motu’s. Doch die mooie uitzichten gaan aan me voorbij, want hoeveel keer ik ook probeer, steeds blijken de vage paden weer dood te lopen in het verstrengelde woud. Het komt zo ver dat ik zelf het originele pad niet meer terugvind en op oriëntatiegevoel (hoongelach alom) afdaal tot ik uiteindelijk het pad terugvind (middelvinger naar alle lachers). Gezwommen heb ik nog niet gedaan vandaag, doch aan het t-shirt zou je denken van wel in deze vochtige hitte, dat kan ik uitwringen! Ik zweer een dure eed dat dit de laatste keer is dat ik me laat vangen door hun slecht (lees “niet”) bewegwijzerde wandelpaden. Benieuwd hoelang die standhoud.
Maar goed de strompel en struikel ellende weeral achter de rug gaat het met de auto richting Vaiumete Rivier, waar er zich een groep blauwoog-alen ophouden (of hoe die beesten dan ook officieel mogen heten). De beschrijving is echter onberispelijk, ik vind er inderdaad een hele school meter lange , zwarte vissen met… blauwe ogen! Enkele kilometers op mijn stappen terugkerend stop ik bij een piroque met motor om me laten over te zetten naar de Huahine Nui Pearls & Pottery, waarvan de eigenaar zowel pottenbakker als parelkweker is. Omdat hier maar 3 personen aanwezig zijn waarbij beide anderen al aan het koopmoment gekomen zijn, krijg ik de onverdeelde aandacht van de eigenaar en kan ik wat onduidelijkheden in de hele parel ontstaanscyclus ontwarren (en aanpassen in mijn reisverhaal). Ik leer nu ook waarom er kleine en grotere parels zijn (de gebruikte nukleus die wordt ingebracht) en hoe ze aan hun kleur komen (het stukje toegevoegd oesterschelp bepaalt de kleur grotendeels). Blijkt ook dat 40 tot 50% van de behandelde oesters na 18 maanden niet het gewenste resultaat opleveren en dit percentage mislukkingen nog stijgt naarmate er grotere parels worden gekweekt. De hier gehanteerde prijzen zijn heel wat acceptabeler dan vorige keer, wat geenszins wil zeggen dat er geen dure stukken tussenzitten.
Opnieuw in de auto gaat het op weg naar het uitkijkpunt op de Mt Turi, ook hier de eigenaardigheid dat die gewoonlijk niet aangegeven staat en je naar goeddunken beslist wat nu juist de goede plek is. Via een brug steek ik over van Huahine Nui naar Huahine Iti (voor de talenknobbels: Nui betekent “groot”, Iti wil zeggen “klein”). Dit is het meest afgelegen stilste deel van het eiland en moet het dus vooral hebben van de uitzichten langs de weg, waarvan enkele worden toegewezen aan een Polynesiche god Hiro die volgens de myth beide eilanden van elkaar gescheiden heeft men een slag van zijn peddel, de inslag van zijn peddel, zijn vingerafdruk en zijn fallus zijn allen zichtbaar (!?). Wat zijn geslachtsdeel erbij kwam doen mogen de Polynesische goden weten… .
Op het kleine Huahine zijn er zowaar enkele bescheiden stranden, wanneer ik in de Avea Baai zo’n strandje tegenkom, lijkt me dat de ideale plaats om nog een keer te snorkelen. Ik wordt wederom beloond met een prachtig tropisch aquarium. Helaas blijkt later de duikcamera te warm gelegen te hebben in de koffer van de auto, waardoor er condens gevormd werd op de lens bij het te water gaan en alle beelden nogal wazig zijn.
Rond 4u30 houd ik het snorkelen voor gezien en rijd verder het eiland rond, terug naar Fare waar het aan de kaai een gezellige drukte is van jong en oud, die rondhangen, snacks eten of een biertje drinken. De lokale politieagent zit er gemoedelijk tussen, weliswaar zonder biertje. Ik koop me een ijsje en geniet van een beetje mensen kijken alvorens naar het Motel Vanille terug te keren. Trouwens “motel” is een volledig misplaatste naam voor de eenvoudige maar charmante bungalows rond het uitnodigende zwembad. De eigenaar van de Pearlfarm komt nog even langs om een aangepast juweel af te leveren en dan is het weeral etenstijd (oeps gewoon vergeten vanmiddag), op het menu Mahimahi (Dorade vis) met vanillesaus, rijst en gekonfijte papaja en als dessert geflambeerde banaantjes in gevanilleerde rhum en slagroom. Mmmmm.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Zondag 21 oktober
Vanmorgen nog voor het ontbijt maar ineens de koffer al gepakt voor vanavond, alleen het snorkelgerief houd
ik nog opzij. Tijdens het ontbijt laat de eigenaar me weten dat ik de bungalow nog gerust tot vanavond mag
houden, gezien er toch geen andere gasten voorzien zijn vandaag, en dit zonder enige meerkost. Dat is wel zo veel gemakkelijker dan de koffer mee te zeulen in de huurauto of achter te laten bij de receptie, vooral als ik me dan later nog wil omkleden of de snorkelspullen opbergen, bovendien kan ik dan nog genieten van het zwembad ook… . Ik neem de geste dus graag aan en bezin me dan over wat ik vandaag ga doen.
Eigenlijk wou ik hier in Huahine een jetski tour rond het eiland doen in combinatie met wat snorkelen, want de bezienswaardigheden van het eiland heb ik gisteren wel gezien. Toen de pensioneigenaar hiervoor gisteren al informeerde was er die dag geen tour voorzien en het minimum deelnemers is 2 jetski’s. Normaal zou de organisator terugbellen als er vandaag gegadigden voor een tour zouden zijn, maar dat is tot op heden niet gebeurd en dus vrees ik dat het niet zal doorgaan. Ik maak dan alvast maar plannen om te gaan snorkelen aan het verlaten en in verval geraakte Sofitel Resort. Maar eerst moet ik de huurwagen nog voltanken, want de benzinestations zijn deze zondag allen vanaf 9u00 gesloten. De pensioneigenaar raad me aan om bij het restaurant aan de kaai van het haventje van Fare een keer mijn oor te luisteren te leggen, dat zijn blijkbaar dezelfde eigenaars als deze die de excursies organiseren. Zo gebeurd het dus, maar ook het restaurant is gesloten en er is niemand aanwezig om iets te vragen.
Ik rijd Fare buiten om dan maar voor het alternatief te gaan als ik plots een bord met publiciteit voor de gewenste tour zie staan. Ik draai de oprit op en ziedaar ik ben bij de organisator aanbeland. Dan is er nog beter nieuws want er is een cruiseschip aangemeerd in één van de baaien en twee deelnemers willen eveneens de jetskitour ondernemen. Wat een opluchting want een hele dag snorkelen had ik nooit volgehouden, hoe prachtig de onderwater fauna en flora hier ook is. Ook mijn roodverbrande kuiten en benen zijn er dankbaar voor. In afwachting van de aankomst van beide andere klanten maak ik me alvast klaar en even later wordt er een Amerikaans mannelijk koppen uit LA afgezet. Geen van beide heeft enige ervaring met jetski’s en dat is al te merken bij het doorlopen van de instructies.
Als één van de onervaren Amerikanen als laatste in de rij aansluit bij het jetskiën, weet ik al dat dit zo niet lang zal duren, als laatste in de rij moet je immers nogal eens gas durven geven om de anderen bij te benen. Binnen de kortste keren zit hij hopeloos achterop, terwijl we op hem wachten maak ik gebruik van het feit dat geen van de Amerikanen een gebenedijd woord Frans spreken om met de gids af te spreken dat ik als laatste in de rij zal aansluiten. Die heeft al wel gemerkt dat ik met deze dingen al wat meer ervaring heb en is direct akkoord. Zo gaat het al heel wat vlotter, we maken een achtvormige dubbele lus rond de twee eilanden met af en toe een rustpauze met wat uitleg over een bezienswaardigheid, een stop op een motu voor een Maitai cocktail en een snorkelmoment in een koraaltuin ergens midden in de lagune. Het feit dat ik nu als laatste rondvaar geeft me wat meer ruimte om te spelevaren, om dan volle snelheid achter de anderen aan te gaan. Zo kan ik ook af en toe een keertje een foto maken of filmen, twee keer heb ik wat oponthoud omdat mijn pet het ruime sop kiest, maar die heb ik al snel weer opgevist. De tijd vliegt snel als je plezier hebt, en voor we het weten is onze 2,5u om en meren we weer aan op de thuisbasis.
Het is dan middag en ik ga op zoek naar een Roulotte (rijdende snackbar) voor een Casse Croute (broodje met salade, vlees, vis of kip al dan niet met fritjes). Als die op is ga ik op weg rond Lake Fauna Nui richting Sofitel Resort, onderweg pik ik nog een heerlijk ijsje mee. Snorkelen ga ik niet meer doen vandaag, maar ik ben wel een beetje nieuwsgierig naar het vervallen toeristische resort. Het lijkt wel in allerijl verlaten en dan geplunderd te zijn. Niemand heeft me bij navraag eigenlijk ooit verteld wat er juist gebeurd is, maar wat zoeken op het internet levert op, dat het een 5-tal jaar geleden zwaar beschadigd zou zijn door een tyfoon en blijkbaar economisch niet rendabel genoeg was om te herstellen. Ik keer terug naar Motel Vanille en berg de snorkelspullen op, breng de huurwagen weg en geniet nog een uurtje van het zwembad alvorens het tijd is om naar het vliegveld te vertrekken. Hier ontmoet ik een Amerikaans echtpaar dat ik sinds de tussenstop in LA al een paar keer tegengekomen ben, we spreken elkaar al een tijdje met de voornamen aan (elkaars achternaam kennen we zelfs niet). Ook zij gaan naar Bora Bora maar daar scheiden onze wegen zich definitief, zij blijven hier langer dan ik op het eiland en ik trek naar een andere eilandenarchipel. Maar eerst dus nog Bora Bora, het eiland voor jonggehuwde koppeltjes op huwelijksreis, al langer gehuwde koppels voor de viering van een jubileum, of verliefde koppeltjes. Ik val dus danig op als enige alleen op weg, zo veel dus dat ik binnen het eerste half uur na de landing op Bora Bora minstens 2x te horen krijg waarom ik hier alleen ben… . In tegenstelling tot de andere eilanden, geen persoonlijke pension of hoteleigenaar die je komt afhalen, in de prijs van het vliegticket zit namelijk een transfer met een catamaran naar het haventje van Vaitape inbegrepen net als de bustrip naar het gewenste logement.
Ik wordt afgezet aan een steile helling en wordt dan opgehaald in een aftandse Land Rover Defender voor de laatste 500m bergop. Op die 500m kom ik alvast te weten dat mijn Israëlische gastheer geen maaltijden verzorgd (ook geen ontbijt) en ik dus nog even met hem naar de winkel rijd. Normaal zou nu dan nog een korte beschrijving van de Rohotu Lodge volgen, doch dat zou dit pareltje echt wel te kort doen. Mijn bungalow is niet zomaar een ”bungalow” zoals ik ze de laatste weken leerde kennen, neen, dit is iets heel speciaals. Ik wordt door een dichtbegroeide maar piekfijn in orde gehouden jungletuin geleid, waarin ook enkel kunstige licht erotische beelden staan, voorbij tiki’s en een relaxruimte met strooien dak, zonder wanden en voorzien van hangmatten en ligzetels. Op het eerste zicht lijkt de hut met strooien dak niet vreemder dan de vorige hutten, tot de deur opengaat. Ik kom binnen in het keukentje, annex badkamer, binnentuin en toiletruimte, dat slechts gedeeltelijk overdekt is (de tuin niet) met beelden en schilderijen in dezelfde stijl als eerder in de tuin. De douche blijkt een levensgroot standbeeld van een mooie Polynesische op een rots met haar armen gestrekt en samengevouwen handen, waaruit het water stroom in plaats uit een douchekop! Ook de kraan van het wasbassin is een beeldhouwwerkje van een copulerend paar. Drie treden brengen me naar een slaapkamer met een bed met 4 posten en een hemelbed, nog meer kunst en een niet te evenaren uitzicht op de lagune onderaan de helling. Een half uur heb ik door beide kamers gedwaald, steeds weer andere dingen ontdekkend, mezelf knijpend om te zien of dit wel echt is.
Tot slot wordt ik om 7u afgehaald voor een rit naar restaurant Le Bounty voor een copieuze diner in de vorm van een Margarita cocktail, een Osea (zeevruchten)salade, kip met curry en rijst, een coup caramel Liegeois en een fles spuitwater voor een prijsje van +/- 65€ (voor één persoon!). Ik weet nog steeds niet of het wat wankel op de benen staan bij het verlaten van het restaurant te wijten is aan het prijskaartje of de straffe Margarita… .

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Maandag 22 oktober
Bij de opmaak van mijn route heb ik voor de meeste eilanden 2 dagen voorzien, doch met de aankomst en vertrekuren hier in Bora Bora komt dat eigenlijk maar op één dag uit en dus moet ik kiezen tussen het verkennen van de lagune en de motu’s rond het eiland of het binnenste eiland, zonder de motu’s. Eigenlijk is die keuze snel gemaakt, gezien alles op dit eiland draait rond de lagune en zijn ring van eilandjes er rond. Op een 5-tal bezienswaardigheden na, waarvan 2 waarvoor er een (begeleide) wandeling nodig is, speelt het leven hier zich vooral af op, in of aan de rand van het water. Mijn gastheer reserveert een lagoontour voor mij en om 8u20 wordt ik afgehaald. Op de bus ontmoet ik een Australisch koppel, dat eerst denkt een landgenoot tegen het lijf gelopen te zijn omdat ik toevallij een Australische pet op heb. Aan de verschillende pensions en hotel worden er nog enkele koppels opgepikt, waaronder Fransen, Duitsers en Italianen en worden we naar de vertrekbasis gebracht.
Het bootje zit goed vol en ik krijg, om één of andere duistere reden, als enige een armbandje met schelp om. Ik merk al snel dat dit echt wel een toeristisch massaproduct is. Vanaf het vertrek zal en moet iedereen betrokken worden bij het gebeuren tot op het pijnlijke toe en soms wat te gedwongen. Gelukkig betert dat wat als enkele van de bemanningsleden een ukelele, een djembé en hun beste stemgeluid bovenhalen voor een medley van Polynesische en meer bekende liedjes, al dan niet met aangepaste tekst. Af en toe wordt er een lokale bezienswaardigheid aangewezen, waaronder de talloze resorts met hutjes op palen boven het water waarvoor het eiland wereldberoemd is.
Onze eerste stop brengt ons op een plaats Waar we gaan snorkelen met roggen en zwarttip haaien, dat gebeurt door ze te voederen met visafval, waarna de dieren in massa komen aangezwommen. Naast de roggen en haaien komen er natuurlijk ook nog een massa andere kleine vissen op af die in een kluwen door elkaar schieten. Soms zie ik de haaien haast niet door de hoeveelheid vissen op enkele centimeters voor mijn duikbril. Even wordt ik verrast door een stingray die zich aan mijn arm vastzuigt (de dieren hebben geen tanden en zuigen hun voedsel als het ware als een stofzuiger op). Pijnlijk is dat niet echt, even schrikken dat wel, maar wie kan zeggen dat ze een zuigzoen van een stingray gekregen hebben? Het is echter hun stinger onder de staart waarvoor je moet oppassen, zoals ik al eerder zei, bij deze wilde exemplaren is die namelijk nog wel aanwezig. Een tweede schok krijg ik wanneer plots één van de haaien neus aan neus met mijn duikbril even een kijkje komt nemen. Ze zeggen dan wel dat ze in principe ongevaarlijk zijn,maar er wordt toch maar op gedrukt dat ze in geen geval mogen aangeraakt worden, in tegenstelling tot de roggen die voorzichtig mogen geaaid worden.
Na de voedersessie gaat het naar een ander deel van de lagune waar het iets dieper is (een meter of 4) en er koraalrotsen te vinden zijn, evenals een arsenaal aan tropisch aquariumvissen. Een murene van wel 2m lang rekt zich uit naar het lokaas dat onze gids hem voorhoud. Een indrukwekkend lelijk beest met een groenige kleur. Enkel minder begaafde zwemmers blijven op de boot, zodat we deze keer wat meer ruimte hebben om te verkennen.
We varen dan verder de lagune en het eiland rond en zien onder andere het cruiseschip waarvan het Australische koppel afkomstig is. De grote cruiseboot is er eentje van de Holland-America Line met de naam “Amsterdam” Ook zien we op een berghelling één van de Amerikaanse kannonen daterend van WO II. Ook nu blijven er nog steeds weer resorts opduiken, je vraagt je af hoe die allemaal kunnen blijven draaien? Misschien daarom dat op de minder gehypte eilanden dergelijke megaresorts sluiten. We varen nu richting motu waarop het Lagoonarium gevestigd is. Dat is een deel van de lagune dat afgesloten is met stalen netten en waarin enkele speciale vissoorten worden gehouden. Hier krijg ik eindelijk een uitleg waarvoor het armbandje dient, mijn tour heeft het lagoonarium niet inbegrepen, wel de lunch op de motu en ik mag er naar hartenlust snorkelen en zonnebaden. Dus of ik nog 2000 xpf wil opleggen om deel te nemen aan het Lagoonarium gebeuren. Duidelijk platte commercie dus, maar wat doe je eraan? Ik laat hen weten dat het wel zo netjes was geweest om dat bij de start van de tour te vermelden, maar sluit me natuurlijk wel aan bij de rest van de groep.
In het eerste van de afgerasterde “kooien” bevinden er zich enkele vleesetende schildpadden. Sinds er een toerist werd gebeten door de beestjes met een papegaaiachtige, scherpe bek mag je er niet meer bij in het water. In dezelfde kooi ligt er ook nog een grote zwarte haai op de bodem, die slechts met moeite tot enige actie te bewegen is en zelfs dan al weer snel in zijn hoekje gaat liggen. Het tweede bassin bevat enkele singray’s, waarvan d esting verwijderd is zodat er mee kan “gespeeld” worden. Niemand van de groep voelt zich daar echter toe geroepen, omdat het meer lijkt op dieren pesten. We houden het dan ook op strelen, wat ze nog graag lijken te hebben ook want ze komen steeds terug (zonder gevoederd te worden). Het derde bassin bevat enkele soorten kleurrijke tropische vissen en een klein haaitje. Maar het is het laatste en grootste bassin, dat achter alle andere doorloopt dat de grootste verassing inhoud. Naast enkele grotere roggen zitten er ook de zwartpunt haaien in en ook de grotere Melon sharks, die toch naar de 2m gaan en … meloenachtig van kleur zijn, geelgroenig dus. Het zijn indrukwekkende beesten, zeker als je jezelf langs alle kanten omringd weet bij het zwemmen. Net als bij hun kleinere soort wordt er ook wel op gedrukt van hen niet te trachten aan te raken. Niet dat er veel kans is dat je dat lukt want de dieren zijn erg fluks.
Hierna volgt er nog een lunch met typisch Polynesische ingrediënten en fruit als dessert en de rest van de namiddag kan je zwemmen, op de motu rondwandelen, die ik dus in 10 minuten volledig rond ben, zonnebaden en in de bassins zwemmen, wat ik dus vooral doe. Rond 15u volgt er dan nog een demonstratie pareo vouwen door een donkere getatoeëerde Polynesiër met de niet zo traditionele naam Robert of kortweg Bob. Dacht ik eerst dat dit nog een commercieel verkoopspraatje zou zijn, gelukkig blijkt het een grappig intermezzo waarbij er inderdaad heel wat manieren ten toon gespreid worden om die lap stof rond een lichaam te draperen. Nadat alle vrouwen in de groep een pareo aangemeten krijgen, slaagt hij erin om uit 2 pareo’s een hemd en broek te fabriceren in enkele seconden, zonder knippen of naaien.
Vervolgens is het tijd om terug te keren naar het hoofdeiland, opnieuw vergezeld van de nodige muziek, we krijgen de mogelijkheid om een dure DVD van de dag aan te kopen (10.000 xpf!) die redelijk veel aftrek vind ondanks zijn prijs. Eén koppel wordt aan het resort Le Meridien afgezet, wij komen weer op de originele basis aan en worden van daaruit met de bus teruggebracht. Een mooie dag afgezien van de plat commerciële houding soms.
Vanavond kies ik voor een ander restaurant want La Bounty is op maandag gesloten, maar ook Bloody Mary’s, vooral wegens zijn aankleding van het restaurant een bezoek waard is al volgeboekt. Het wordt dan Maikai in de jachthaven. Ook nu weer een gratis transfer en ik begin de maaltijd met een Mojito. Op mijn vraag de steak goed door te bakken, knikt de kelner en zegt “a la Papillon”. Een bereidingswijze die me niet gekend was, maar eigenlijk wil zeggen dat de dikke steak in 2 dunnere gelijke stukken wordt gesneden en als een vlinder met 2 vleugels wordt geserveerd, met aardappelpuree en pepersaus erbij in mijn geval. De steak is goed gebakken en ik geniet ervan, bij het einde van de maaltijd valt het licht uit wanneer ik juist het dessert wil bestellen. Niet zomaar in het restaurant, maar over het hele eiland. Blijkbaar is de oorzaak,ernstig want we zitten met zijn allen 1u30 in het donker, voor ik het opgeef en terugkeer naar het pension. Pas om 11u30 gaat het licht weer aan… .

