Donderdag 21/06/12
Vanmorgen is al 30° C om 8u00 en men zegt hier dat de Sirocco waait en dat het dus 40°C gaat worden, je kan je zelf blijven afdrogen. Na alles gecheckt te hebben nog even een praatje met de Franse Land Rover collega’s die besluiten van hier nog een dagje te blijven en het zilte nat op te zoeken. Een zeer verleidelijke beslissing, maar ik ben al een dag kwijt met de autoperikelen en dus moet ik wel verder. Bovendien ga ik dus zowel vandaag Catania bezoeken als Siracuse. Dat wordt dus bloedheet, ik heb alvast de wandelschoenen ingeruild voor sandalen. Bernard, de fransman, heeft me ook nog een truckje uitgelegd om op mijn Garmin GPS gewoon het centrum van een stad aan te kunnen geven in plaats van een adres dat je soms erg ver van de stad doet verzeilen, wel zo handig!
Ik kan me deze keer vrij dicht bij dat centrum van Catania parkeren en bovendien liggen alle bezienswaardigheden nog op een hoopje rond het Piazza Duomo op een kasteeltje na. Ik heb al gauw het befaamde pleintje gevonden en wandel deze keer extra bewust de kathedraal binnen want daar is het donker en koel, maar echt veel valt er niet te zien en dus gaat het weer de zon in. Zowel de kathedraal als de Palazzo degli Elefanti en het Palazzo Chierici zijn mooie barokke gebouwen, dit laatste zit trouwens door middel van de Porta Uzeda aan de Duomo vast In het midden van het plein staat er dan de Fontana dell’ Elefante, waarbij je al goed moet kijken dat het om een fontein gaat, want manneke pis produceert een groter straal. Het beeldhouwwerk is trouwens helemaal een eigenaardig geval, want zoals de naam het al zegt, is het een (nogal kinderlijke) olifant met op zijn rug een zuil, één en ander heeft van doen met de beschermheilige van de stad tegen de alles verwoestende Etna die nog steeds achter het silhouet van de stad opdoemt. De kathedraal is trouwens de tweede beschermer, maar men is na de laatste ramp (een aardbeving toen) niet bij de pakken blijven neerzitten en heeft van de verwoestingen toen gebruik gemaakt om de wegen op dergelijke wijze aan te leggen dat er blijkbaar een snelle vluchtroute is gecreëerd, voor in geval de lava zich aan de rand van de stad aanbied. Niet dat ik daar iets van gemerkt heb en het zou mij trouwens heel sterk verbazen dat de Sicilianen op dat ogenblik ineens allemaal gezagsgetrouw gaan