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
christiaan
Berichten: 306
Lid geworden op: di 05 aug, 2003 12:08
lrocb_lidnr: 7
Woonplaats: Hulshout

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door christiaan »

Wolf schreef:kan je dat niet wa samenvatten: 't is zoooo veel om te lezen hé. :D
+1
Liever (meer) foto's, minder tekst.
Raaên = disappearing from the grid = remize à zero
Gebruikersavatar
Waldorf
LROCB-Member
Berichten: 631
Lid geworden op: do 15 jul, 2004 15:59
lrocb_lidnr: 501
Woonplaats: Aalter

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Waldorf »

christiaan schreef:
Wolf schreef:kan je dat niet wa samenvatten: 't is zoooo veel om te lezen hé. :D
+1
Liever (meer) foto's, minder tekst.
Zageventen! Blijven schrijven, Yohani!
Remember that the life of this world is but a sport and a passtime.

1991 Ex-MOD Defender 110 FFR - 2008 Defender 130 - 2021 Defender 110 D250
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

Waldorf schreef: Zageventen! Blijven schrijven, Yohani!
Een foto zegt toch meer dan 1000 woorden en zo kan Yohani nog meer tijd gebruiken om te genieten. :D :D
avatar = Hammerite-user.
defje
Berichten: 182
Lid geworden op: vr 07 jan, 2005 20:28
lrocb_lidnr: 0
Woonplaats: meerle

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door defje »

Wolf schreef:
Waldorf schreef: Zageventen! Blijven schrijven, Yohani!
Een foto zegt toch meer dan 1000 woorden en zo kan Yohani nog meer tijd gebruiken om te genieten. :D :D
+1
Gebruikersavatar
Fredd
Vaste Waarde
Berichten: 198
Lid geworden op: ma 28 jul, 2003 01:40
lrocb_lidnr: 0
Woonplaats: Alabama, USA

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Fredd »

Wolf schreef:
Waldorf schreef: Zageventen! Blijven schrijven, Yohani!
Een foto zegt toch meer dan 1000 woorden en zo kan Yohani nog meer tijd gebruiken om te genieten. :D :D
Maar die 1000 woorden brengt je meer in de sfeer van wat er gebeurd.
Dus houd de 1000 woorden maar ben akkoord mer Willy voor meer fotos ... :thumbup:
Don't take life too seriously, nobody gets out alive.
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Foto's opladen betekent die eerst van mijn camera op de laptop zetten, upladen naar een site en dan de url hier plaatsen, en een behoorlijk internetconnectie hebben, dat neemt heel wat tijd in beslag, maar zal proberen er één van de dagen is werk van te maken. Zal echter niet in de tekst kunnen geplaatst worden want men kan bestaande berichten op dit forum maar even aanpassen... .

Voor nu zullen jullie het nog moeten doen met nog wat tekst.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Dinsdag 23 oktober

Vanmorgen is het weer tijd voor een verhuis, nu verlaat ik niet alleen Bora Bora maar ook de île de Societé en trek ik naar de Tuamotu archipel, meer bepaald naar Rangiroa. In tegenstelling tot op de andere eilanden moet ik daarvoor niet 1 uur maar 2 uur op voorhand richting luchthaven vertrekken gezien ik eerst nog de navet dien te nemen. Veel maakt het uiteindelijk niet uit, gezien die maar pas om 10u05 blijkt te vertrekken, integendeel zelfs, ik ben later dan gewoonlijk op het vliegveld. Komt nog bij dat het grijze weer dat zich sinds vanmorgen manifesteert, regen met zich meebrengt. We vluchten met zijn allen die een plaatsje hadden gezocht op het bovendek naar binnen. Ook bij het ontschepen regent het nog steeds en dus gaat het op een drafje over de pier naar het luchthavengebouw, de bagage volgt even later op enkele karretjes.

Mijn vlucht staat als op tijd aangekondigd, dat betekent dat die binnen de 30 minuten opstijgt en er staat een ellenlang rij aan te schuiven, de eerste keer sinds ik de binnenlandse vluchten neem. Met nog 3 minuten te gaan voor de boarding begint volgens mijn boardingpas wandel ik de hoek om, en zie nog juist hoe het vliegtuig maar pas land. Dat duurt dus nog wel even voor we weg zijn, eerst de mensen en bagage uitladen, vervolgens bijtanken en bagage laden en dan mogen wij met een 30 minuten vertraging richting vliegtuig wandelen. We krijgen allen een wit-rode paraplu te leen om naar het vliegtuig te stappen. Het wordt een ongewoon lange vlucht van wel een uur!

Maar helaas blijkt dat niet genoeg om het slechte weer te ontvluchten, ook in Rangiroa is het zwaar bewolkt en regent het. Hopelijk verandert dit snel want deze atollen zijn zonder uitzondering eilandjes waar alles op het water te doen valt. Op Rangiroa is het langste stuk weg bijvoorbeeld 12km, het zijn in principe de restanten van het koraalrif rond een vulkanisch eiland, zoals alle bezochte Sociëteitseilanden er zijn, maar in een vergevorderd stadium, waarbij het kerneiland reeds opnieuw onder het wateroppervlakte is verdwenen, een lot dat al deze eilanden wacht, met of zonder opwarming van de aarde, alleen doen ze daar normaal enkele tienduizenden jaren over. Wat ze hier vooral van de klimaatswijziging merken, is dat het droge (hun winter, minder heet en droog) en het natte seizoen (hun zomer, heet en vochtig) niet meer zo voorspelbaar zijn als vroeger. Er durft nu al eens meer regen vallen in het droge seizoen en omgekeerd, droge periodes voorvallen in het natte seizoen. De atollen lopen natuurlijk veel meer gevaar bij een zeeniveaustijging gezien ze sowieso al maar enkele meters boven de zeespiegel uitkomen. Weinig gevaar ook om hier op een wandeling verloren te lopen, alleen opletten dat je op het einde van de motu er niet afvalt… . Velen denken aan een Atol als een gesloten kring, doch dat is in de meeste gevallen niet waar, of toch alleszins niet boven het wateroppervlak. Eigenlijk is het meestal een series van eilandjes rond een lagune, die best groot kan zijn, Rangiroa is één van de grootste, het hele eiland Tahiti past in de lagune.

Ik wordt afgehaald door Rua van het pension Glorine, via e-mail heb ik immers 2 dagen geleden vernomen dat er een probleem was met mijn gereserveerde bungalow in het Pension Tuanake, wegens uitgelopen herstellingswerken, was die niet beschikbaar. Ze hebben dan voorgesteld van de reservering over te zetten naar Pension Glorine, en na mijn akkoord (even gecheckt op internet) is dat ook gebeurd. De bungalow met 2 tweepersoonsbedden is netjes, met uitzicht op de lagune, maar niet zo spectaculair als die van de Rohotu lodge. Daar staat tegenover dat er wel voor ontbijt en diner wordt gezorgd, het laatste in samenwerking met de snackbar op hetzelfde terrein. Het is in die snackbar dat ik ook mijn middagmaal neem. Met het slechte weer valt er niet veel meer te doen vandaag. Ik profiteer van een drogere periode om de taxiboot naar de naburige motu te nemen om in Tiputa geld af te halen en wandel nog even naar een winkeltje in de buurt voor enkele aankopen. Het is hier zeer rustig, alleen als een taxiboot met schoolkinderen aanlegt aan de kade van het haventje enkele meters verderop, komt er wat meer leven in de brouwerij, voor even. Ondanks de regen blijft het warm en dus eet ik onder een partytent scampi’s in currysaus met groen bonen en ijs als dessert.

Woensdag 24 oktober

Vanmorgen is het gelukkig beter weer en Rua komt me vertellen dat de dagtour naar de Lagon Blue die ze gisteren op mijn vraag reserveerde, doorgaat en ik om 8u00 afgehaald wordt. Ik heb dus nog een uur om te ontbijten, mijn snorkelgerei heb ik zojuist al klaargezet. Op het afgesproken uur komt er een Pick-up aangereden om mij op te halen, we stoppen nog bij enkele andere logementen en rijden zo verder naar Vaimate waar we afgezet worden aan een kade. Men is nog een 10-tal minuutjes bezig met het prepareren van de boot, maar dan vertrekken we. We krijgen een overzicht van het dagprogramma uitgelegd en varen de lagune over. Deze is zo groot dat, ondanks we toch goed vooruitgaan, een uur nodig zullen hebben om ze over te steken. Om ons heen zien we een deel van de motu’s die Rangiroa uitmaken. Op Bounty eiland staat er een zeilboot op land uitgestald als monument. Het is vandaag nogal winderig en dus heeft men al gewaarschuwd voor een ruwe tocht, ik had ter voorbereiding toch al maar een touristil genomen, maar door me te concentreren op de horizon blijft de zeeziekte gelukkig uit. Naarmate we verder varen worden de motu achter ons kleiner en kleiner, tot ze niet meer zichtbaar zijn, terwijl er aan de horizon eerst een donkere schaduw te zien is, die naargelang we naderen, opsplitst in verschillende eilandjes. Na een uur liggen dan uiteindelijk de gedroomde Zuidzee eilanden voor ons; met palmbomen begroeide, zanderige eilandjes in een azuurblauwe zee die naarmate ze dieper wordt donkerder blauw wordt. Het perfecte idyllische plaatje.

De boot vaart stapvoets een klein kanaaltje door in de ondiepe lagune tot aan een ankerplaats die ondiep genoeg is om wadend aan land te gaan. We wandelen naar enkele houten afdaken met tafels onder, waar we onze bagage droppen, en onze gidsen alvast beginnen aan de voorbereidingen van de BBQ voor deze middag, na ons gebrieft te hebben hoe we over het rif naar het Île des oiseaux kunnen wandelen. Op het rif varieert de diepte van het water van enkeldiep tot kniediep.

Het eilandje dat op het eerste zicht zo dicht bij leek, blijkt nog een ferme wandeling te zijn, zeker met het afremmende water. Zagen we op “ons” eiland al een Fregatvogel, op het vogeleiland komen daar nog witte en zwarte Stern bij en een vogelsoort met lange kromme bek die volgens mij “Kievit” roept en door mij dan ook zo benoemd wordt. Ieder van onze groep wandelt op eigen tempo het eiland rond, nu eens over het strand, dan weer wadend door het enkeldiepe warme water. Het binnengedeelte van het eiland is zo goed als ondoordringbaar door de weelderige plantengroei. Op het strand ook vele ontkiemende kokosnoten met jonge palmscheuten, klaar om een nieuwe generatie palmbomen klaar te stomen. Van de oudere bomen aan de waterkant ontbreken soms de bladeren helemaal zodat er alleen nog een tegen de lucht afstekende kromme stam overblijft. In de andere bomen veel nesten van de verschillende vogelsoorten, de witte stern lijkt echter geen nest te maken, ik dacht me van één of ander National Geografic of Discovery Channel programma inderdaad te herinneren, dat deze soort zijn ei gewoon op een tak legt, zonder de bescherming van een nest. Het eiland heeft in elk geval zijn naam niet gestolen, want er huizen hier heel wat vogels die elkaar soms krijsend achterna zitten of de vreemde bezoekers een keer komen inspecteren. Ook de lagune en de panorama’s op de omliggende motu’s zijn de moeite waard.

Om half 12 keren we over hetzelfde rif naar het eiland waar de geur van gebakken kip en vis ons al tegemoet komt. Daarnaast is er ook nog versgebakken kokosbrood dat nog warm is, rijst met groentjes en rauwe vis met groentjes. Als toetje is er dan nog vers fruit en gevanilleerde koffie voor de liefhebbers. De restjes worden aan de baby zwar-tip haaitjes die voor ons strandje zwemmen geofferd, ze zijn zo’n 30 tot 50cm groot, maar vallen op de restjes aan als een grote. Dat is ook wel nodig, want als ze er niet snel bij zijn, zijn de kleine witte visjes ermee weg, of de sternen die uit de lucht komen gedoken.

Na de lunch is er wat tijd om te snorkelen, maar in het ondiepe water is er verbazend weinig spectaculairs te zien, zowel op niveau van heet koraal als de vissen. Bovendien zorgt de zanderige bodem ervoor dat het water ook niet zo helder is als gewoonlijk. Eens weer aan land brengt ons gidsenduo enkele liedjes ten berde, waarbij ze zichzelf begeleiden op gitaar en emmerbas. Dat laatste vraagt wel een nadere verklaring, de emmerbas is een grote plastiek emmer waardoor een koord door de bodem is bevestigd die aan de andere zijde aan een houten stok is geknoopt die op zijn beurt met strak gespannen koord op de plastiek emmer gehouden, de emmer staat langs één kant op een steen zodat het geluid eruit kan als men aan de koord plukt, alsof men een contrabas bespeelt, met ongeveer hetzelfde effect. Weer een typisch geval van lokale vindingrijkheid!

Na dit leuke intermezzo, krijgen we nog wat meer inzicht in het ambachtelijk kunnen van deze mensen en deze keer kunnen we zelf ook een keer onze (on)handigheid tonen. Er worden enkele groene bladeren van een varenpalmboom gehakt die vervolgens in de lengte in 2 wordt gesplitst en dan in partjes met 3 bladeren worden gehakt. We krijgen per 2 personen steeds 2 van die partjes die we dan moeten beginnen weven (boven, onder, boven, onder,…) en dan met de partner samenvoegen en aan mekaar weven tot één geheel op dezelfde wijze. Tot onze eigen verbazing slagen we er wonderwel in, van allemaal een mooi schaaltje te construeren. Onze gids laat dan een keer zien hoe snel en mooi het wel kan door een draagtas met bloemornament in elkaar te flansen op een tijd dat wij drie blaadjes door elkaar geweefd hebben. Schitterend!

Hiermee zit onze tijd er hier op en keren we terug naar de boot, ver varen we echter niet, want eens het ondiepe kanaaltje uit stoppen we al weer, waar we eerder al enkele volwassen zwarttip haaien zagen, nu mogen we met pa en ma gaan zwemmen. De dieren weten dat ze gaan gevoederd worden en al gauw zwemmen er een tiental rond de boten (er lag hier reeds een gelijkaardige boot met toeristen). We genieten van het snorkelen met de sierlijke haaien die rondjes rond ons zwemmen, na een hele poos moeten we dan uit het water en is het voedertijd. Het wordt al snel duidelijk waarom dit pas gedaan wordt nadat iedereen weer aan boord is, want zo gauw de stukken vis in het water belanden barst er een wilde strijd los waarbij de haaien allen op het lokaas aanvallen. Daar moet je dus niet tussen zitten, zo rustig als ze daarnet voorbij gleden, zo agressief komen ze nu uit de hoek. Het levert prachtige beelden op. Een Lemon Haai komt ook nog even poolshoogte nemen en is met zijn 3m bijna dubbel zo groot als de zwarttip haaien en ettelijke keren zwaarder.

Nu is het echt tijd om terug te keren, ondertussen is ook de hemel weer dicht getrokken en het beloofd en nog ruwere terugtocht te worden dan op de heenreis. Dat blijkt ook, waarbij vooral de harde klappen die de boot krijgt bij het neerkomen op de golven, doorzinderen tot in de ruggengraat. Maar aan alle lijden komt een eind en dat geld ook voor deze ervaring, als we in het zicht van onze bestemming komen. We gaan eerst nog even in de pas tussen de oceaan en de lagune op zoek naar dolfijnen, en vinden die uiteindelijk wanneer we het al hadden opgegeven. In spelen met toeristenbootjes hebben ze vandaag echter geen zin en dus varen we maar richting kade. Nog even afrekenen en dan worden we terug naar onze overnachtingplaatsen gebracht.

Ik leen nog even een voorhistorische fiets om naar een plaatsje te rijden waar de Tipunapas in verbinding staat met de oceaan om te zien of de dolfijnen hier soms zin hebben in wat tuimelwerk in de golven, maar ze laten het afweten. De wisselwerking tussen de stroming in de lagune en de oceaan is wel indrukwekkend. Het lijkt wel of de lagune in de oceaan leegloopt of omgekeerd. Volgens een ongecontroleerde bron, zou dit één van de snelste stromingen ter wereld zijn, zo niet de snelste… . Lily van de snackbar heeft vandaag Mahimahi (vis-) brochettes voor mij met rijst en salade en een heerlijke pepersaus en het onmisbare kokos en chocolade-ijs om af te ronden natuurlijk. Ik ben momenteel haar enige klant en dus praten we wat en hoor ik een deel van haar levensverhaal. Ze is afkomstig uit Madagascar en zonder enige familie, als alleenstaande moeder (haar man is overleden) runt ze de snackbar in haar eentje, klaagt niet en heeft altijd een vriendelijk woordje en glimlach voor iedereen over en is duidelijk graag gezien bij de lokale bevolking, dat merk ik nog eens als er even later nog enkele klanten en een vriendin langskomen.

Donderdag 25 oktober

Ook vanmorgen is het weer goed, al is de bewolking nog steeds aanwezig, maar aan het ontbijt laat Rua me weten dat men mij rond 8u30 op de kade tegenover het pension verwacht voor de tocht naar het Île au Récifs. Behalve de wolken is er ook behoorlijk wat wind, die maakt wel de kans groter dat de wolken verdwijnen, maar zorgt er ook voor dat de overtocht van de lagune niet zo comfortabel verloopt. We krijgen bij het vertrek gele vissers regenjassen uitgedeeld en alle bagage wordt verplicht in een gesloten compartiment weg gestouwd, ook de camera’s. Al gauw blijken dat geen onnodige voorzorgsmaatregelen, het bootje is een maatje kleiner die van gisteren en we krijgen heel wat waterspray te verwerken, zoveel dat ik niets meer zie door het zoute water in de ogen. Bij de vorige boottocht kon ik mij focussen op de horizon, doch nu lukt dat niet en het ellendige rollen en stampen blijft maar voortduren, het is dan ook hoog tijd als we eindelijk de overkant van de lagune bereiken na een uur. Nog even en de vissen hadden mijn half verteerd ontbijt van vanmorgen als visvoer gekregen.

We beginnen met een ondiep kanaal met enkele “patatten” erin, dat zijn niet onze aardappelen, maar de naam die men hier geeft aan de rotsachtige koraalformaties die alleenstaand in het water voorkomen. Hier zijn er heel wat meer koraal en tropische vissoorten te bewonderen dan gisteren en ik amuseer me kostelijk. Op een gegeven moment ontdek ik een octopus tussen het koraal, het dier is oranje-bruin van kleur en trekt zich schichtig terug in zijn hol als je dichter bijkomt. Ik wenk enkele van de mede-snorkelaars erbij om ze ook te laten genieten van mijn ontdekking. Ondertussen is één van onze gidsen verder gevaren om het middagmaal voor te bereiden, onze andere gids houdt zich bezig met het vlechten uit palmbladeren van knappe hoeden voor de dames in het gezelschap. Het zijn echte kunstwerkjes!

Als we uitgesnorkeld zijn wandelen we verder langs het kanaal naar de fameuze récifs waarnaar het eiland genoemd is. Deze riffen zijn oude koraalriffen die door een aardbeving (de platen van de aardkorst die onder elkaar geschoven zijn) droog komen te liggen zijn en daardoor ook afgestorven. Wat overblijft is een vlijmscherpe chaos doorspikkeld met bassins en kanaaltjes langs waar de oceaan doordringt. In deze natuurlijke bassins zitten ook hele kleine kleurige visjes. Met de videocamera in de hand waad ik rond door de chaos, de bodem is erg onregelmatig en onverwacht maak ik een schuiver waarbij ik de keuze heb de camera redden of het vege lijf krasvrij houden, het wordt dus het eerste, enkele krassen boven de heup getuigen daar even later van. Ik merk in één van de bassins nog een dier op waarvan ik vermoed dat het een slang is, maar navraag bij de gids levert niet echt een antwoord op, ook bij vorige vragen van de anderen van de groep over planten en dieren of het ontstaan van het rif antwoorden ze gewoonlijk met een kwinkslag, ik vermoed dan ook dat ze er zelf niet teveel van af weten. We dwalen langer dan voorzien rond tussen de riffen waar water en wind soms erg knappe sculpturen hebben uit geboetseerd.

Zolang dat de gids-kok via zijn gsm informeert waar we uithangen. En dus gaat het wandelend over motu’s en waden door de heupdiepe lagune richting kampmotu waar de BBQ al de gebruikelijke kip en mahimahi heeft voortgebracht. Ook het warme kokosbrood en de rauwe vis met groenten en rijst zijn opnieuw van de partij en het smaakt allemaal even lekker. Na het eten kunnen we dan vrij kiezen wat we doen, de meeste blijven echter om nog een ambachtelijke palmvlechtsessie mee te maken. Nadien ga ik toch nog even snorkelen en vind op waadafstand van ons strand de mooiste koralen van deze reis, ik wenk één van de andere deelnemers die ook nog voor wat snorkelen koos. Als ik de gids even later hierover vertel bevestigd die dat hij weet dat het koraal daar is, ik kan er dus niet bij dat ze dit niet gezegd hebben… .

Ondertussen is het tijd geworden om terug te vertrekken en nog wat langer rondhangen aan het pas ontdekte koraalrif zit er dus spijtig genoeg niet in. De weersomstandigheden zijn ondertussen wel wat gebeterd voor een boottrip, we krijgen heel wat minder water over ons, en ik kom zonder misselijk te worden aan de overkant, een andere deelneemster is nu echter het slachtoffer van de rol en stampbewegingen. We keren nog niet onmiddellijk naar de aanlegkade maar stoppen eerst nog bij een motu, die warempel zichtbaar is van uit mijn Pension Glorine , niet voor het eilandje zelf maar voor het water er rond dat hier lokaal gekend is als het “aquarium”. Geen kunstmatig aangelegd bassin, neen gewoon een plaats waar er zich heel veel vissen verzamelen, zoals eerder vandaag heb ik er het raden naar waarom, ik doe de moeite niet eens er naar te vragen deze keer. Terwijl we snorkelen wordt één van de deelnemers opgepikt door een boot met duikers om een gemiste duikkans alsnog te kunnen vervullen, dank zij het organisatietalent van onze gidsen. Het is zijn enige kans om in de Tipuna Pass te duiken, bij duikers wereldvermaard, gezien het koppel overmorgen vertrekt en er minimum 24u moet zijn tussen een duik en een vliegtuigreis, hoe kort deze laatste ook mag zijn. Gezien de duikclub aansprakelijk kan worden gesteld, houden ze zich ook punctueel aan die termijn. Voor mij volstaat het snorkelen hier ruimschoots, nog nooit zag ik zoveel vissen bij elkaar, als er wat overschotjes van de BBQ in het water worden gegooid, storten ze er zich met zijn allen op, zodanig dat er vissen uit het water springen of geduwd worden. Ik snorkel gemakkelijk een kwartier langer dan de rest en als het van mij alleen afhing had ik daar nog gezeten waarschijnlijk, maar we moeten verder. We varen de eerder genoemde Tipuna pass in waar het er weer hard aan toe gaat door de stromingen uit de lagune en de oceaan die tegen elkaar optornen. Gisterenavond keek ik van op de kant uit naar dolfijnen, vandaag van in de boot. Het meisje dat het tijdens de tocht al moeilijk had krijgt het hier nog eens hard te verduren, bovendien is het haar vriend die gaan duiken is zodat ze het ook zonder zijn morele steun moet doen. Gelukkig duiken er al snel enkele dolfijnen op die de aandacht afleiden van de wel heel stevige deining. Het is wel heel erg moeilijk om de dieren in beeld te krijgen voor een foto want tegen het moment dat je ze ziet opduiken is het al te laat om nog af te drukken. Het is dan ook puur geluk dat ik er toch minstens eentje op beeld kan vastleggen. Na nog wat spelevaren met de springende dolfijnen is het dan tijd om terug te keren. Het is maar 5 minuutjes meer naar de kade, waar na onze groep ook de boot op het droge wordt gehaald. Opmerkelijk er spelen hier kleine kinderen op hun eentje in het water en die zijn nergens bang voor, zelf als de taxiboot komt aangestoven om aan te meren, blijven ze onverstoorbaar doorspelen al komt die recht op hen af. Alle toeristen die dit zien krimpen al in elkaar in afwachting van het slagveld, maar wonder boven wonder blijft iedereen deze keer ongeschonden. Wij keren ons hoofdschuddend van het tafereel af, dit kan nooit goed blijven gaan.

10 minuten later sta ik onder de (koude) douche en hoor plots de regen roffelen op het dak van de bungalow, we zijn juist op tijd terug van de tocht. Gelukkig houdt de regen niet aan en tegen de tijd dat ik ga eten (mahimahi met vanillesaus, rijst en een salade) is het weer droog. Ik praat nog wat met enkele lokale mensen die ook een stukje komen eten en dan zit de dag er voor vandaag weer bijna op.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Vrijdag 26 oktober

Deze namiddag trek ik naar Fakarava, dat is één van de andere atollen van de Tuamotu groep, en dat gebeurt zoals gewoonlijk per vliegtuig. Maar eerst heb ik nog wat tijd om een Pearlfarm te bezoeken, om 8u15 wordt ik opgehaald en naar de parelkwekerij gebracht. De werkwijze ken ik nu al wel, maar het blijft intrigerend hoe de mens de natuur naar zijn hand zet. Hoe men erop komt dat een verontreiniging in een oester uiteindelijk een parel wordt en dat dan gaat reproduceren om een economisch haalbaar product te verkrijgen (al is dan het succespercentage nog vrij beperkt, en wordt die nog kleiner met elke grotere parel die men tracht te cultiveren). Ik krijg hier ook een antwoord op mijn vraag of er nog natuurlijke parels gezocht en gevonden worden, en dat antwoord is neen. De wilde oesters zijn een beschermde soort en mogen niet geoogst worden, de kwekers dienen de larven van de oesters te onderscheppen met een soort dikke koord en slechts deze mogen gebruikt worden voor de oesterkweek.
De larven moeten zich dan ontwikkelen tot oesters en slechts na enkele jaren zijn ze groot genoeg om er een nukleus en een graft in te brengen die de basis van de parel vormen. De nukleus is zoals reeds gezegd een ronde parel gesneden uit de schelp van een Amerikaanse schelp en wit van kleur. De graft is een deel van een oester dat gerecupereerd wordt en de DNA van de parel in zich heeft die het parelmoer aanmaakt. Beide samen worden in een specifiek onderdeel van de oester ingebracht waarbij die maar 1cm geopend mag worden, bovendien mag de oester maximum 2u uit het water blijven. Er kan tot maximum 3x een parel gecultiveerd worden in het beste geval (indien de gevormde parel die eruit gehaald wordt van goede kwaliteit is), waarbij de nieuw geplaatste nukleus steeds even groot is als de reeds gevormde en verwijderde parel (om stress te vermijden en een grotere parel te krijgen).
Vanaf de tweede nukleus is er trouwens geen graft meer nodig, en maakt de oester zelf het nodige parelmoer aan. Ook de rest van de oester wordt na zijn dienst als moederschoot voor de parel(s) gerecupereerd. Zo wordt het parelmoer in de schelp onder andere gebruikt om knopen en allerhande juwelen en souvenirs te maken en is een klein wit deeltje van het vlees van de oester eetbaar en wordt verkocht aan restaurants (na strenge controle van de overheid). Ook op de parels zelf is er een strenge controle door de overheid, alle gekweekt parels dienen aan de overheid overgemaakt te worden ter controle met een scanner, is de parelmoerlaag te dun (min. 2 tot 3mm) dan wordt de parel onherroepelijk vernietigt.
Bovendien wordt er nog een verschil in kwaliteit en vorm gemaakt, het één is echter onafhankelijk van het andere. Zo zijn er ronde parels (de perfecte bol), bijna ronde (hobbelen als ze rollen, maar niet altijd met het oog zichtbaar als niet rond), barokke (anders gevormde zoals o.a. druppelvorm), geringde (met reliëfringen erop) en andere ( willekeurige vormen) en al deze vormen worden dan weer ingedeeld in kwaliteitsnormen van A tot D, waarbij A de beste kwaliteit is (1 tot 10% onzuiverheden), en D de minst goede kwaliteit (60% en meer onzuiverheden) met daaraan natuurlijk een prijskaartje verbonden. Deze laatste worden nogal eens gebruikt om te graveren zodat het op hun beurt weer “pareltjes” van kunstwerkjes worden, vergeef me de uitdrukking. De kleur speelt trouwens geen enkele rol bij de kwaliteitsbepaling en bijlange niet alle “Zwarte Parels van Tahiti” zijn zwart, er zijn schakeringen van zwart over groen, blauw en zilvergrijs. Een hogere glans kan wel een + teken geven bij de beoordeling. De kwekers mogen hun parels taksvrij verkopen zolang ze niet in juwelen gezet zijn, in dit laatste geval komt er wel BTW bij.
Eens terug aan Pension Glorine heb ik nog de tijd voor een laatste keer snorkelen en ben verrast ook hier toch wat koraal te vinden naast het haventje. Door het heen en weer varen van de boten wordt er hier wel meer zand opgewoeld waardoor het zicht niet zo helder is als ik gewoon ben. Ik merk hier weer enkele vissoorten op die ik niet eerder zag, waaronder grotere zwarte exemplaren met een geel streepje. Het duikmasker blijft problemen hebben met aandampen van de lens waardoor vele foto’s en film voor de vuilbak zijn. Volgens de handleiding zou de oorzaak hiervan de grote luchtvochtigheid kunnen zijn bij het openen van de camera (uithalen van het mini-sd kaartje of batterijen). Enige oplossing zou zijn, open laten staan wanneer de luchtvochtigheid laag is blijkbaar….
Ik eet vanmiddag een laatste keer “Chez Lilly’s” Creoolse kip met rijst deze keer en vertrek na een hartelijk afscheid naar de luchthaven met een bloemenkrans van heerlijke geurende Tiara bloempjes om de hals. Bij het inchecken vraagt de dame of ik duiker ben (die hebben 5kg extra bagage toelating) en hier komt mijn PADI duikbrevet goed van pas, mijn bagage weegt trouwens nog steeds 24kg zoals voordien (4kg over de toegelaten limiet), maar daar werd tot nu geen opmerking over gemaakt. Na een 30-tal minuten land ik op Fakarava en wordt opgehaald door Jacques van Relais Marama. Bij aankomst worden er enkele mogelijkheden bekeken, maar het ziet er niet naar uit dat er morgen een lagunetoer uitvaart, misschien zondag dan. Ik heb hier in het eerst sinds ik in de Tuamoto’s ben ook opnieuw internet en kan dus enkele mailtjes checken en beantwoorden en het reisverhaal doorsturen. Ik merk trouwens ook twee e-mails op van Air Tahiti op die melden dat de vlucht van zondagavond met een halfuur verlaat is (in de tweede mail is dat nog 5 minuutjes later geworden). Ook hier in het pension wordt geen diner klaargemaakt, maar kan het besteld worden en wordt dit gebracht. De bestelde steak met roquefortsaus is echter geen succes, de roquefortsaus ontbreekt wegens geen room voorhanden en de goed doorbakken steak is nog veel te rood van binnen, bovendien zijn door het vervoer de frietjes al half lauw. De hond des huizes is vanaf vanavond mijn beste vriend geworden. Ik denk dat ik morgen de roulotte verderop in de straat maar een keer probeer. Het eerder karige avondmaal is echter geen probleem gezien ik ook vanmiddag al een warme maaltijd had.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Zaterdag 27 oktober

Vanmorgen geen verandering wat betreft uitgaande lagunetours, dus beslis ik maar om voor vandaag een scooter te huren. Die wordt aan het pension gebracht en rond 9u00 snor ik op het bereidbare deel van het atol rond. De Peugeot snorfiets haalt met de wind mee toch 80km/u. Ik kies er voor eerst het zuidwestelijke gedeelte van het eiland te doen. Heel veel valt er niet te beleven afgezien van wat uitzichten met palmbomen en langs de ene kant de lagune en aan de andere kant de oceaan. Nergens is het land hier hoger dan een halve meter boven de waterspiegel, dat moet wat geven als het hier stormt! Na een tijdje houdt de asfaltweg op en gaat het verder op een gruisweg van koraal. Het wordt hier zo mogelijk nog desolater dan voordien en de afstand tussen buren groter en groter tot er uiteindelijk helemaal geen woningen meer staan.
Ook het pad wordt smaller en smaller en ik wordt meer en meer geconfronteerd met scherpe stenen die me het ergste doen vrezen voor de banden van de scooter. Af en toe verdwijnt er een pad richting lagune of oceaan, twee keer volg ik het om te stranden aan een smalle strook van dood los koraal dat is aangespoeld uit de lagune. Het hele eiland is trouwens één en al koraal, er is bijna geen zandgrond te vinden, wat ervoor zorgt dat er ook niet veel kan geteeld worden, het zijn dan ook vooral kokosnootplantages ie je hier ziet. De rest van het fruit en de groenten wordt ingevoerd, net als al het andere.
Dat merk je ook aan de winkels, wanneer er een bepaalde boot aangekomen is met leveringen wordt de stok aangevuld, heb je iets nodig dat door een andere boot wordt geleverd, dan zul je geduld moeten oefenen en er snel bij wezen wanneer de stok aangevuld is. Ook wat betref het menu is er niet zoveel afwisseling: er is steak, kip en vis (Mahimahi (dorade) of tonijn). Er is dan nog wat afwisseling in bereidingswijze (gebakken, gekookt of rauw) en de bijgerechten (frietjes, rijst, chinese noedels, groene bonen en een enkele keer aardappelpuree). Ook op niveau van groenten is er weinig keuze, de eerder genoemde groene bonen, worteltjes, sla, een enkele keer tomaat, taro(wortel) en nog een tweetal andere inheemse groenten waarvan ik de naam niet ken. Wat betreft fruit is er gelukkig wel een grotere keuze en dat smaakt daarenboven allemaal lekker zoet.
Het pad is ondertussen zo slecht geworden dat ik besluit van terug te draaien, ergens op het einde van de weg (die ik naar ik aanvoel bijna bereikt heb zou er nog ergens een Marae moeten te vinden zijn. Ook op de terugweg is het geconcentreerd rijden om niet op mijn bek te gaan (letterlijk dan) tot ik terug op het asfalt ben, daar kan de gas terug wat verder open. Ik stop voor een bezoekje aan een Pearl Farm maar die is eigenlijk gesloten, de eigenaar opent wel zijn kleine bijhorende shop special voor mij. Een volgende stop bij een snack bar zorgt ervoor dat ik de dorst kan lessen met twee flesjes water. Even verderop blijkt een tweede Pearlfarm ook gesloten (het is weekend) en een plaatselijke kunstenaar zijn shop wordt ook voor mij alleen geopend. In deze laatste allemaal ter plaatse gefabriceerde juwelen met parels, parelmoer, schelpen en andere voorwerpen uit de zee. Er zijn er een paar heel mooie bij en dus wordt mijn verzameling weer uitgebreid. Ik koop ook nog een paar losse misvormde parels voor enkele euro’s die ik samen met de stekels van een zee-egel wil gebruiken om zelf een kettinkje in elkaar te steken. Een idee dat ik al langer had (vandaar dat ik de stekels al bijgehouden had) maar in de shop nu ook zag toegepast worden.
Eén hanger dient wat verlengt te worden waarvoor ik kort na de middag kan terugkomen, ik rijd dan verder naar een Roulotte waar ik een casse croute bestel voor het middageten. Als ik even later nog een fles frisdrank wil halen in de enige twee winkeltjes blijken die allemaal gesloten. Alleen de fruit en groenten stal blijkt nog even open te zijn. Dan maar zo verder, terug door het enige dorpje, Rotoava op dit deel van het eiland, en tevens het grootste (eigenlijk: het minst kleine) van de Tuamotu na Avatoru in Rangiroa. De oudste vuurtoren in piramidevorm van Frans Polynesië (+/- 80j) moet ik al niet gaan bekijken, want daar heb ik zicht op vanuit mijn bungalow. Voorbij de luchthaven (één gebouwtje niet groter dan een gemiddeld huis bij ons als aankomst en vertrekhal, één landingsbaan) wordt ook hier de weg een gravelpiste, ik vind hier warempel een winkeltje waar ik een liter water in sla en rijd dan weer verder.
Op 9km van het dorp is er een idyllische strandje met palmbomen aan de lagune waar het volgens mijn Lonely Planet ook goed snorkelen is. Dat houd ik in elk geval al in gedacht voor later vandaag. De gedeeltelijk gerestaureerde Marae die hier ook ergens moet zijn vind ik echter niet terug. Ik rijd verder tot waar de piste stopt, in dit geval aan de Garuae Pass die volgens ingewijden de wijdste van gans Frans Polynesië zou zijn. Deze passen zijn openingen in de ring die het atol vormt (door middel van eilanden en ondiepe riffen) en die schepen toelaten de lagune in te varen. Behalve dat deze bij duikers zeer in trek zijn, zijn het ook de belangrijkste toegangen langs waar water in en uit de lagune stroomt (de lagunes hebben blijkbaar een getij), wat zeer sterke stromingen, wild water en hoge golven met zich meebrengt. Ik keer op mijn stappen terug op het bestelde hangertje af te halen en stop vervolgens in Relais Marama om wat zaken op te bergen en mijn snorkelgerief op te halen. Gezien het warme weer houd ik tevens even een siësta van een uurtje.
Hierna gaat het weer richting Luchthaven en stop ik nog even bij een 2e vuurtoren, ook al in piramidevorm, maar wat jonger en hoger dan de eerste, maar evenmin nog in werking. Daar zorgt een modern stalen geval voorzien van zonnepanelen voor. Het gravelpad is nu nog lastiger met het snorkelgerief tussen de voeten op de scooter. Aangekomen op het strandje even voorbij km 9, heb ik dat nog steeds helemaal voor mezelf, ondanks het weekend en het feit dat dit zowat het enige zandstrandje op dit deel van het eiland is. Mij niet gelaten, al gauw spartel ik rond in het half lauwe water. Trouwens nog vergeten te melden dat de duikbrilcamera buiten werking is, een veertje dat contact moet geven met de batterij is losgekomen toen ik gisterenavond de batterijen wou vervangen, de bril zelf gebruik ik natuurlijk nog wel.
Ik had al gehoord dat het koraal in Fakarava in betere conditie is dan op de andere eilanden, en daar krijg ik nu het bewijs van onder ogen, ik vervloek de niet werkende camera nog meer als er een paar uitzonderlijk grote en kleurrijke vissen opduiken naast de exemplaren die ik al eerder zag. Ook het koraal zelf hier is schitterend, soms lijken het wel hele bomen, dan weer fijne struikjes. Enorme bollen bestaande uit golvende plakjes, een bijna fluo-groen koraal dat enorme bladen vormt, paarse rotsachtige vormen met een fijn reliëf erop, blauw en bruin-wit gemarmerde koralen, rood koraal het is hier een caleidoscoop van kleuren. De golven maken het moeilijk om op één plek te blijven en regelmatig krijg ik al een keer een slok zout water binnen als onverwacht mijn snorkel in een golf verdwijnt, maar ik krijg er geen genoeg van. Ik verzamel enkele stukken afgebrokkeld koraal en stal die op het strand uit om met de gewone camera toch een idee te geven van de kleuren en vormenrijkdom. Het zijn bij lange niet alle soorten die ik onder water zag, maar ik wou persé alleen natuurlijk afgebroken koraal nemen, zonder het levende vaste koraal te beschadigen. Nadien gooi ik deze terug in het water want meenemen kan al helemaal niet.
Ondertussen is het hoog tijd geworden om terug te keren naar de Relais Marama want men komt de scooter ophalen tussen 17u en 17u30 en het is ondertussen al 5u geworden. Op het gravelstuk doe ik het nog rustig aan, maar eens op het asfalt draai ik het gas helemaal open tot ik in het dorp aankom waar een snelheidslimiet van 30km/u geldt. In het pension verteld men mij, dat de verhuurder al langs geweest is en de scooter morgenvroeg zal ophalen, zonder extra kost. Gebruiken kan ik hem alleszins niet meer want ik heb bij aankomst zoals geïnstrueerd de sleutel weggesloten samen met de helm in het daartoe bestemde compartiment. Na het nemen van een douche om al het zou wat af te spoelen wandel ik enkele honderden meters naar een snackbar waar ik onder het genot van een goede steak met bijna echte Belgische frietjes naar het bandje luister dat er muziek komt spelen. De huishond van het pension is meegelopen en houdt me de ganse tijd gezelschap, die is niet meer van me weg te slaan sinds het maaltje van gisteren. Met een ijsje voor onderweg vat ik de terugweg aan na de maaltijd.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Hier dan enkele foto’s, gezien ik mijn berichten op dit forum niet kan aanpassen staan ze niet in de tekst:

Tahiti:

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Mo’orea

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Zondag 28 oktober

Vanmorgen vroeg opgestaan om 5u om de zonsopgang boven de Grote Oceaan te zien, daarna terug voor een uurtje in bed gekropen en om 6u er weer uit. Eerst gezorgd dat mijn koffer gepakt is met uitzondering van zwem- en snorkelgerief en daarna douchen gevolgd door een crème en lotion sessie (respectievelijk tegen zonnebrand en muggen) zodat ik om 7u aan tafel zit, want om 7u30 komt men mij oppikken voor de lagune tour naar de Sable Rose. Althans dat is de bedoeling, want mooi op het afgesproken uur stopt er een pick-up maar dat blijkt voor het duikende koppel dat samen met mij ontbeten heeft te zijn. Ik maak me vooralsnog geen zorgen want in Frans Polynesië kijkt men niet op een paar minuten… of een kwartier.
Maar na een half uur vind Jacques van Relais Marama het welletjes en belt hij naar de organisator. Daar wordt echter niet opgenomen, wat ons dan weer geruststelt, ze zullen onderweg zijn. Doch ook om 8u nog steeds geen nieuws en na herhaaldelijk trachten te telefoneren blijft ook de lijn dood. Om 8u 30 zijn we er wel zeker van dat er wat misgelopen is, naar hen toe rijden heeft ook al geen zin, want die zijn waarschijnlijk al ergens halverwege de lagune. Jacques die de reservatie geregeld heeft zit duidelijk verveeld met de zaak, hij weet nog beter dan ik dat er op dit eiland geen alternatieven zijn, alles wat er te bekijken valt heb ik gisteren al bekeken, bovendien hebben ze de scooter reeds komen ophalen (die ik wel opnieuw zou kunnen bestellen, maar veel zin heeft dat niet).
Ik maak er dan maar een voormiddag achter de computer en op het internet van. De ellende is echter nog niet voorbij want als ik ’s middags iets wil gaan eten blijken zowel de roulotte als het restaurant waar ik gisteren ben gaan eten gesloten, evenals de 3 beschikbare winkels. Ik heb in deze hitte ook geen zin om 9km te fietsen om dan weer voor een gesloten snackbar te staan. Gelukkig heb ik nog wat koekjes in voorraad of ik had kokosnoten kunnen gaan rapen voor het middagmaal… . Zelfs de hond des huize beseft dat er vanmiddag niets te rapen valt en legt zich in de schaduw te slapen, ik volg dan maar zijn voorbeeld en houd een uurtje siësta. Dan bedenk ik dat ik Beni, de eigenaar van Fare Suisse in Pape’ete nog moet verwittigen dat mijn vlucht een half uurtje later aankomt, dus gaat het weer naar de gemeenschappelijke eetplaats waar de wi-fi ontvangst het best is om een e-mail te verzenden.
Ik besef dat als ik nog iets van de dag wil maken nu best kan gaan snorkelen, anders wordt het te laat, en dus leen ik één van de fietsen van het pension en fiets naar de lagune. Ook hier zie ik al vanaf de kant dat er enkele patatten liggen en er dus wel wat te zien zal zijn. Even later spartel ik weer rond in het water dat voor de verandering een keertje wat frisser is. Begrijp me niet verkeerd, niet koud, maar juist goed genoeg van temperatuur om te voelen dat je in het water zit, terwijl het gewoonlijk zowat lichaamstemperatuur is, zodat je eigenlijk niet afkoelt. Het kan ook gewoon gevoelsmatig zijn want het is een extra warme dag vandaag. Het leuke aan het snorkelen is dat je steeds weer wel wat nieuws vind, een koraalsoort die je nog niet zag, een nieuw soort vis. Maar ook de reeds gekende vissen en koralen. De meeste zien er erg broos en fragiel uit en zijn dat op één of andere manier ook wel, want de meeste breken heel gemakkelijk af, maar anderzijds zijn deze organismen bikkelhard en vlijmscherp. Van ver zien het er zachtaardige plantjes uit maar dichterbij kunnen ze pijnlijk uit de hoek komen.
Heel mooi ook zijn de schelpen die in de patatten lijken gebettoneerd te zitten, als ze zich bedreigt voelen zie je alleen de gekartelde, gesloten schelprand, maar laat je ze met rust dan filteren ze met een zijdezachte voering in de heldere kleuren indigo blauw, fel groen, helder paars of vuurrood fluweel hun voedsel uit het water. Ik merk ook enkele lege trompetschelpen op, die ik zo noem omdat ze kegelvormig zijn, vuistgroot en lijken op het uiteinde van een trompet. Af en toe kijk ik of de fiets en duikzak nog op de oever staan, de waardevolle spullen heb ik wel in de bungalow gelaten, maar een broek en schoenen zijn toch ook wel handig… net als een zonnebril met prescriptieglazen.
Na twee uurtjes genieten in het natuurlijke aquarium, is het tijd om terug te keren naar de bungalow. Ik heb dan nog een uurtje om enkele spullen die nog in de koffer moeten toch wat te drogen in de felle zon, onder de douche het zout van mij en de snorkelspullen af te spoelen en een nieuwe laag zonnecrème en antimuggen lotion aan te brengen. Van beide ben ik ondertussen al aan het 3e busje bezig, het mag overdreven lijken, maar als je er niet wil bijlopen als een overkookte kreeft of gek worden van de muggenbeten heb je hier echt geen keuze en is het smeren, smeren en nog eens smeren. En zelfs dan nog krijg je nog je deel! Paradijs! Hoezo paradijs? Die dingen zie je natuurlijk niet in de brochures, ik troost me met de gedachte dat men in die dure bungalows over het water waarschijnlijk helemaal gek wordt van die beestjes.
Om 4u sta ik gepakt en gezakt klaar om af te rekenen en naar het vliegveld gebracht te worden, Jacques verteld me nog dat hij vanmiddag uiteindelijk de organisator te pakken heeft gekregen en dat het inderdaad een misverstand is geweest, zij hadden blijkbaar nog een telefoontje verwacht terwijl hij al dacht dat de afspraak in orde was, gezien vertrekuur en alles werd doorgegeven. Ik neem het ondertussen filosofisch op en zeg hem dat wat ik gemist heb altijd een reden is om nog een keer terug te komen. Tijdens de rit naar het vliegveld praten we nog wat over de replica van de open oldtimer Mercedes die hij staan heeft. Het inchecken van de bagage verloopt als vanouds weer heel vlot, ik herken nog een jong koppeltje waarmee ik op één van de vorige eilanden nog een excursie gedaan heb en die me vertellen dat ze vandaag naar de Sable R… ja laat maar!!! En daarmee verlaat ik de Tuamotu Archipel.
Er stappen hier in Fakarava maar enkele mensen op, doch zit het vliegtuig bijna vol met mensen die van Rangiroa en Bora Bora komen. De anderhalf uur durende vlucht verloopt zonder incidenten en bij het invallen van de duisternis landen we in Pape’ete. Ik wordt samen met de bagage opgepikt en naar de Fare Suisse gebracht voor een korte nacht want morgen is het om 5u op, niet voor de zonsopgang, maar voor de vlucht naar de markiezen eilanden. Ik ga nog een hapje eten in het restaurant Retro en kies voor de Andouille de Troyes, worst met mosterdsaus, gekookte aardappeltjes (dat is lang geleden) en een cesar salade. De worst blijkt een soort haggis in het klein met vlees van de ingewanden, maar dan niet zo smakelijk. Maar het is een keer wat anders dan de Mahimahi, kip of steak. De Stella en Hoegaarden die ik hier voor het eerst zie laat ik maar aan me voorbij gaan. De ijscrème daarentegen….

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

haaa, die foto's, dat zien we graag :D
avatar = Hammerite-user.
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Maandag 29 oktober

Deze morgen is het extra vroeg opstaan om het vliegtuig te nemen naar de markieseilanden, om 5u loopt de wekker af, de hanen zijn hier trouwens ook weer actief en kraaien tegen elkaar op. Ondertussen weet ik dat dit een gegeven is op alle eilanden, maar hier midden in de stad notabene zijn ze wel heel erg actief. Ik heb in samenspraak met de eigenaars een zak wasgoed in het pension gelaten om het gewicht van de bagage een beetje omlaag te brengen, gezien ik hier toch weer langs kom op het einde van de reis. Ontbijt is er op dit vroege uur nog niet en Beni ziet er nog erg slaperig uit wanneer hij me naar de luchthaven rijdt. Hij moest er sowieso uit want er komen enkele andere klanten van hem aan op dit onmogelijk vroege uur.
Het inchecken verloopt weer vlot, doch hier in Pape’ete moet je wel door de scanner, in de lokale vliegveldjes hebben ze zo’n ding niet, daar loop je zelfs zonder enig probleem de startbaan op als je dat wil, meestal is er zelfs geen afsluiting. Na het inchecken van de bagage heb ik ruimschoots de tijd om te ontbijten aan de snackbar. Dus schaf ik me een croissant (hé dit is Frankrijk, weet je nog) en een chocoladebroodje en een kop warme chocolademelk aan. We vertrekken zowaar 5 minuten voor tijd, voor een “lange” vlucht van wel 3u20, ook dat is een tijdje geleden met alle minivluchtjes van de laatste weken. Eén keer is er wat turbulentie maar voor de rest verloopt de vlucht rustig en we zijn zomaar even een kwartier te vroeg in Nuku Hiva, een situatie die men hier blijkbaar ook niet gewoon is, want de meeste auto’s die voor de transfer van een uur naar het belangrijkste dorpje, Taiohae moeten zorgen zijn nog niet present.
Na een tijdje dagen die allen op, verbaasd over de voortijdige aankomst. 95% van alle wagens hier zijn 4x4’s, de belangrijkste weg, naar de luchthaven is dan ook nog maar van september vorig jaar volledig geasfalteerd (of eigenlijk van een betonnen wegdek voorzien, asfalt lijkt niet samen te gaan met de tropische hitte). Ik wordt opgehaald door Jocelyne die me onderweg over de slingerende weg al wat informatie geeft en regelmatig stopt aan enkele uitkijkpunten. Het vliegveld ligt in een deel van het eiland met de naam Terre Déserte, maar door enkele fikse regenbuien de afgelopen week ziet het er hier helemaal niet woestijnachtig uit en ligt er een groene deken over het landschap.
Onmiddellijk valt het verschil met de andere eilanden op, hier steil oprijzende bergmassieven, zand en veel groen en … dennenbomen, massa’s dennenbomen. Een ideetje van de Franse overheid om het eiland aan goed schrijnwerkerhout te helpen, doch in de vruchtbare grond groeiden de bomen zo snel waardoor het hout te zacht is om daarvoor te dienen. Elke bocht brengt weer een mooi berglandschap met zich mee, en er zijn hier veel bochten. We stoppen om een blik te werpen op de kustlijn richting vliegveld, en even verder aan wat de lokale bevolking met enige zelfspot de Grand Canyon noemt, maar desalniettemin een fraaie bergkloof is. Eens Mt Tekao voorbij bereiken we het panoramapunt over het Toovii Plateau, eens een plaats waar vooral vee zoals paarden, koeien en geiten graasden, nu ook deels met dennenbos beplant, al blijft er nog heel wat open ruimte. Ook anders dan op andere eilanden het aanwezige vee, paarden, koeien met vervaarlijk uitziende hoorns en geiten lopen los langs en op de baan. Met een beetje goede wil waan je jezelf ergens in de Europese Alpen. Het dennenbos maakt tijdens de afdaling langzaam plaats voor meer inheemse boomsoorten, doch de overheersende palmbomen zie ik vooralsnog niet opduiken, of toch niet in hoeveelheden zoals ik die de laatste weken gewoon was. Het volgende uitzichtpunt brengt ons dicht bij onze bestemming, Taiohae. Het zicht op het standje aan de fraaie baai is fenomenaal. 10 minuten later komen we aan op onze bestemming. Ik spreek met Jocelyn af voor een tour van het eiland morgen, gezien die zowat de helft kost van het huren van een kleine 4x4 en ik gratis de informatie van de gids over de historische plaatsen en cultuur van de Marquesanen erbij krijg.
Ik wordt verwelkomt met een traditionele bloemenkrans van prachtige witte (Tiare) en rode bloemen, mijn hotelletje is een gebouw van twee verdiepingen met onderaan terrasjes en bovenaan een ruim over de ganse lengte doorlopend balkon vooraan en achteraan waar het tevens de toegang is tot het verdiep, een beetje de stijl van de Amerikaanse motels, maar dan heel wat netter. De ruime kamer is voorzien van 2 bedden, eigen badkamer en toilet, en airco en plafondventilator en aangekleed met enkele mooie Polynesische kunstwerkjes in hout en op tapas. Het restaurant en de bar bevinden zich in een apart gebouwtje aan de straatkant enkele 10-tallen meters verderop.
Was het op de bergpas nog erg fris, hier is het nog heter dan op de vorige eilanden, de Marquesas liggen dan ook dichter bij de evenaar dan de vorige eilandengroepen die ik bezocht, en dat betekent dus een warmer en vochtiger klimaat. Ook in tegenstelling tot de vorige bestemming is het regenseizoen hier eigenlijk maar juist geëindigd en begint het droge seizoen, dat gezegd, heeft het volgens mijn gids weinig geregend in die periode en eigenschap die sinds de klimaatsveranderingen wel meer voorkomt en het voorspellen van de regen een stuk onbetrouwbaarder maakt. In elk geval zorgt de drukkende hitte en het vroege opstaan vanmorgen ervoor, dat ik alvorens naar het centrum van het dorp te wandelen een kleine siësta neem. Een uurtje later moet ik mezelf dwingen om op te staan, ik heb hier maar 1 ½ dag en wil dus graag deze namiddag het dorp verkennen.
Wandelend langs de baai en als ik in een restaurant een drankje voor onderweg koop wordt ik een paar keer geconfronteerd met iets dat ik op al op enkele voorgaande eilanden ook tegenkwam, maar nog niet ter sprake kwam, de mahu of raerae. In het eerste geval betreft het mannen die van kinds af aan als meisje zijn opgevoed en ook als volwassene als vrouw door het leven gaan (bvb qua kleding en haardracht), een traditie die reeds bestond voor de komst van de Europeanen, en die de missionarissen tevergeefs hebben proberen te onderdrukken. In tegenstelling tot de meer flamboyante en schreeuwerige raerae (travestieten) voelen ze zich in de meeste gevallen echter niet aangetrokken tot andere mannen. Terwijl de mahu een volledig geaccepteerd deel van de Polynesische cultuur zijn, maken de raerae die zich gewoonlijk overdreven vrouwelijk gedragen (of van wat zij dan vrouwelijk vinden: denk aan een Paris Hilton of Nicole Richie in hun gloriejaren) nogal eens het doelwit uit van spot. Zo zaten er op Fakarava een koppel van deze laatste “dames” te wachten op de watertaxi om een boodschappentas die één van hen vergat, te recupereren, in vol ornaat met opgestoken haren en hoge hakken, zuigend op een fopspeen snoepje, enkele echte dames van de craftshop uit de dagen. Eens de boot dan aankwam, trippelde één van hen overdreven naar de kade toe om met schelle stem verrukt te wezen over de gerecupereerde tas. Het was echt grappig om de reactie van de bootsman, een oudere Polynesiër zonder voorste tanden, en volledig getatoeëerd tot gezicht en haarloze schedel toe, te zien en horen. Hier in Taiohae blijft het bij een ietwat uitbundiger begroeten dan de andere Polynesiërs doen.
Maar terug naar mijn wandeling, het plaatselijke visserskerkhofje wordt in orde gebracht voor de dodenherdenking op 1 November, even verderop bekijk ik de sculpturen van de Pae Pae Piki Vehine, een in 1989 herbouwd traditioneel ontmoetingsplatform met houten open constructie met traditioneel bladerdak en door kunstenaars van het eiland gebeeldhouwde tiki’s. Eentje daarvan komt me bekend voor en blijkt dan ook door een beeldhouwer van Rapa Nui (Paaseiland) gecreëerd te zijn: een Moai (één van de “wandelende” beelden) bovenop een liggende vogelman. Het is me trouwens nu al duidelijk dat de cultuur van de Markieseilanden veel dichter aansluit bij die van het Paaseiland dan bij die van de andere Frans Polynesische eilandgroepen. De volgende bezienswaardigheid heeft weer met overledenen te maken, het monument ter herdenking van de gesneuvelde militairen, bestaande uit een kleine obelisk met herdenkingsplaket, een scheepsanker en een ouderwets kanon dat naar de uitgang van de baai wijst.
Vervolgens bezoek ik de Fare artisanal, een permanent ambachtelijke markt met tal van souvenirs in vorm van houtsnijwerk, pareo’s, kralenkettingen, beschilderde schelpen, snijwerk uit beenderen (in tegenstelling tot vroeger niet meer uit mensenbeenderen van overwonnen vijanden, maar uit beenderen van koeien of paarden). Aan de havenpier zijn er enkele eetstandjes waar ik tijd maak voor een kleine versnapering, wat fruit en blikjes frisdrank. Via de Fare artisanal en het gesloten Toerist Information Center keer ik dan terug richting Rose Corser's Hee Tai Inn, niet zonde echter eerst de tiki’s die hier staan te fotograferen en filmen. Een bezoekje aan de uit steen en hout opgerichte kathedraal beperkt zich tot de buitenzijde wegens gesloten, maar zelf daar zijn de houtsnijwerken al indrukwekkend. Het geheel met toegangspoort met twee ronde torentjes, het halfopen kerkgebouw gebouwd op een voormalige tempelsite waarvan het met stenen geplaveide basis nog goed zichtbaar is, vormt een aantrekkelijk geheel. Als laatste bezoek ik dan het Taetae Tupuna Enana Museum, dat deel uitmaakt van mijn logement. Rose een Amerikaanse die hier al 31j hotel houdt is van opleiding kunstkenner, gespecialiseerd in traditionele kunst en kwam hier als jong meisje reeds meerdere keren met haar man langs gezeild, tot ze besloten zich hier voorgoed te vestigen. Het eerste hotel dat ze opbouwden heeft ze, na het overlijden van haar echtgenoot enige tijd geleden, overgelaten aan de Pearl lodge keten en vervolgens heeft ze het kleinschaligere Hee Tai Inn opgestart dat nu sinds vorig jaar november actief is. Het restaurant is vanavond normaal gesloten, maar gezien ik half pension geboekt heb, wordt er speciaal voor mij gekookt, ik zeg in elk geval geen neen tegen de heerlijk cordon blue met groene boontjes en rijst en een typisch fruitgebakje als dessert.
Ik kan ondanks een uitstekend signaal niet inloggen op internet of e-mail via Wifi, vermoedelijk wegens een niet compatibel systeem. Met het schrijven van het reisverhaal wordt het toch weer later dan de bedoeling was, vooraleer ik in bed kruip voor een goede nachtrust.

Dinsdag 30 oktober

Vanmorgen komt Jocelyne van Henua Enana Tours me om 8u30 oppikken voor de begeleide tour rond het eiland. Er moeten nog even enkele mensen weggebracht worden voor een combinatie van een boottocht en een wandeling van 2 uur naar een waterval die ook door hen georganiseerd wordt, en vervolgens worden mijn compagnons voor vandaag opgeladen (een Frans koppel op leeftijd en een Franstalige Zwitser). We volgen dezelfde weg die we gisteren namen om van het vliegveld naar Taiohae te komen tot aan Mt Muake, waar we de afslag naar Taipivai nemen. Onderweg krijgen we van onze gids allerlei wetenswaardigheden over de fauna en flora van het eiland. Een deeltje ervan hoorde ik gisteren al tijdens de transferrit, maar het meeste is nieuw. Jocelyne is goed op de hoogte van de namen, lokale bijnamen en specifieke eigenschappen van de planten die we tegen komen. Ze wijst ons wilde avocadobomen aan, broodvruchtbomen, pompelmoesbomen, taro planten en nog heel wat andere al dan niet eetbare vruchten en een hele resem bloemen waarvan ik de naam alweer vergeten ben. Alleen de Frangipanibloem is me bijgebleven, omdat deze heel sterk lijkt op de Tiare en het eigenlijk deze is die gebruikt wordt in de bloemenkransen. Zoals nogal wat andere bloemen hier bestaan ze nogal eens in verschillende kleurvariëteiten. Zo vind je de Frangipani bloemen in het wit, rood en roze, steeds met geel kelkje. Veel van de bloemen die hier in het wild groeien, kosten in Europa stukken van mensen als je er een bloemstuk van wil laten maken, hier heb je ze voor het oprapen. Zoals in de meeste landen in een tropisch klimaat heb je hier een overvloed aan eetbare planten, toch is het voor de onwetende een riskante onderneming want er zijn tevens ook heel wat giftige vruchten, soms alleen in bepaalde stadia van het rijpen, soms tot ze verwerkt zijn en anderen die steeds dodelijk zijn en blijven. Zo is er een dikke peervormige vrucht die, als je ze doorklieft, een noot bevat, ter grootte van een 3-tal okkernoten. In de noot zit er een wit vruchtvlees dat echter zeer giftig is, een andere geel-rode vrucht bevat als zaden kleinere nootjes (+/- 8mm) die op hun beert ook weer zeer giftig zijn.
Bij het naderen van Taipivai krijgen we een zicht op Controleurs Bay, waar zich onderen andere een basiscamp van een reality programma met de naam American Survivor bevond, een Expeditie Robinson-achtig programma. Wat je op het scherm niet te zien is dat er achter de baai op nog geen 15 minuten stappen het dorpje Taipivai ligt waar je alle levensmiddelen kan aankopen in een winkeltje. De Amerikaanse producers hebben trouwens zowat het hele eiland op zijn kop gezet tijdens de opnames. Niet alleen werden alle pensions en hotels of welke accommodaties ook afgehuurd, zonder dat er daarvoor iemand logeerde, om het eiland eigenlijk virtueel af te sluiten. De weg die even boven de baai doorloopt werd bewaakt en eventuele auto’s die er door moesten, tegen gehouden. Er werden bovendien een deel vruchtendragende bomen gekapt omdat dit niet in de strategie van het spel zou passen, maar zelfs dan waren er nog kokosnoten genoeg om iedereen van voldoende voedsel en drank te voorzien, zodat er van een overleven eigenlijk geen sprake is. Buiten de mensen die de accommodaties verhuurden of 4x4’s voor het transport, is er echter bijna niemand beter van geworden op het eiland, integendeel, want tijdens die ganse periode was het eiland ontoegankelijk voor toeristen, zodat iedereen die daarvan afhankelijk is voor zijn inkomen, niets verdiende (restaurants, snackbars, gidsen, boot en quad verhuur, …). Op het panorama van de baai zelf is echter niets op aan te merken, deze fotogenieke eigenschap zal ook wel één van de redenen van de keuze voor de plaats geweest zijn natuurlijk.
In het dorpje Taipivai zelf bezoeken we de kerk waar, zoals gisteren in de kathedraal, weer vele houten beelden staan die gebeeldhouwd werden uit een Polynesisch perspectief waarbij de heiligen en Jezus en Maria dus de karakteristieke trekken hebben van het land zijn bewoners. Enkele andere opmerkelijke zaken zijn dat christus er zonder kruis afgebeeld wordt en als jonge adolescent (terwijl dat elders steeds als zuigeling of volwassene, al dan niet na de wederopstanding is) en telkens met een broodvrucht in de hand. Zoals op zoveel plaatsen in Polynesië werd het religieuze gebouw bovenop een oude heilige plaats van het Polynesiche geloof gebouwd, om niet alleen de minachting voor dat geloof te benadrukken, maar de plaats ook te recupereren als heilige plaats om de bevolking te bekeren.
Net als in Taiohae werd ook hier in het dorp een ontmoetingsplaats nagebouwd ter ere van het Marquesas Arts Festival dat elke 4 jaar wordt gehouden op een van de Markieseilanden, en als oorspronkelijke bedoeling had de cultuur van de Marquesas opnieuw bekend te maken voor de jongere generaties, omdat men merkte dat bij hen de kennis en vaardigheden van hun eigen cultuur langzaamaan verloren ging. Na enkele jaren vroegen andere Polynesiche eilandgroepen of ze ook afgevaardigden konden sturen, wat sindsdien ook gebeurt. Het festival dat eigenlijk maar voor een periode van 10 jaar voorzien was, slaagde in zijn opzet. Zo werden er enkele oorspronkelijke dubbele kano’s met twee rompen en een zeil ertussen (wat men nu een catamaran zou noemen) gebouwd, waarmee de Polynesiërs hun grote migratiegolven ondernomen hebben, en werden deze tochten overgedaan, het leidde ook tot de restauraties van archeologische sites. Worden er traditionele zang- en dans optredens in de gepaste klederdracht gehouden, nieuwe tiki’s en andere ambachtelijke stukken vervaardigd, traditioneel gekookt in Hangi’s en vooral een hele week gevierd. Niet alleen was het een succes op cultureel gebied, maar ondertussen is het ook een toeristische attractie geworden, die ervoor zorgt dat alle accommodaties en vluchten op het organiserende eiland reeds lang tevoren volgeboekt zijn en dat schepen zoals de Aranui 3 en de Paul Gauguin extra cruises inleggen om zo’n 500 bijkomende slaapplaatsen te bieden.
We rijden nu via de Teavaitapuhiva pass richting Hatiheu maar stoppen eerst nog bij de archeologische sites van Kamuihei, Tahakia en Teiipoka, die ook naar aanleiding van het hierboven festivals werden gerestaureerd. Het moet een prachtige gebeurtenis zijn om al die optredens in authentieke klederdracht te zien gebracht worden op de oorspronkelijke plaatsen. De omvang van deze 3 aan elkaar gelinkte sites, geeft weer hoe dicht bevolkt deze vallei wel was en bij uitbreiding alle Markieseilanden voor de komst van de Europeanen. Zoals bij elke belangrijke Polynesische site staan er hier ook veel Banyanbomen, een heilige boom voor de oorspronkelijke bewoners, met zogenaamde luchtwortels die van de takken naar beneden groeien om de aarde te bereiken in een wirwar van strengen. Zo belangrijk is deze boom, dat elke archeoloog heden ten dage maar moet uitkijken naar groepen van Banyanbomen om te weten dat er op die plek archeologische vondsten vallen te doen. De grootste Banyanboom hier ter plaatse zou 600 jaar oud zijn! Door die hoge bevolkingsgraad, vind je hier trouwens ook overal in de valleien en op de berghellingen de resten van traditionele woningen terug.
Ondertussen is het middag geworden en eten we bij Yvonne, de burgemeester, restaurant- en pensionhoudster en één van de bezielers van het Marquesas Arts Festival het middagmaal. Ik kies voor het gastronomisch bord, een verzameling van traditionele gerechten, met drie soorten vis, broodvruchten, maniok en garnalen.
Na het eten rijden we nog even verder naar de Teavaitmaoaoa Pass met zicht op de Hatiheu, Anaha en Haatuatua baaien, alvorens op onze stappen terug te keren. We stoppen daarbij nog een bij de Hikokua Archeologische site waar zr op de platvormen nog enkele tiki’s te vinden zijn. Rond 17u zijn we dan opnieuw in Taiohae na een mooi maar vermoeiende dag.
Als ik na een douche ga eten wordt mijn eetlust vergalt door slecht nieuws. Het kleine vliegtuigje dat de vluchten verzorgt tussen de kleinere Markieseilanden Ua Pou en Ua Huka staat in panne en men wacht op het te vervangen onderdeel, de vlucht van morgen is geannuleerd en ik dien morgenvroeg te laten weten of ik alsnog de dag nadien naar Ua Pou wil vliegen, voor één dag. Ik zal dus nog een bijkomende dag doorbrengen op Nuku Hiva in de hoop dat overmorgen het vliegtuigje hersteld is en ik alsnog deze twee eilanden kan bezoeken (als het weer dan geen roet in het eten gooit). Het avondmaal bestond trouwens uit kip in zuurzoete saus (de kok is half chinees, half Polynesisch) met rijst en een pannenkoek met chocolade als dessert.

Woensdag 31 oktober

Op weg naar het ontbijt spreek ik een dame aan die huurauto’s komt ophalen aan ons pension om te vragen of ze ook quads verhuurd. Dat blijkt niet het geval, maar ze verwijst me naar het Toerist Information center. Als ze hoort dat ik normaal de vlucht naar Ua Pou zou nemen (iedereen op het eiland is er blijkbaar al van op de hoogte dat die geannuleerd is), zegt ze dat er deze morgen een bootje naar het eiland gaat. Maar meer weet ze me niet te vertellen. Als ik de eetzaal binnen kom hoor ik hetzelfde van Rose, de eigenaresse van Hee Tai Inn, maar ook zij weet niet meer dan dat de boot rond 8u30 zou vertrekken. Even later komen er ook twee Franse meisjes ontbijten die dezelfde vlucht naar Ua Pou zouden nemen. Zij hebben we wat meer informatie, zij hebben contact gehad met Jérome de eigenaar van Pension/Restaurant Pukuee op Ua Pou die wist te vertellen dat er een gecharterd bootje op weg is van Ua Pou naar Nuku Hiva, waarmee we tegen betaling wel mee zouden kunnen. Het komt er dan op aan het bootje en de eigenaar te vinden en een prijs overeen te kopen, bovendien moet dan ook mijn vliegtuigticket geannuleerd (en terugbetaald) worden, doch dat is pas mogelijk als ik zeker ben dat ik meekan.
Om 8u20 staan we gedrieën gepakt en gezakt aan de pier, Rose die ons gebracht heeft brengt alvast één van de meisjes naar het kantoor van Air Tahiti zodat die de annulatie al kan voorbereiden. Enkele mensen op de kaai weten ons te zeggen dat de boot nog onderweg is en dat er normaal geen probleem zal zijn om ons mee te nemen. De overtocht duurt volgens hen 1,5 uur indien het weer niet te slecht is. Een tijdje later komt er inderdaad een bootje de baai ingevaren, er groot is het niet om er de Grote Oceaan mee in te duiken, maar in elk geval groter dan deze waarmee ik de lagunetochten deed en ook wat zeewaardiger. We spreken de vrouwelijke kapitein om te vragen of we meekunnen, en dat blijkt geen probleem te zijn. De prijs gaat van 10.000 xpf naar 6000 xpf per persoon dankzij de afbiedingsexpertise van het Franse meisje, ik had waarschijnlijk al direct ja gezegd bij de eerst opgegeven prijs… . Als ik 500m verderop mijn vliegtuigbiljet ga annuleren bij Air Tahiti krijg ik 6950 xpf terugbetaald, zodat het zo goed als een nuloperatie wordt.
De oceaan die zojuist onder de blauwe hemel nog zo strak leek, blijkt bij het uitvaren van de baai al heel wat ruiger te zijn. Ons kleine bootje rolt en stampt dat het een lieve lust is, de vijf passagiers aan boord staren dan ook allen geconcentreerd naar de horizon of liggen met gesloten ogen neer in een poging om het ontbijt binnen te houden. Dit lukt gelukkig voor allemaal (eentje die ziek wordt zou een hele kettingreactie kunnen veroorzaken), al zien de meeste van ons er toch wel een beetje pips uit als we de kade opstappen.
Men staat ons al op te wachten en er is zelfs een afgevaardigde van de toeristische dienst die bezorgd vraagt of alles goed verlopen is, we niet teveel moeten betalen hebben en of we wel degelijk ons geld teruggekregen hebben van Air Tahiti. Hij is pas gerustgesteld als we hem vertellen dat we zeer tevreden zijn, en dat zijn we ook want tenslotte zijn we toch maar op onze bestemming geraakt op de voorziene dag en zelfs rond het voorziene uur, zonder meerkost.
We worden naar het pension gebracht en krijgen alvast wat uitleg over mogelijke excursies, op dit eiland kan je trouwens alleen auto’s met chauffeur/gids huren. Het grootste deel van de weg is daarbij ook onverhard, hier bestaan alleen 4x4’s. We nemen een half uurtje om at te bekomen van de boottocht en gaan vervolgens eten in een snackbar, eindelijk de kans om een keer een pizza te bestellen, daar had ik al sinds Fakarava zin in.
We worden aan de snackbar opgepikt om een excursie van een halve dag te doen richting Hohoi. Naast enkele archeologische sites moet het eiland het vooral hebben van de mooie panorama’s waarbij altijd wel één van de twaalf rotspieken van het eiland in zicht komen. We hebben ook nog een keer geluk dat de bergtoppen wolkenvrij zijn. Via de Hakamoui vallei gaat het over met putten en keien bestrooide pistes. Regelmatig stoppen we even om wat foto’s te maken, zowel van het gebergte in het binnenland als van de baaien aan de ruige kust. Even voor Hohoi parkeren we de wagen bij de site van Tohua Mauia, maar voor we die betreden smeren we ons goed in met anti-muggenmiddel. Ook deze site is gerestaureerd voor het Marquesas Arts Festival van 2007 in dit geval. Ik ben er van overtuigd dat dit een heel goed initiatief is, het moet gewoon schitterend zijn om er zo eentje te kunnen bijwonen. De sfeer moet dan ongelooflijk zijn op deze sites. De Tohua Mauia is een L-vormige stenen constructie, met nagebouwde hutten met houten gesculpteerde draagpalen en bladerdaken van pandanus, platvormen voor de gezagdragers van toen en enkele (recent) tiki’s. Ook de heilige Banyantree ontbreekt natuurlijk niet.
We rijden verder, door het dorpje naar het strand, dat je in dit geval niet te letterlijk mag nemen. Het keienstrand bezit geen korreltje zand, en zwemmen is er wegens de sterke stroming en golven ook niet aan te raden, maar daar staat tegenover dat je er wel de unieke pierres fleuries kan vinden. Dit zijn vulkanische stenen, die door de specifieke omstandigheden waaronder ze zijn ontstaan, tekeningen van kleine bloemetjes vertonen. Het lastige is wel dat je die pas ziet als de stenen nat zijn, of gepolijst werden. Het wordt dus tikkertje spelen met de onstuimige branding om te proberen een exemplaar te vinden. De exemplaren die we tenslotte onder ogen krijgen, liggen op een tafeltje van een lokale craftshop, gepolijst en vormgegeven (een beetje als een onsuccesvolle visser die de viswinkel binnen stapt dus).
Het wordt nu echt wel tijd om terug te keren naar ons pension, dat gaat gezien de staat van de pistes op een gezapig tempo, rond 17u komen we daar weer aan en heb ik de tijd om mijn reisverhaal aan te vullen, en zelfs nog even af te koelen in het kleine ronde zwembad, alvorens aan tafel te gaan. Het leuke hier is dat je samen met de familie en andere gasten aan één grote tafel zit en er dus veel meer contact is met iedereen. Vanavond is er rauwe rode zalm, en gestoofd geitenvlees met rijst gevolgd door een fruitaartje met papaja’s en een bolletje ijs.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Donderdag 1 november

De gastheer doet vandaag met de twee Franse meisjes een trekking van de ene kant van het eiland naar de andere kant, dat betekent zo’n 4 tot 5u stappen, in de hitte, bergop en bergaf door muggenrijke bossen. Bovendien zijn ze met hun gedrieën een stuk sneller dan ik. Ik houd het liever op enkele korte wandelingetjes in de buurt van het pension, er wordt afgesproken dat we met de andere gasten en de familie in de late namiddag naar het Plage aux Requins komen om daar te zwemmen en BBQ-en, de trekkers bivakkeren daar voor de nacht en komen dan ’s morgens naar het pension terug. Ik leen Fiona (één van de Franse meisjes) de oordruppeltjes waar ik vorige week zelf ook al gebruik gemaakt heb (vermoedelijk lichte oorontsteking van al het snorkelen).
In het pension is er een gezamenlijke badkamer en dus laat ik eerst de trekkers aan de beurt en ga daarna ontbijten, nadien blijf ik nog wat napraten met de rest van de familie en enkele andere Franse gasten.
Even na 9u vertrek ik naar het uitzichtpunt over de Hakahau Bay, de baai aan dewelke het pension ligt, mijn logement ligt bovendien aan de weg die naar het wandelpad voert, dat spaart toch weeral een 200-tal meters minder naar boven stappen. Ik neem een liter water mee en mijn zwemgerief omdat ik de wandeling wil combineren met de wandeling naar Plage Anahoa die gedeeltelijk langs dezelfde route loopt. Helaas is er geen spiertje schaduw te vinden tijdens de tocht die de berg opvoert, gelukkig wel af en toe een zuchtje wind en heel zelden de zon die enkele seconden achter een wolkje schuilgaat, wat onmiddellijk enkele graden scheelt. De weg loopt zigzaggend de bergwand op en vernadert al snel in een onverhard pad, een paard staat vastgebonden langs de kant van de weg en probeert zich zonder succes van lastige vliegen te ontdoen. Ik bereik de splitsing met het pad naar Plage Anahoa en volg het pad rechts, verder naar boven dat naar het uitzichtpunt leidt. Na nog enkele haarspeldbochten bereik ik het kruis en een stenen bouwsel, dat mijn doel aanduid. Je hebt hier inderdaad een mooi panorama over de baai waar we aangekomen zijn. Ook de baai van het Anahoa strand is zichtbaar van hieruit met een aanlokkelijk wit strand. Na wat foto’s en film, afgerond met enkele slokken water gaat het naar beneden,waar ik de afslag naar het strand neem. Dat blijkt toch wel wat verder te liggen dan men op het eerste zicht zou denken, maar uiteindelijk sta ik op het zachte, fijne zand. Er is hier geen kat en je kan je dus op je gemak omkleden zonder met wie dan ook rekening te houden, zelf naakt zwemmen zou hier geen probleem opleveren, maar dat laat ik toch maar zo.
Na een uurtje rondspartelen en bodysurfen op de golven maak ik me klaar voor de terugtocht, ik neem nog enkele foto’s van de baai en film de 10-tallen wegvluchtende krabben op de rotsen naast het strand. Tot op de plek waar het paard aangelijnd staat is het opnieuw bergop, maar dan is het afdalen tot aan het pension Pukuee, daar ga ik even in het kleine zwembadje afkoelen van de wandeling en het zout van de oceaan afspoelen. Even later ga ik toch weer op stap, naar het dorp deze keer om geld af te halen, want mijn volgende bestemming Ua Huka beschikt niet over een bank of ATM, er worden op het eiland bovendien nergens kredietkaarten aanvaard ter betaling, je moet dus zorgen genoeg cash geld bij te hebben om je uitgaven gedurende je hele verblijf op het eiland te kunnen bekostigen. Nu alleen te hopen dat het vliegtuigje morgen komt opdagen (het is namelijk hetzelfde toestel dat me naar Ua Pou zou brengen, maar in panne stond). Terug in het pension is het lunchtijd en dan neem ik wat rust en de tijd om wat te lezen en het reisverhaal aan te vullen en een internetconnectie te maken om die door te sturen, want ook dat is niet beschikbaar in mijn pension in Ua Huka.
Even na drieën zijn de pick-ups geladen met de zaken voor de bivak van de trekkers en de BBQ-spullen en gaan we op weg. Dit keer rijden we de andere kant van het eiland rond, richting vliegveld. Regelmatig zijn er weer mooie panorama’s van zowel bergen als kust te bewonderen. Het vliegveld op zich is ook het bekijken waard. De plaats om een startbaan aan te leggen was eigenlijk te kort en dus heeft men geopteerd om een hellende startbaan te creëren die de toestellen afremt bij het landen en meer vaart geeft bij het opstijgen. Het is duidelijk geen vliegveld voor beginnende piloten, zelfs de ervaren rotten in het vak durven nogal eens terugkeren als er hier te veel wind staat. De vliegtuigmaatschappij heeft hier trouwens bij de lokale bevolking de niet zo flatterende bijnaam “Air Suïcide” (zelfmoordmaatschappij, slik…). Alvorens we naar de haaienbaai rijden, brengt men mij nog even va een 4x4 pad en een korte wandeling naar de Manfred Cascade, een mooi waterval die in een poel stort waar je kan baden, ik heb mijn zwemgerief echter in de pickup gelaten en volsta dus met waden tot aan de knieën. Onderweg terug worden er nog enkele palmbladeren, kokosnoten en varens verzameld voor vanavond. Plage aux Requins is niet ver af en terwijl de trekkers hun bivak klaarmaken door het ophangen van hun hangmatten en dekzeilen gaat de rest van ons genieten van het warme water van de baai.
De schemering daalt al in als we schalen weven met de palmbladen en de kokos uit de kokosnoten schrapen om kokosmelk en kokosgebak mee te maken. Bij het licht van enkele petroleumlampen eten we rauwe vis in kokosmelk, gebakken vis op de BBQ, een lokale variant van cornedbeef en tenslotte het kokosgebak. Dat alles voorafgegaan door een cocktail van rhum en rietsuiker en vergezeld tijdens de maaltijd van een glaasje Bordeaux wijn. In het nachtelijke duister (al is het dan nog maar 8u30) keren we huiswaarts en laten de bivakkers alleen in de maanovergoten baai.

Vrijdag 2 november

Vannacht zijn er enkele fikse regenbuien overgetrokken, en ook vanmorgen rond een uur of 5 kwam het water met bakken uit de lucht gevallen, het zou me dan ook niet verwonderen als de bivakkers eerder dan verwacht terugkeren, en dus besluit ik even voor 6u snel de gezamenlijke badkamer in te duiken zodat ik al klaar ben tegen dat zij aankomen en misschien graag de douche in willen na een klamme nacht. En ziedaar als ik fris gewassen en geschoren naar mijn kamer terugkeer komen zij enigszins uitgeregend aan. Mijn koffer stond zoals gewoonlijk bijna volledig klaar zodat ik onmiddellijk naar het ontbijt kan want rond 7u vertrekken we naar het vliegveld. Ondanks hardnekkige geruchten dat het vliegtuig nog steeds niet zou vliegen, hebben noch ik, noch de mensen van het pension daarover nieuws gekregen en in dit geval is geen nieuws, goed nieuws.
Ik regel de administratie en betaling en neem nog vlug afscheid en dan zijn we weg. We maken nog even een korte tussenstop bij het medische centrum om de beide Franse meisjes af te zetten om Fiona’s verergerde oorprobleem laten te onderzoeken en eventueel een evacuatie naar Nuku Hiva of Tahiti te regelen. Op Ua Pou is er zoals op de meeste kleine eilandjes hier geen dokter, laat staan een ziekenhuis. Er is alleen een dienstdoende verpleegster die de ernst van het probleem moet vaststellen, eerste zorgen toedient en eventueel evacuatie per boot of vliegtuig oplegt naargelang het geval en de ernst van het probleem. Ik wens haar een spoedig herstel toe en wordt vervolgens naar het vliegveld gebracht.
Ondanks alle onheilsberichten is de man die het inchecken voor Air Tahiti uitvoert ter plaatse, altijd een goed teken, en de vlucht blijkt momenteel door te gaan. Tijdens het wachten barst er nog maar eens een tropische regenbui los, maar tegen de tijd dat mijn vliegtuigje land is het droog, een beetje opgeklaard en bijna windstil. De Polynesische goden zijn me blijkbaar opnieuw goed gezind. Het is nog even wachten op de uitstappende passagiers en het lossen en laden van bagage en dan mogen wij het toestel in. Het ding is zo klein dat er geen bagagecompartimenten zijn boven de hoofden, er zijn 3 stoelen per rij en er is geen deur tussen de kokpit en de cabine. Bij het starten laten de piloten de motors een paar keer goed door draaien om ze op de gewenste temperatuur te krijgen, tenslotte worden met de rem op, de beide motoren hoog in de toeren gejaagd en dan plots de rem losgelaten, waarna we als een pijl uit een boog wegschieten. De afhellende startbaan zorgt voor nog wat extra snelheid, en weg zijn we. Het landen hier zou volgens insiders een ervaring zijn die de haren ten berge doen rijzen. Het doet wel een beetje raar de piloten zo bezig te zien met dat enorme dashboard vol knopjes, lichtjes, meters en hendels.
De 300m lange landingsbaan in Ua Huka is een makkie tegenover deze van Uo Puo, de landing verloopt dan ook heel gladjes. Er moeten hier welgeteld 3 personen, mijn bagage en een pakje uit het vliegtuig. De rest is voor Nuku Hiva. Mijn gastheer van pension Rève Marquisien blijkt hier nog niet te zijn, ook niet te verwonderen gezien ik normaal maar rond de middag zou landen. Een telefoontje van de dame van Air Tahiti en hij is onderweg. Wanneer hij aankomt blijkt dat hij me bovendien maar van 4 tot 6 november hier verwachte en na het telefoontje nog even de boekingsbevestiging nazag en hun fout inzag. Daardoor is ook mijn bungalow nog niet in orde gebracht, ik laat mijn bagage in de gezamenlijke eetzaal achter en krijg de sleutels van de Mitsubishi L200 in handen gedrukt om het eiland te gaan verkennen, een meevaller want eigenlijk zijn er hier alleen auto’s met chauffeur te huur.
Mijn eerste werk is een ritje naar een winkel in Vaipae’e om wat inkopen te doen, een versnapering voor onderweg, een antimuggen middel want mijn beide flesjes zijn op (doch helaas de voorraad van de winkel ook) en wat te drinken. Dit blijkt het tweede eiland na elkaar waar er geen light of zero versies van frisdrank te vinden zijn, niet eens bruisend water. Ik koop dan maar een fles plat water en een fles gewone cola, voor gebruik met mate. Vervolgens gaat het verder naar het haventje van het stadje, deze ligt aan het einde van een 1km lange kloof die het haventje onzichtbaar maakt van op de oceaan, en dan ook heel toepasselijk de onzichtbare baai noemt.
In het dorpje is er ook een museumpje, juist naast het gemeentehuis, waar je ook gaat vragen of ze de deur even willen openen. In het kleine éénkamermuseum staan enkele verrassende bezienswaardigheden. Naast enkele maquettes van de pirogues die de Polynesiërs tijdens de grote migratie gebruikten om Frans Polynesië te ontdekken en te bevolken, staan er ook heel wat houten tiki’s, zelf enkele authentieke, half weggerotte maar nog goed herkenbare exemplaren, een replica van een originele woning en de nooit ontbrekende tapa’s met getatoeëerde krijgers erop. Voorts enkele vitrinekasten met gebruiksvoorwerpen in steen (hakbijlen, messen, juwelen, bewerkte lege kokosnoten, enz.) Buiten staan er dan ook nog enkele Tiki’s in rode tufsteen (rood was een heilige kleur voor de Polynesiërs). Zoals de meeste van dergelijke museums hier in Frans Polynesië is ook dit gratis, je moet alleen de moeite willen doen om de persoon te vinden die de sleutel heeft… . Dat gezegd zijnde wordt een kleine donatie altijd geapprecieerd, doch het is zeker niet zo dat dit opgedrongen wordt, in dit geval is het zo dat ik het zelfs niet geweten zou hebben moest het niet in mijn reisgids gestaan hebben, en als ik de donatie overhandig moet ze naarstig op zoek naar de donatiebox die ergens in een verloren hoekje is verdwaald.
De tocht gaat nu verder richting Hane, een dorpje aan de andere kant van het vliegveld, daarvoor moet ik een heel stuk het binnenland, rond enkele bergen. Het is verbazend hoe elk eiland hier toch zijn eigenheid heeft, niet alleen qua bevolking, maar ook wat betreft landschap en zelfs fauna en flora. Deze laatste mogen dan over alle eilanden van een archipel vrijwel gelijk zijn, doch door de grote verschillen in aantal specimen van een bepaalde soort krijg je toch een gans ander beeld. In Ua Pou was er bijvoorbeeld bijna geen open plekje te vinden, terwijl hier in Ua Huka ganse bergen alleen gras en bloemen (vooral witte en roze) als bedekking hebben met nauwelijks een struikje, laat staan een boom (op de delen van de eilanden die bewoont en te bezoeken zijn), de valleien daarentegen zijn dan weer overdadig gevuld met alle tropische overdaad die je maar kan indenken. Waren het in Ua Pou de 12 rotspieken die het silhouet bepaalden, hier zijn dat statige bergketens en twee uitgedoofde vulkaankraters. En zo is elk eiland weer een nieuwe ontdekking en een bron van verrassingen. De rit brengt me over een perfecte betonweg terug naar de kust waar enkele motu’s de kustlijn sieren, hier geen zandeilandjes op een koraalbasis met palmbomen, maar stoere, hoekige rotspartijen die de directe inslag van de oceaangolven incasseren. In Hane is het Maritiem museum ook weer dicht, maar hier blijkt de eigenaar van de sleutel momenteel het eiland te doorkruisen met prachtige bloemstukken voor Allerzielen. Daar zijn onze chrysanten toch maar klein bier tegen hoor! Het is verbazend te merken hoe men hier ondanks de bloemenweelde die en hier in elke tuin en het omringende landschap aanwezig is, men er toch steeds voor zorgt altijd ook bloemen in huis te hebben, zij het als snijbloemen in een vaas, als een bloemstuk of losse bloemblaadjes die kasten, bedden, kussens en wastafels sieren, en de bloemen die in het haar gedragen worden niet te vergeten! Gelukkig kan ik door de vaalgrijze vensters het grootste gedeelte van de inventaris zien die vooral over de traditionele pirogues gaat. Deze kano’s of kajaks die voorzien zijn van een tweede romp, worden trouwens nog steeds gebruikt zij het uit kunststof gemaakt in plaats van de originele natuurlijke materialen. Het principe is hetzelfde als dat van een catamaran, het lijkt me zelfs erg plausibel dat deze laatste hiervan afgeleid zijn. Ik rijd langs de bochtige weg die de diep ingesneden kust volgt verder naar Hokatu, het laatste van de 3 aanwezige dorpjes op het eiland. Zo gauw ik het dorp inrijd wordt ik uitgenodigd om een verfrissend drankje te komen drinken, onder het genot van een glas limoensap met water wordt er honderduit gepraat en gegrapt alsof ik hier al 10 jaar woon in plaats van vandaag aangekomen ben. De vrouw die me uitgenodigd heeft blijkt ook op het vliegveld langs gekomen te zijn toen ik daar wachtte op mijn transfer. Onder de andere gasten is er een koppel van Franse origine die voor de toeristische dienst werkt en die van het eiland een toeristische trekpleister wil maken voor vogelliefhebbers. Er zitten hier enkele bedreigde vogelsoorten die op de andere eilanden niet meer voorkomen, dit kan echter alleen behouden worden indien er geen zwarte ratten op het eiland komen (via boten en hun lading), deze zijn namelijk catastrofaal voor het vogelbestand in tegenstelling tot de Polynesische of de Noorse rat (weet je trouwens waarom de Noorse rat niet in palmbomen klimt? Juist ja, omdat ze in Noorwegen geen palmbomen kennen…). En dus wordt nauwlettend in de gaten gehouden of er geen ongewenste indringers gemeld zijn en indien er maar een schijn van een vermoeden is, worden er vallen en vergif voorzien om de ongewenste migrant te snappen.
De Polynesische vrouw heeft naast een pension ook nog een winkeltje waar ze antimuggen middel op basis van Monoi-olie heeft, normaal is het vandaag gesloten, maar om een behoeftige toerist verder te helpen, aarzelt ze niet om die even 5 minuten te openen. Hetzelfde geldt voor souvenirwinkel met traditioneel houtsnijwerk van haar echtgenoot, die pas geopend wordt op mijn vraag, zonder enige aankoopverplichting of druk van hun kant trouwens. Erg verfrissend voor iemand die gewend is en leeft met de achterdocht van de Noord-Afrikaanse gastvrijheid-om iets-aan-te-smeren mentaliteit. Als je hier aangesproken of gastvrij ontvangen wordt is dat omdat dit hun natuur is. Ik heb hier nog geen tegenligger of voetganger voorbijgereden zonder begroet te worden. En ik ben zeker dat tegen vanavond alle 600 mensen op het eiland weten dat er een Belg met de auto van het pension van Rève Marquisien rondrijdt over de 13km weg op het eiland.
Ik ben trouwens op het einde van die 13km gekomen en draai dus terug, in Hane neem ik de afslag het binnenland in die me bij een archeologische site met Tiki’s zou moeten brengen. Na een tijdje gaat de weg over in een onverhard, stijl pad, dat door de regelmatige buien van vandaag veranderd is in een modderige glijbaan, waar zelfs de 4x4 met differentieel ingeschakeld en de modderbanden van de Mitsubishi niet tegen op kunnen. Het wordt een hachelijke achterwaartse glibberpartij tot op het beton. Ik besluit dan maar terug te keren naar mijn pension en maak nog juist een stop aan het Arboretum, waar diverse citrusvruchtbomen gekweekt worden om vast te stellen welke variëteit hier het beste gedijd en deze dan te introduceren.
Een deel van die vruchten belanden die avond op mijn bord als voorgerecht en dessert met daartussen een visgerecht van Taza (vissoort). Het wordt een aangenaam en lekker avondmaal met geanimeerde gesprekken met Koti (de pensionuitbater) en zijn vader. Moeder de vrouw is met de baby (en de andere kinderen) naar Tahiti voor een jaarlijkse medische controle en blijft daar tot december wanneer Koti zich bij hen voegt om met de familie daar de feesten door te brengen (de vliegtuigreizen tussen de eilanden zijn voor de meeste lokale mensen te duur, net zoals de schaarse verbindingen over water trouwens, om dit regelmatig te doen). Intussen vind puppy Boomer het een leuk spelletje om mijn schoenen (die je in Polynesië uit doet, alvorens een huis te betreden) te verstoppen. Al dat reizen eist toch wel zijn tol want tijdens het uittypen van mijn reisverhaal dommel ik zowaar in, al is het nog geen 22u. Een uurtje later is het de laptop die in slaapstand staat en houd ik het gezien voor vandaag. De regen op het dak vergezelt me naar dromenland.

Zaterdag 3 november

Vanmorgen wordt ik verwelkomt door een blauwe lucht, dacht ik eerst dat het de ganse nacht geregend had, vanmorgen kom ik tot de conclusie dat een deel van dat geluid afkomstig is van het bergriviertje dat onderaan de vallei kabbelend voorbijkomt. Tijdens het ontbijt stelt Koti me voor dat ik opnieuw de auto neem vandaag en na het eten legt hij me uit hoe ik bij enkele startpunten van wandelingen kan komen, want zoals op de meeste plaatsen in Frans Polynesië zijn die niet aangeduid of bewegwijzerd. De eerste bestemming brengt me naar het dorp Vaipaee, waar ik enkele flesjes water aankoop en dan naar het vertrekpunt van de eerste wandeling rijd. De onverharde weg die het begin van de wandeling naar de grote (uitgedoofde) vulkaankrater vormt, lijkt me wel doenbaar met de 4x4 en met mijn eigen wagen of eentje van een huurmaatschappij had ik het zeker geprobeerd, maar in dit geval besluit ik toch maar te voet de wandeling aan te vangen. Het pad loopt zigzaggend de berghelling op en geeft me mooie uitzichten op het dorp en de vallei waar het in ligt. Ik kruis twee jagers te paard (een favoriet tijdverdrijf van de Marquezanen), maar dat zijn zowat de enige personen die ik tegenkom. Een Polynesiër zal trouwens nooit een dergelijke wandeling doen als ontspanning en begrijpt ook meestal niet wat een toerist erin ziet. Ze zijn nog steeds verwonderd dat een toerist iets dergelijks tegen betaling wil doen. En er zit natuurlijk wel een logica in, waarom wandelen wij graag onder een loodzware zon, lastig gevallen door allerlei insecten, zwetend als een paard, worstelend met bomen, doornige struiken en enkelverstuikende stenen? Je wordt zowaar filosofisch onder de drukkende zon.
Halverwege de wandeling verlaat ik het pad dat naar een huisje op de naburig berg lijkt te lopen en volg een spoor door de weides waar enkele paarden verbaasd naar die mens kijken die op zijn eigen poten loopt in plaats van op hun rug zit. Dat het leven hier niet altijd gemakkelijk is valt te merken aan meerdere schedels en beenderen van paarden die op de helling verspreid liggen. Gezien er op deze eilanden geen roofdieren zijn, vermoed ik dat het dieren betreft die een poot gebroken hebben op één van de talloze stenen tussen het gras. Ik bereik uiteindelijk de kratermond en heb een heerlijk panorama over de ganse krater, de oceaan en zelfs het vliegveld en Motu Hane. Dit overzicht geeft een veel beter idee over hoe het eiland aan deze kant in elkaar zit (het is het enige bewoonde en bereikbare deel van het eiland, ¾ ervan is ontoegankelijk en onbewoond). Gans anders dan hoe je het voorstelt als je met de auto rondrijdt. Ik volg het steeds smaller wordende pad over enkele steile hellingen waar het oppassen is om het evenwicht te bewaren om een zicht te krijgen op het dorp, de vallei en de 1km lange kloof die de haven met de oceaan verbind.
Na de nodige foto’s genomen en gefilmd te hebben,meen ik een pad op te merken dat aan deze kant van de berg verder loopt en besluit het te volgen. Alles gaat goed tot ik aan een steile klif kom waar blijkt dat het wandelpad eigenlijk een geitenpad is. Ik vind toch een iets of wat veilige manier om verder te gaan tot ik aan een 2e klif kom die nog steiler lijkt te zijn en me niet echt een goed idee lijkt om af te dalen. Doch de enige andere optie is de hele weg terug waar ik nogal tegenop zie. Dus probeer ik alsnog af te dalen, wat nog aardig lukt al gaat het wel traag en is het enkele keren schrikken als er rotsen afbrokkelen waaraan ik me vasthoud. Ik raak veilig wel beneden met een vuil t-shirt en sokken als enige schade.
Toch wel een route die ik als ik het op voorhand geweten had, niet genomen zou hebben. Ik ben halverwege het pad terug naar beneden aangekomen en wandel terug richting auto, een Defender (welke anders) rijdt me tegemoet op het pad en de chauffeur groet me. Bij mijn auto aangekomen gaat het vervolgens naar het dorpje Hane waar ik alsnog één van de oudste archeologische sites van Frans Polynesië wil gaan bekijken, het eiland zou trouwens één van de eerst bevolkte van de hele regio zijn. Na de mislukte poging gisteren met de auto, waag ik het er nu te voet op. Hier geen gevaarlijke paden alleen heel veel muggen die blij zijn om een keertje vers Europees bloed aangevoerd te krijgen. Ook hier voert de wandeling me gedeeltelijk langs een onverharde, modderige weg, alvorens aan een drietal betonnen treden af te splitsen. Ik klim de helling op over blootliggende boomwortels tot aan een eerste stenen platvorm, en beetje hoger ligt er een tweede met een voorraadput of offerput waarna er opnieuw een reeks betonnen trappen in L vorm de helling oplopen. Bovenaan deze trappen vind ik dan het platvorm waarop de drie 1m grote Tiki’s staan. Alle drie zijn nog goed als dusdanig herkenbaar ondanks hun ouderdom, bij twee ervan zijn ook de oren goed herkenbaar die uitsteken bij de derde dan weer de benen en zijn geslacht. Gezichtsuitdrukking, ogen en mond zijn dan weer gegraveerd in de steen.
Ik keer via dezelfde weg terug alvorens de muggen geen bloed meer overlaten, en was aan het riviertje bij de auto een cm dikke laag modder van mijn schoenzolen. Vervolgens rijd ik enkele honderden meters naar de baai van Hane waar ik wat ga snorkelen om af te koelen en kan onverwacht nog wat genieten van het koraal en de vissen die er leven. Ook hier wordt ik weer vriendelijk onthaald door de lokale mensen die ook genieten van een zwempartij.
Ik keer terug richting pension en stop halverwege voor een laatste wandeling naar de kleine krater, een kleinere uitgedoofde vulkaan die zich wat verder van de kust bevind. Dit is een wat kortere wandeling door kniehoog struikgewas die me een mooie blik op een met gras en jonge boompjes begroeide kratermond geeft. Benden in de krater stoeien enkele geiten die enkele bizarre geluiden maken. Ik heb wel genoeg gewandeld voor vandaag en besluit niet de hele kraterrand rond te lopen, maar terug te keren naar de auto. Tegen 5u ben ik opnieuw bij Rève Marquisien en heb nog ruim de tijd om te douchen alvorens het avondeten klaarstaat. Na de douche lijkt lijn borstkas en buik vol rode plekjes te zitten, blijkbaar een allergische reactie op iets in het water in de baai van Hane. Waarschijnlijk algen of iets dat door de overvloedige regens van de voorbije dagen door de rivieren mee de baai is in gespoeld. Ik heb er verder geen last van in tegenstelling tot de vele muggenbeten die heel wat jeuk veroorzaken. Ik lijk ook wat irriterende splinters of sneetjes in mijn vingers te hebben, maar weet niet of dat van de rotsen op de eerste wandeling, het koraal of de zee-egels in de Hane baai is.
Vanavond staat er een salade met grote roze garnalen op het menu, gevolgd door gebakken taza (vis) met saffraansaus en een heerlijke chocolademousse, allemaal klaargemaakt door Koti. Tijdens en na de maaltijd wordt er nog wat gekeuveld over de voorbije dag en het leven op het eiland. Als enige klant maken ze ruim de tijd voor me vrij. Ik krijg nog enkele boeken over het eiland te leen die ik morgenvoormiddag wat kan inkijken.

Zondag 4 november

Vandaag vertrek ik rond de middag, gezien ik zowat alles op het eiland heb gezien, uitgezonderd enkele rotsgravures die zich op een moeilijk bereikbare plaats in het centrum van het eiland op een hoogplateau bevinden en niet te vinden zijn zonder gids. Enige optie zou een rit te paard met gids zijn, die niet aanbevolen wordt voor onervaren ruiters (ik heb nog nooit op een paard gezeten, uitgezonderd misschien een pony op een kermis in mijn jonge jaren). Mijn gastheren weten trouwens uit goede bron dat de rotsgravures bijna helemaal overwoekerd zijn en zelfs voor de ervaren gidsen soms moeilijk terug te vinden (het is hier trouwens een kwestie van weken, niet van jaren zoals bij ons, alvorens de natuur hier alles opnieuw overneemt als iets niet goed vrijgehouden wordt. Ik ben nu dus wat tijd om de opgelopen achterstand in mijn reisverhaal in te halen, de boeken over de markiezen wat in te kijken en het gevecht aan te gaan met de talloze muggen, die zich in deze vochtige omstandigheden (er vallen weer heel regelmatig hevige regenbuien) heel goed in hun sas voelen.
Gezien het zondagmorgen is bevind zich zowat iedereen in Frans Polynesië zich trouwens in de kerk voor de misviering (neen niet de miss-Polynesië verkiezing).
Om 10 voor 12 vertrekken we richting luchthaven met een laatste rit door Vaipae’e, ook nu valt er zo nu en dan nog wat fijne regen. Op de luchthaven wordt mijn bagage ingecheckt en neem ik afscheid van Koti, nu is het alleen nog wachten op het vliegtuig. Een kwartier voor de geplande vertrektijd slaat de Air Tahiti saga weer toe. Het vliegtuigje komt wel, maar zal terugkeren naar Nuku Hiva omdat het wegens te zware bewolking niet mogelijk is te landen in Hiva Oa. Deze keer bovendien geen compensatie of betaling van een extra nacht pension omdat dit niet te wijten is aan Air Tahiti, maar een geval van overmacht is. Ik heb ondertussen bedacht dat gezien ik hier nog maar enkele dagen ben, ik in elk geval op een eiland moet geraken vanwaar er vluchten naar Tahiti vertrekken, in principe dus Nuku Hiva of Hiva Oa. Gezien ik een airpass heb en ook de vluchten van UA Huka naar Nuku Hiva, van Nuku Hiva naar Hiva Oa (via UA Huka) en de vluchten van Nuku Hiva naar Pape’ete daartoe behoren (alhoewel ik die niet gereserveerd heb), heb ik dus de mogelijkheid om vandaag naar Nuku Hiva te vliegen, indien het weer het toelaat morgen naar Hiva Oa (wederom via hier) of indien niet het niet betert, rechtstreeks van Nuku Hiva naar Pape’ete. In dat laatste geval bezoek ik Hiva Oa natuurlijk niet. Ik leg dit voor aan de Air Tahiti medewerkster, die na enkele telefoontjes bevestigd dat dit geregeld kan worden. De Air Tahiti medewerkster wacht nog tot de Twin Otter land om een definitief antwoord te geven wat betreft de Hiva Oa vlucht. Even later komt die aan en, wonder o wonder, de piloten willen toch een poging ondernemen om op Hiva Oa te vliegen, zonder garantie dat we er ook zullen kunnen landen. Maar de situatie ter plaatste zou ligt verbeterd zijn.
Even later zijn we dan toch onderweg met 6 passagiers, die ongerust het wolkendek in het oog houden. Maar als Hiva Oa in zicht komt blijken de wolken op afstand te blijven en onder gejuich van de passagiers wordt de landing ingezet. Door al het gedoe vergeet ik bijna mijn bagage op te halen, en ga dan staan wachten op mijn transfer naar Pension Kanahau. Er komen ontzettend veel auto’s met passagiers aan en ik bedenk dat die nooit in dat kleine vliegtuig kunnen, maar wat blijkt, vanmorgen zijn twee (minder kleine ATR) vliegtuigen vanuit Pape’ete en Nuku Hiva naar hier gekomen en na 40 minuten rondvliegen onverrichterzake naar hun vertrekpunt teruggekeerd (via Nuku Hiva om bij te tanken), deze zijn door de weersverbetering nu ook teruggeroepen en worden binnen afzienbare tijd verwacht. Gelukkig maar want door alle gedoe met geannuleerde en dan toch doorkomende vluchten, is men de pensions vergeten te waarschuwen dat de Twin Otter van Ua Huka is aangekomen, en heeft men alleen gevraagd de passagiers voor Nuku Hiva en Pape’ete terug naar de luchthaven te brengen. Men kan zich de chaos op het eiland voorstellen. Gelukkig waren er ook nog klanten van Pension Kanahau die één van de vliegtuigen moesten hebben, zodat ze naar de luchthaven komen en mij daar aantreffen. Tania, de uitbaatster, vraagt me verbaasd hoe ik hier gekomen ben en dan volgt de hele uitleg. Nu is het wachten op de terugkerende vliegtuigen met de nieuwe klanten en de bevestiging dat de vertrekkende klanten ook echt vertrekken. Na enige tijd is het vliegtuig uit Nuku Hiva er en daarmee twee klanten en later volgt dan ook dat uit Pape’ete, maar dan ben ik al op weg naar het pension, waar er voor enkele snacks wordt gezorgd gezien ik, en evenmin de mensen van Nuku Hiva deze middag iets gegeten hebben. Later komt er dan ook nog een gezin met de vlucht uit Pape’ete aan en blijkt er nog een heel gedoe met de piloot geweest te zijn die eigenlijk niet meer wou vertrekken wegens het late uur dat hij zou aankomen in Nuku Hiva en dus ook in Pape’ete, zodat de vertrekkende passagiers alsnog in de problemen zouden komen. Doch in dat geval zou Air Tahiti wel moeten tussenkomen in de kosten gezien het dan geen geval van overmacht meer is en dus wordt er van de maatschappij uit druk uitgeoefend op de piloot om alsnog te vertrekken, en dat gebeurt dan uiteindelijk ook. Marc, de echtgenoot van Tania brengt 8 mensen van het pension naar een roulotte waar ik een steak friet met roquefortsaus bestel, die bijzonder lekker blijkt te zijn. Zo eindigt een turbulente dag waarbij alles uiteindelijk nog in orde gekomen is. Bij het schrijven van dit deel van het reisverhaal zit ik op het terras in het gezelschap van tientallen hagedissen, maar dat heb ik graag want die eten muggen en andere insecten.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Maandag 5 november

Vanmorgen om 8u20, na het ontbijt, worden we naar het haventje van Atuona in de baai onder het pension gebracht voor een dagtocht naar Tahuata, het kleinste bewoonde eiland van de Markiesarchipel en het zustereiland van Hiva Oa. Het eiland wordt van Hiva Oa gescheiden door het 4km brede Bordelais kanaal, doch onze tocht voert ons verder naar de andere kant van het eiland, naar het dorpje Vaitahu. We varen daarbij zowel langs een deel van de ruige kust van Hiva Oa, als van die van Tahuata met steile rotswanden waartegen de golven hoog opspatten, afgewisseld met baaien met goudgele zandstranden met palmbomen, waarvan er in eentje een zeiljacht voor anker ligt. Een perfect plaatje voor een Stille Zuidzee brochure. Niet zo idyllisch is de vrij zware zee die onze vissersboot doet dansen op de golven. Als we door een zone varen die lokaal de “wasmachine” genoemd wordt beginnen er enkelen van ons toch wat witjes rond de neus te zien.
Eens veilig in Vaitahu aangekomen worden we verwelkomt door Doudou (een ex-Franse militair) en zijn vrouw Hélène. Ons eerste bezoek brengt ons bij een speciaal voor ons opgezette markt met kettingen van zaden, oorbellen, armbanden, ringen en houtsnijwerk, uit hout, beenderen (naar ik hoor niet van mensen), schelpen en andere plantaardige materialen zoals zaden en nootjes. Er zitten echt knappe dingen bij wat het kiezen moeilijk maakt. Gelukkig is daar nog het prijskaartje die de keuze al wat inperkt! Vervolgens bezoeken we de uit hout en stenen opgebouwde katholieke kerk die in schil contrast staat met het bouwvallige houten protestantse kerkje. Ook de binnenkant is een kijkje waard met zijn grote, kleurrijke glas in loodraam en enkele puike stukjes houtsnijwerk.
Hierna worden we naar enkele 4x4’s geloodst die ons over een onverharde weg naar Hapatoni brengen, met enkele stops onderweg waar Doudou wat meer uitleg geeft over de planten hier. Ook een weetje; iedereen heeft hier de gewoonte als ze ergens langskomen (voor de jacht of als wegenwerker bvb), allerhande fruitbomen te planten. Soms bestaat dat gewoon uit het in de berm gooien van enkele vruchten. Wat ervoor zorgt dat er overal gratis fruit voor handen is, of dat nu kokosnoten, mango’s, bananen of papaja’s zijn. Overwoekerd door de jungle zien we ook regelmatig stenen platvormen of muurtjes opduiken tussen het groen, als stille getuigen van een lange geschiedenis. Bij één stop trekken we enkele tientallen meters het tropische woud in om een kijkje te nemen bij enkele duidelijk herkenbare hiërogliefen, waarvan echte niemand de betekenis van kent. Sommige lijken een beetje op een tiki, anderen zijn dan weer volledig abstract.
Na enkele onvrijwillige bloedtransfusies aan de plaatselijke muggen bevolking rijden we verder naar een uitzichtpunt over de baai van Hapatoni, de dolfijnen die zich hier nogal eens laten zien, laten vandaag verstek gaan. We rijden vervolgens het dorpje in over de Royal Road in de 19e eeuw gebouwd in opdracht van Queen Vaekehu II en geflankeerd door 100 jaar oude Tamanu bomen. Ook hier een ambachtelijk marktje ter onzer ere, met bloemenkransen ter verwelkoming, deze keer met een zang en dansvoorstelling van 4 jongens en 2 meisjes begeleid op drums, die zeker meer dan de moeite waard is. Bovendien ook heel anders dan wat ik op Tahiti zag. Ook de verkochte spulletjes op de markt zijn weer de moeite waard.
Als de klokken van het kerkje geluid worden voor de mis van 12u, rijden we een stukje terug naar het huis van Doudou en Hélène, waar we het middagmaal nuttigen op het terras met zicht op de baai. We krijgen onder andere rauwe vis in kokosmelk, kip in kokosmelk en “noch warm noch koud” een gerecht bestaande uit rauwe maar warme tonijn met gember. We ronden af met papaja’s en koffie en worden vervolgens naar de haven van Hapatoni gebracht waar ons vissersbootje ons al opwacht.
We varen naar Hanamoenoa Bay, dat alleen over water bereikbaar is, en leggen aan bij een mooi zandstrand. Op het eerste zicht valt er niet veel te zien bij het snorkelen, al vind ik wel een mooie schelp (een hoorntje), maar als ik me naar de uiteinden van de baai wend, waar het rotsachtig is, kom ik heel wat vertrouwde vissoorten, die ik ook al de vorige weken zag, tegen en ook weer enkele nieuwe. Er is zelfs wat koraal te zien. Maar mijn favoriet blijf toch een 30cm lange, 10cm hoge veelkeurige vis, die zowat alle kleuren van de regenboog heeft. De tijd vliegt voorbij en al gauw is het tijd om terug te keren naar Hiva Oa. Ons bootje gaat zo mogelijk nog harder te keer dan op de heenweg, wat dit maal wel één zeezieke oplevert, en neen het was ik niet.
Eenmaal terug in de haven wordt er afgerekend en komt Tania ons afhalen. Ik bestel als avondmaal een pizza die waneer die wordt gebracht een klein karrenwiel als omvang blijkt te hebben… .
De avond is weer vlug voorbij met wat praten met enkele mensen van het pension.

Dinsdag 6 november

Vanmorgen brengt men tegen 9u00 de Suzuki Jimny die ik voor 1 ½ dag wil huren. Na de douche ga ik ontbijten en krijgen we van Tania enkele ontroerende en enkele grappige verhalen over Jacques Brel, die hier toch wel een hele grote impact op het eiland en dan vooral op Atuona heeft gehad. Tania heeft hem als kind gekend en haar moeder was met hem bevriend en was zijn verpleegster. Niet alleen was hij het die de plek voor het huidige vliegveld heeft uitgekozen, voor landingen met zijn vliegtuigje Jojo, en deed hij evacuatievluchten voor ernstige zieken en gewonden naar eilanden met een hospitaal, zoals Pape’ete, hij was het ook die televisie en film naar het eiland bracht, een jeugdcentrum voor jongeren ondersteunde en de bevolking trots en eigenwaarde teruggaf. Pas op het einde van zijn leven hebben enkele hier beseft hoe beroemd hij was.
We zitten te schudden van het lachen als Tania ons verteld wat de reactie van de mensen waren toen ze voor het eerst televisiebeelden (niet rechtstreeks maar film en dergelijke op cassettes die hij in Europa bestelde en via een videospeler afspeelde). Enkele anekdotes:
Als klein kind ging ze samen met de ganse familie en het hele dorp naar de Mairie (gemeentehuis) waarvoor Brel een toestel had aangeschaft. Met zijn allen zaten ze voor een met een gordijntje afgeschermde TV en toen dat openging vroegen de ouderen zich af waarom ze naar een vierkante doos kwamen kijken. Toende TV echter begon te spelen vroegen ze zich verschrikt af hoe hij die mensen zo had kunnen verkleinen en in die doos stoppen. Al gauw zaten er meer mensen achter het toestel dan ervoor om te zien langs waar die kleine mensjes erin konden. Tot Brel hen terug naar voor het toestel stuurde. Ze bleven echter de kleinste kinderen naar achter het toestel sturen om het geheim te ontdekken.
Omdat de voorraad films beperkt was ging hij de films herhalen, altijd een nieuwe film in combinatie met een oude. Doch, toen de oude reeds gespeelde film werd herspeelt waarin er iemand overleed, raakten enkele ouderen in paniek en dachten dat satan hier de hand in had, de heel gelovige bevolking, kon niet begrijpen dat de dode die ze zelf zien overlijden hadden, daar nu opeens terug was en sloegen bijgelovig constant kruisen en bidden (Polynesiërs waren zo bang van boze geesten bij begrafenissen van hun eigen doden, dat ze die zo snel mogelijk afwerkten en er vandoor gingen, terwijl zwangere vrouwen, kinderen en zwakke ouderen er zelfs geen deel aan mochten nemen, omdat deze extra bevattelijk zouden zijn voor die boze geesten).
Toen Brel Westerns (met John Wayne notabene) begon te projecteren, in wat nu een drive-in cinema zou genoemd worden, riepen en schreeuwden de aanwezigen om de goede te waarschuwen, als de kwade in aantocht was. Ze gingen zelfs zover dat ze stenen naar het scherm wierpen, om de goede te waarschuwen, tot Brels ontsteltenis en tegen hen riep om op te houden voor het scherm zou beschadigd worden. Tot zijn vriendin en compagnon Madly (hier Doedoe genoemd, was trouwens een ex-Claudette uit Guadeloupe) hem erop wees waarom ze dit deden.
Tania’s moeder is nog steeds goed bevriend met Brels weduwe en die logeert dan ook in dit pension wanneer ze langs komt. Haar moeder was zoals gezegd verpleegster (er was, en is nog steeds, geen dokter op het eiland, wegens te klein bevolkingsaantal), en was diegene die Brel zijn injecties tegen de pijn toediende Brel leed aan kanker en is daar uiteindelijk ook aan overleden). Zij wordt hier ook Brels alibi genoemd, omdat die al een keer graag een pint ging drinken met enkele vrienden in het dorp, en dat nogal eens deed als hij zijn injectie moest komen halen, en dus uren te laat, goed in de wind thuiskwam, waarbij hij Tania’s moeder en fictieve patiënten met wachttijden als gevolg als uitvlucht opgaf.
Tania herinnert zich vooral ook de man met het verkeerd geknoopte hemd, in de bar werden de hemden al eens losgeknoopt vanwege de warmte en in benevelde toestand weer dichtgeknoopt, vandaar… . Er volgen nog vele anekdotes, sommige grappig, andere ontroerend, die Jacques Brel vooral als een man met een grote mond en een klein hartje portretteren. Een heerlijke manier om de dag te beginnen.
Mijn kleine 4x4 wordt uiteindelijk maar tegen 10u afgeleverd (met dank aan de vorige huurder), ik rijd vervolgens naar het centrum van Atuona, om geld af te halen, boodschappen te doen (er is op het eiland maar één restaurant buiten Atuona en dus zorg ik voor een casse croute en drankjes) en postzegels aan te kopen, doch in het postkantoor is er maar één loket open en staan er wel 10 mensen (waar heb ik dat nog gehoord?). Dat wordt dus iets voor morgen.
Ik rijd het binnen land in naar de oostkant van het eiland, richting het dorpje Puamau waar ik naar de Iipona archeologische site wil. De weg tot even voorbij het vliegveld is van beton voorzien, maar gaat dan over in een onverharde weg, voorzien van de nodige plassen en soms wat modder door de vele regen de laatste tijd. Ook vandaag vallen er regelmatig buien, het klimaat is hier ook goed door elkaar geschud de laatste jaren. Normaal Is dit hier de droge periode, voorgaande jaren hebben ze hier enkele zeer droge jaren gehad, doch dit jaar is al een heel nat jaar geweest. Eens aan de oostkust aangekomen krijg ik ondanks het grijze (maar warme) weer, opnieuw enkele schitterende panorama’s voorgeschoteld. De weg kronkelt langs de kliffen met veel haarspeldbochten naar valleien en er vervolgens op dezelfde wijze weer uit.
Op mijn eindbestemming aangekomen vind ik de site zoals de wegbeschrijving in de reisgids aangeeft niet. Ik beland met de 15inch baanbandjes van de Suzuki Jimny op de steile paden van een bananenplantage. De wielen beginnen meer en meer door te slippen en de achterkant van het autootje draait al een keer weg op het smalle pad. Ik stop want dit heeft geen zin, bovendien zie ik aan het pad dat er hier in geen maanden nog een auto heeft gereden, en ik weet dat enkele andere pensiongasten een uurtje geleden nog op de site geweest zijn (ik ben hen gekruisd op de terugweg en even met hen gebabbeld). Zij hadden bovendien geen ervaring met een 4x4, dus ben ik er wel van overtuigd dat die hier nooit geweest zijn. Ik keer schuivend en glijdend terug naar het beton van het dorp en vraag daar de weg.
De wegbeschrijving van de reisgids blijkt niet meer up to date te zijn (het is nochtans een versie van september 2012), het enige off road dat je hier nog moet doen is het stukje naar de parking. De site is prachtig gerestaureerd en voorzien van mooie bloemen en planten die het geheel opfleuren. Op de verschillende platvormen staan enkele Tiki’s, waarvan er eentje wel een schildpad lijkt, maar wat volgens de beschrijving een vrouw in bevallingshouding zou moeten zijn. De grote Tiki Takaii is met zijn 2.67m de grootste tiki in Frans Polynesië en is genoemd naar een sterke leider tijdens de stammenoorlogen. Een tweede Tiki zou zijn echtgenote zijn. Er bevinden zich nog 3 andere tiki’s op de platvormen, waarvan er eentje zijn hoofd kwijt is en een andere dat kwijt was, maar dat werd terug geplaatst door de archeologen. Plotseling begint het weer te gieten en ga ik op een loopje terug naar de auto. Na 5 minuten is de bui weer over en keer ik nog even terug om de site verder te bekijken.
Even verderop is er het graf van de laatste dorpschef en zijn vrouw, ook voorzien van twee tiki’s, op het terrein van het enige restaurant aan deze kant van het eiland. Nog wat verder rijzen de stenen muren van een grote Pae Pae voor me op (ook een platvorm). Ik keer via dezelfde weg terug tot ik aan een splitsing kom naar het dorpje Hanapaaoa, waar ik de Tiki Moe One wil gaan zoeken op de hellingen boven het dorp. Deze onverharde weg is echter veel gladder dan de vorige, en ook weer erg steil. Het oppervlakte bestaat bijna uitsluiten uit een roodkleurige leem dat nu een gladde brij geworden is. Met nog meer regen in aantocht, besluit ik halverwege de afdaling terug te keren, want ik vrees dat ik het anders misschien niet meer zou halen. Het blijkt een wijs besluit, want zelfs nu verliest de Jimny al geregeld zijn grip, ondanks de ingeschakelde kleine versnellingen en de differentieel.
Wanneer ik uiteindelijk weer op de verharde weg ben, neem ik de route naar Hanaiapa, deze is volledig verhard en brengt me naar het dorpje aan de baai met dezelfde naam. Het dorpje is erg mooi met vele bloemen en kleurige planten en fruitbomen die de straten afzomen. Het keienstrand geeft uitzicht op een baai waarvoor in het midden een eenzame rots prijkt. Ik ga er op zoek naar een Artisanat dat gespecialiseerd is in Tapa’s en bewerkte kokosnoten. De vrouw, Nadine, blijkt een uitgeweken Leuvense te zijn die na 30 jaar nog goed het Nederlands meester is. Ik koop er een mooi tapa met de afbeelding van een getatoeëerde Polynesische vrouw. Ze wijst me bovendien ook de weg naar de steengravures die enkele honderden meters verder te vinden zijn op een grote rots. Het zijn in dit geval geometrische, abstracte figuren. De muggen maken weer een keer overuren, zodat ik nog maar wat van de vettige Monoi-olie opsmeer. In tegenstelling tot de meeste anti-muggen middeltjes ruikt deze in elk geval wel lekker.
Ik eer terug naar de andere kant van het eiland eet onderweg een late lunch in de vorm van de casse croute, en vind met de hulp van een passerende auto de lachende tiki. Een 300m van de weg (volgens het bordje, meer 1000m naar mijn mening) staat er in een bos een tiki met een glimlach en iets wat op een bril gelijkt. Volgens mijn pensionhoudster is het geen echte authentieke tiki, want een lachende tiki bestaat niet in hun cultuur en de op een bril gelijkende verdikking rond de ogen met twee beentjes naar de oren, doen mij vermoeden dat ze gelijk heeft. Maar het blijft een mooi beeldje.
Door het grijze weer wordt het al wat donker tegen de tijd dat ik terug de heuvel oprijd naar het Pension Kanahau. Door mijn late lunch heb ik geen zin in een avondmaal zodat ik deze maar een keer over sla.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Woensdag 7 november

Vandaag is mijn laatste halve dag op de Markieseilanden, vanmiddag vertrek ik terug naar Tahiti, ik heb de Suzuki nog tot 11u en ben van plan die tot de laatste minuut te gebruiken. Samen met de man van een koppel uit Nieuw Caledonië rijd ik naar het centrum van Atuona, om nog enkele zaken te regelen, waaronder de aankoop van nog wat postkaarten en postzegels, het versturen van een brief, geld afhalen en enkele frisdrankjes te kopen. Eens dat in orde is komen de bezienswaardigheden in het dorp aan de beurt. Ik begin met het Espace Culturel Paul Gauguin, met een hele boel replica’s van de schilderijen van de man, zowel van zijn Polynesische periode als daarvoor. Op grote panelen staat ook de levensloop van de schilder beschreven, maar die laat ik voor wat ze zijn. Wat mij het meeste opvalt is hoeveel kleur er in de schilderijen zit eens Gauguin in Polynesië schildert, dit in contrast met zijn vorige eerder grauwe en grijze werken. In de mooie tuin staat het Maison du Jouir, ook weer een replica, van het originele huis van Paul Gauguin. Langs enkele bungalows van de gemeente wandel ik verder naar een hangaar waarin het Centre Jacques Brel gevestigd is. In het middelpunt van de belangstelling en de hangaar hangt het gerestaureerde Beachcraft vliegtuig van Brel, Jojo genaamd, waarmee hij zoveel voor de plaatselijke bevolking deed. Tegen de wanden publiciteitsposters van zijn platen en films waarin hij mee speelde, die een overzicht geven van zijn carrière, terwijl door de hal liedjes als “Bruxelles”, “Port de Amsterdam” en “Ne me quitte pas” schallen. Ook tentoongesteld, de filmprojectoren die zo’n heisa in het dorp hadden veroorzaakt. Ironisch eigenlijk dat dit centrum over de carrière van Brel gaat, en niet over zijn leven hier, terwijl die carrière en zijn liedjes hier onbekend waren. Als men hem hier vroeg één van zijn liedjes te zingen, kwam hij steeds op de proppen met ondeugende zeemansliedjes die de vrouwen het schaamrood naar de wangen deed stijgen.
Volgende bezienswaardigheid is de Tohua Pepeu, een gerestaureerde archeologische site waar nu festiviteiten en dansen gehouden worden. Ik pik mijn gezelschap, die tijdens mijn bezoek wat in het dorp rondgewandeld heeft, weer op en we rijden naar het Cemitière Calvaire, waar zowel Jacques Brel als Paul Gauguin begraven liggen. Ik bezoek de graven en neem enkele foto’s waarnaar enkele van mijn collega’s op het werk naar gevraagd hebben. Ook de rest van het kerkhof met overwegend witte graven, frangipanestruiken en veel kleurrijke bloemen is best een bezoekje waard trouwens.
We hebben nog een uurtje om de archeologische site van Ta’aoa te gaan bekijken, deze ligt 7km verderop en is voor één keertje gemakkelijk te vinden. Het blijkt de grootste Tohua’s te zijn die ik al in Frans Polynesië zag, met platvormen op verschillende niveaus en prachtig gerestaureerd. Een enkele persoon is bezig met het verwijderen van klim- en slingerplanten die de site opnieuw trachten te overwoekeren. Op zijn aanwijzingen loop ik verder de heuvel op, naar nog niet gerestaureerde delen van de site, waar op een kleiner vrijgemaakt platvorm, een tiki in de vorm van een rechthoekige steen met afgeronde hoeken staat. Op de voorkant van de steen zijn heel duidelijk ogen en een mond zichtbaar gegraveerd. De site zou nog honderden meters verder de helling oplopen, maar het wachten is op verdere restauratie (en de nodige fondsen daarvoor). Om kwart voor elf keren we terug naar Atuona, waar ik de auto aflever aan de verhuurder die hem komt ophalen aan het pension. De betaling wordt geregeld, ik krijg nog 1000 xpf terug omdat ik de tank volledig gevuld heb, terwijl die maar ¾ vol was bij aflevering.
Dan nog snel omkleden, de koffers in het busje van Tania, afrekenen, en met zijn 8-ten naar de luchthaven. Deze keer geen pannes of slechte weersomstandigheden, dus bagage inchecken nog een omhelzing ter afscheid en weg zijn we. Onderweg zien we nog enkelen atollen van de Tuamotu archipel onder ons voorbijglijden, 3u later landen we in Pape’ete. Na even wachten staat Beni van Fare Suisse er ook en laden we in afwachting van nog andere klanten, mijn koffers alvast in de auto. Vanavond beperk ik me nog tot het schrijven van wat kaartjes, een wandeling naar restaurant Retro voor kalfsmignonetten met spaghetti en champignonsaus en een grote coupe ijspret. Ik speel nog vertaler voor enkele Amerikanen afkomstig van een reusachtig, als een kerstboom verlicht, cruiseschip dat in de haven aangemeerd ligt. Trouwens vanavond ontdekt dat mijn internationale vlucht pas overmorgen om 22u50 ’s avonds vertrekt, in plaats van ’s morgens. Wat me een volledige dag extra geeft!

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Donderdag 8 november

Vanmorgen na het ontbijt een laatste excursie geboekt die morgenvoormiddag zal doorgaan, vervolgens 3 verschillende autoverhuurbedrijven gecontacteerd en uiteindelijk was er bij Avis nog een Suzuki Jimny beschikbaar. Alle andere kleine auto’s zijn afgehuurd door mensen van op het cruiseschip. Het was niet onmiddellijk de bedoeling een 4x4 te huren, maar het opent wel enkele mogelijkheden. Ik verlaat Pape’ete via de Oostelijke route en na een korte bevoorradingsstop rijd ik verder naar de Tomb of Pomare V die tussen een kerkje en het strand naast een parking gelegen is. Gezien het hier verlof is voor de schoolkinderen zijn er veel lokale bewoners met de kinderen naar het strand gekomen op deze zwoele dag.
Enkele kilometers verder neem ik de afslag naar Point Vénus en de Matavai Baai. Op het punt staat er naast een mooie vuurtoren, tevens een monument dat de aankomst van de Bounty hier herdenkt en een memoriaal voor James Cook. Rondom mij allemaal Amerikanen van het grote cruisschip, hopelijk raak ik die verder onderweg kwijt, wat een drukte allemaal. In het arts en craft marktje koop ik nog wat souvenirs en vervolgens gaat het verder tot in Papeno’o. Gezien ik toch de 4x4 heb besluit ik de onverharde weg, diep het binnenland in, te nemen. In principe loopt deze volledig naar de andere kant van het eiland, doch meestal is die gebarricadeerd door een eigenaar van een stuk privégrond waar de weg overloopt en die graag wat geld wil aan verdienen. Telkens ruimt de overheid die weer op en telkens opnieuw sluit de man de weg weer af. Bij ons was die al lang onteigend geweest. Het valt dus af te wachten of ik kan doorsteken.
Het eerste deel van de route is nog een stukje onverhard, maar al snel is dat gedaan. Langs de wanden van de vallei waar ik door rijd, gutsen op verschillende plaatsen watervallen naar beneden. Door de regen die er de laatste dagen gevallen is, zijn ze wat talrijker en bevatten ze meer water. De rivier is echter niet echt gezwollen en dus kan ik overal door de doorwaadplaatsen met de Suzuki, zonde de gammele bruggetjes te moeten nemen die het alternatief zijn bij hoog water. De vallei wordt smaller en de wanden steiler evenals de te nemen hellingen, maar de Jimny doet het goed op zijn baanbandjes. Bij de Relais de la Maroto koop ik een casse croute met omelet en een flesje bruiswater. Het wachten duurt nogal lang, ik had ondertussen een hele maaltijd kunnen eten, en ik heb ondertussen door de hitte niet echt veel zin meer in eten. Dus ga ik eerst via een afslag met een nog steiler padje op zoek naar Marae Farehape. Ik verras enkele volslanke Polynesische dames in monokini en gezien de katholieke en protestante missionarissen de mooie gewoontes van het Polynesische volk er uitgeranseld hebben, zijn ze nu preutser dan de dames op onze Europese stranden. De marae waar in mijn reisgids maar enkele woorden worden gespendeerd, blijkt ook weer heel mooi gerestaureerd te zijn, en bovendien niet één maar verschillende platformen te bevatten plus een hele reeks fundamenten van een dorpje. Ook hier weer is de restauratie vergezeld van het aanplanten van een deel van de inheemse of door de Polynesiërs ten tijde van de migratie meegebrachte planten, wat geheel weer heel erg knap maakt. Na het bezoek ga ik op zoek naar de beheerders van de site om de 200 xpf te betalen die gevraagd wordt voor het onderhoud van de site, voor een dergelijk goed onderhouden site heb ik dat meer dan over. Ik vind ze uiteindelijk onder een afdak bezig met het voorbereiden van het avondeten, ze lijken aangenaam verrast dat ik hen opgezocht heb om de op een bord gemelde som te komen betalen, blijkbaar hebben lang niet alle toeristen die gewoonte… .
Als ik mijn weg verder zet verschijnen er onheilspellende borden die waarschuwen voor een gevaarlijke route, gebruik op eigen risico, alleen 4x4 en zo verder. Het pad wordt nu duidelijk smaller ter breedte van één auto, met heel stevige hellingen en afdalingen, waarvan er sommige gebettoneerd zijn als het echt te grof werd met de hellingsgraad. Ik kruip nu echt in bergversnelling tegen de hellingen op en ben maar wat blij met de kleine versnellingen in de afdalingen met heel wat los gesteente. De weg kronkelt van de ene haarspeldbocht naar de andere, steeds hoger de bergen in. Juist voor een 200m lange onverharde en onverlichte tunnel haal ik een pick-up met toeristen in die op excursie zijn. De gids weet me te vertellen dat de weg inderdaad doodloopt aan een meer en ik dus de hele route terug zal moeten. Zijzelf doen dat reeds enkele 100-en meters na de tunnel, maar ik ga nog even door. De route wordt nu zo steil en gevaarlijk (aan de tunnel stond een bord dat dit deel van de route levensgevaarlijk is en niet onderhouden werd) dat ook niet helemaal doorga tot aan het meer, dat was toch al niet het doel van de rit, dat was zoals wel vaker de route zelf. Ik weet wel hoe ver ik kan gaan en dus stop ik op een gegeven moment op een plaatsje in een bocht waar ik in enkele manoeuvres kan draaien, neem eindelijk de tijd om wat te eten en keer vervolgens terug. Het eigenaardige is dat niet de hellingen die ik moet nemen steiler zijn dan ik verwachte van op de terugweg maar de afdalingen, waar ik soms van denk, ben ik daar tegenop gereden? Ik geraak zonder problemen terug aan de Relais de la Maroto en kan nu wat meer vaart zetten (al is dat relatief).
Tegen dat ik weer op de ringweg ben, wordt het wel duidelijk dat ik Tahiti Iti (het schiereiland) vandaag waarschijnlijk niet meer zal moeten bezoeken. Ik wil echter deze keer wel nog de Faarumai Watervallen en het Arahoho Blowhole zien voor het donker wordt. De blowhole staat het eerste op het programma, maar de “zoef” die gepaard gaat met het opspattende water dat door de zee omhoog tegen de rotsen gestuwd wordt, is indrukwekkender dan het opspattende water zelf. De Faarumai watervallen zijn echter wel de moeite waard, de eerste die ik in het begin van de reis al in het schemerdonker bezocht, is maar 5 minuutjes wandelen, de andere twee zijn 15 minuutjes verderop te vinden langs een wandelpad. Ik blijf er niet lang, maar dat heeft meer met bloeddorstige muggen dan met het uitzicht te maken. Ik besluit toch de hele ronde van het eiland te doen, maar zoals ik verwachte wordt het wat laat om ook het schiereiland nog aan te doen. Het zal nu al lastig worden met mijn zonnebril met voorgeschreven glazen de rit te voltooien (mijn gewone bril is op de kamer achtergebleven)
Uiteindelijk lukt dat wel, al is het oppassen geblazen met wandelaars, onverlichte fietsen en auto’s, ik ben dan ook doodop tegen dat ik in Fare Suisse aankom. Na even op mijn positieven komen rijd ik, deze keer met juiste bril, naar Place Vaiete, een plein aan de kade waar ’s avonds tientallen roulottes verzamelen, elk met hun eigen keuken, gerechten en stoelen en tafeltjes en waar een massa volk op af komt een heel erg gezellige bedoening. Bovendien is er vanavond ook nog een muzikaal evenement gaande ook. Een mooie afsluiter van de dag.

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Yohani
LROCB-Member
Berichten: 1102
Lid geworden op: za 13 mar, 2004 14:15
lrocb_lidnr: 64
Woonplaats: Putte (Mechelen)
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Yohani »

Vrijdag 9 november

Vanmorgen een dure excursie in de vorm van een uurtje jetski en 2 uurtjes quad, om 8u30 wordt ik opgepikt dus zorg ik na het ontbijt dat mijn koffer en dagrugzakje naar de tijdelijke berging worden gebracht. Beni steekt ook de sleutel op de deur die toegang geeft tot het toilet en de badkamer zodat ik vanavond nog een douche kan nemen en me kan omkleden alvorens naar de luchthaven gebracht te worden. Als ik nog even naar mijn huurauto ga merk ik op dat de Fare Suisse tevens het Zwitserse consulaat is en Beni dus de honoraire consul. Niet iedereen kan zomaar zeggen dat hij in het Zwitserse consulaat overnacht heeft!
Om 8u30 wordt ik opgehaald door Clementine, van de organisatie die de excursie organiseert. Ik wordt naar even buiten Pape’ete gebracht, voorbij de Faa’a internationale luchthaven, waar ik vanavond vertrek, naar het Intercontinental Resort, waar de jetski’s al liggen te wachten. Ik krijg er ook te horen dat de quads eigenlijk ATV’s zijn, Rhino 4x4 buggy’s, en nu blijkt ook dat ik Clementine gisteren ook al tegen kwam op de piste voorbij de Relais de la Maroto, samen met Olivier de Zwitser.
Maar eerst is het dus de jetski waarmee ik op tour ga. Een 70 jaar oud koppel en een jong koppel gaan ook mee. In de lagune geldt er een maximum snelheid en moeten we achter elkaar blijven, eens door de Ta’apuna passage (natuurlijke doorgang in het rif, veroorzaakt door rivieren die zoet water lozen in de oceaan, koraal gedijt niet in zoet water, waardoor er tegenover een riviermonding zich dus geen koraalrif vormt. Hier is het nog even uitkijken voor de surfers die de golven hier berijden, maar vervolgens kan de gashendel dan toch open gedraaid worden. Omdat we ons nu in de open oceaan bevinden, zijn er hogere golven, wat maakt datwe soms serieuze sprongen maken waarbij de jetski een heel eindje uit het water komt. Het oudere echtpaar kan niet echt volgen en hinkt wat achterop, zodat we af en toe even wachten. Als we in de Bay de Pècheurs aankomen, moeten we niet lang wachten op onze eerste ontmoeting met dolfijnen, niet alleen zwemmen er enkele in groepjes, er zijn er andere die ware acrobatische stunts uithalen met sprongen en pirouettes waarbij ze razendsnel om hun lengteas draaien. Zo gauw we binnen een redelijke afstand gekomen zijn, wordt er eerst vertraagd en vervolgens de motor uit gezet, zodat we de capriolen van de dolfijnen in alle rust kunnen volgen. Als ze opnieuw wat op afstand zijn, gaan we ze terug opzoeken, zonder ze echter op te jagen. Zo houden we hen een hele tijd in het oog, tot het tijd is om terug te keren. Daarbij wordt het protocol in omgekeerde richting gevolgd van in het hierheen komen.
Na de landing heb ik juist de tijd om even onder de douche het zout af te spoelen en me af te drogen en aan te kleden en dan gaat het alweer richting de Rhino’s. Hier is het een jong Canadees koppeltje dat de tweede Rhino bemand, terwijl ik met Clementine in de eerste rijd. Op de gewone weg rijd onze gids nog, maar eens op het onverharde pad op de Mt Marau neem ik over. Eerlijk gezegd valt de buggy me wat tegen, het is lang zo leuk niet als het rijden met een quad, het ding produceert heel wat irriterend lawaai, voor zijn gezapige snelheid, en als je remt komt het met veel geknars en gepiep uiteindelijk tot stilstand. Enkele malen stoppen we voor een panoramisch uitzicht of wat uitleg over de flora hier op de berg. Ik bedenk in stilte dat ik dit evengoed met de Suzuki had kunnen doen, en mezelf heel wat geld had kunnen besparen of kunnen trakteren op een 3u durende tocht met de jetski. Op het eindpunt is er de tijd voor een drankje en wat rondkijken en dan gaat het terug over dezelfde piste, zonder de stops deze keer.
Rond 1u ben ik terug bij de Fare Suisse en maak ik me op om alsnog naar Tahiti Iti te rijden, doch eens onderweg begint er een beetje reismoeheid op te treden en besluit ik het rustig aan te doen. Ik zoek een snackbar op waar ik een vleesragou met rijst eet en rijd vervolgens naar het “Museum van Tahiti en zijn eilanden”, waar ik in het begin van de reis voor een gesloten poort stond. Nu is deze wel open en heb ik het museum helemaal voor mezelf, de expositie begint met hoe de eilanden zijn ontstaan en hoe ze evolueren tot de atollen, zoals de Tuamotu. Van een onderzeese vulkaanuitbarsting, over de vorming van een koraalrif tot het wegzakken en eroderen van het eiland en het omhoogkomen van het rif. Voorts is er dan de geschiedenis van Frans Polynesië aan de hand van voorwerpen (replica’s en archeologische vondsten) van de immigratiegolf tot de ontdekkingsreizen van de Europeanen. Ook een hele reeks zwart-wit foto’s maken deel uit van de collectie en geven een blik op het leven van toen en de mensen. Het is leuk vondsten te bekijken die afkomstig blijken te zijn van sites die ik tijdens de 4 afgelopen weken heb bezocht. In de tuin van het museum staan naast heel wat inheemse plantensoorten met naambordjes ook enkele peroques tentoongesteld net als een walvissloep en enkele reusachtige kooppotten die echter geen overblijfsel zijn van kannibalistische tijden, maar van even gruwelijke tijden van de walvisjacht. Ik beëindig de toer met een bezoekje aan de museumshop.
Ik keer nu terug naar Pape’ete en parkeer in de buurt van de kustboulevard en het Vaima shoppingcentrum om wat aan windowshoppen te doen en de Marché de Pape’ete te bekijken. Die laatste ligt er vrijwel uitgestorven bij op dit uur van de dag op enkele bloemenkrans verkoopsters na die naarstig verwelkomingskransen aan elkaar rijgen onder het buurten met de collega verkoopsters. Op één van de visstanden liggen er nog enkele vissen die aan hun habitat ontrukt zijn te wachten op een klant. Ik keer nog even terug naar de kustboulevard voor een terrasje in het Retro café/restaurant waar ik enkele keren gegeten heb en doe er wat aan mensen kijken alvorens ik de auto voltank en terug breng naar het verhuurbedrijf. Ik maak nog een gezellige babbel met de chauffeur die me terugbrengt naar het Fare Suisse pension.
Terug in “het consulaat” is het tijd voor een douche, omkleden en dan in afwachting van de transfer naar het vliegtuig nog wat reisverhaal aanvullen. Als ik rond 8u30 weggebracht wordt naar het vliegveld is het aan het motregenen, een passend afscheid van deze mooie eilanden. Er staat heel wat volk aan te schuiven aan de check in, maar alles verloopt vlot en na de immigratie administratie passeer ik nog even via de taksrefund om een aankoop te regelen, zodat ik daar geen rekening voor toegestuurd krijg, en spendeer vervolgens nog enkele duizenden Pacifische franken in de taksvrije zone, klinkt alleszins opwindender dan “enkele tientallen Euro’s”. Na nog een drankje en een chocoladereep is alles zowat op en is het wachten op het boarden. Ook dat loopt vlot al staan er weer velen al aan te schuiven in plaats van te wachten tot de stoelenrijen worden afgeroepen en gezien ik ver achteraan zit ben ik direct na de gezinnen met kinderen, hulpbehoevenden en eerste- en business klasse passagiers aan de beurt. Ik heb het geluk in een middenrij met maar 3 stoelen te zitten, waarbij de middelste stoel dan ook nog vrij blijft. Na een eerste vliegtuigmaaltijd wordt het licht gedoofd en typ ik in het halfduister nog wat aan het reisverhaal, af en toe treed er toch wat turbulentie op, maar voor de rest is het nu rustig. We zijn begonnen aan de lange trek terug naar de heimat.

Zaterdag 10 & zondag 11 november

Veel valt er niet meer te vertellen, vliegen is nu niet echt de meest spectaculaire manier van reizen, zeker niet als je het al veel gedaan hebt of als je vluchten van 22u voor de boeg hebt. Eten is er meer een tijdverdrijf dan een genot en comfort is ook niet alles in economy klas, maar het is en blijft de snelste manier om dergelijke afstand te overbruggen en dus doen we het er maar mee. Gelukkig is er de stop van 2u in Los Angeles die even de kans geeft om de benen te strekken, het meeste daarvan echter in de rij van de immigratiedienst. In tegenstelling tot mijn gewoonte is slaap ik deze keer toch heel wat, waarna je telkens als je wakker wordt helemaal verkrampt bent en dringend aan een wandelingetje op en neer het gangpad toe bent.
Zondag morgen om 7u00 landen we dan in Parijs, Charles De Gaulle luchthaven, maar het duurt nog een half uur voor we uiteindelijk uit het vliegtuig kunnen, ik ga dus in snelwandelpas naar de immigratiedienst en vervolgens naar de bagage band waar ik geluk heb wand de eerste koffer die in het vizier krijg blijkt de mijne zijn. Het treinstation is natuurlijk helemaal aan de andere kant van de luchthaven en ik kom met 5 minuten overschot aan op het perron vanwaar de TGV richting Brussel vertrekt. Na twee uur sta ik dan in Brussel waar ik na 5 minuten al de trein naar Mechelen neem om vervolgens de laatste 15km naar huis met de auto overbrug.
Deze vakantie zit er weer al op, ik vrees echter dat ik nog enkel dagen zal kunnen nagenieten van de jetlag!

Yohani :P
Eigen websites: Reiswebsite; http://www.yohani.be/reizen/ Zelfbouw camper; http://www.yohani.be/campersite/
Gebruikersavatar
Kris
LROCB-Member
Berichten: 500
Lid geworden op: wo 30 jul, 2003 13:05

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Kris »

Welkom terug in't grauwe Belgiekske. Tante pos zal kontent zijn dat ge terug naar uwen bureau komt. (Vergeet de treinstaking niet op woensdag ;-))
Kris
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

vergeet de foto's niet want daar kijk ik naar uit. ;)
avatar = Hammerite-user.
Gebruikersavatar
Kris
LROCB-Member
Berichten: 500
Lid geworden op: wo 30 jul, 2003 13:05

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Kris »

Wolf schreef:vergeet de foto's niet want daar kijk ik naar uit. ;)
Sta je nog altijd op de uitkijk ?
Kris
Gebruikersavatar
Wolf
LROCB-Member
Berichten: 2342
Lid geworden op: do 31 jul, 2003 20:39
lrocb_lidnr: 316
Woonplaats: Bij Father Damien
Contacteer:

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Wolf »

Kris schreef:
Wolf schreef:vergeet de foto's niet want daar kijk ik naar uit. ;)
Sta je nog altijd op de uitkijk ?
nu dat mijne prof ook een revisie van mijn ander oog gedaan heeft, nog veel meer. 8)
avatar = Hammerite-user.
Gebruikersavatar
Henk
Berichten: 3580
Lid geworden op: vr 25 jul, 2003 23:43
lrocb_lidnr: 30
Woonplaats: De Pinte

Re: Frans Polynesië

Ongelezen bericht door Henk »

Wolf schreef:nu dat mijne prof ook een revisie van mijn ander oog gedaan heeft, nog veel meer. 8)
Ah, en beter?
Bekijk het van de zonnige kant: hoe oud u ook bent, u bent jonger dan u ooit zult zijn. LROCB-lid (30)

LROCB Afbeelding
Plaats reactie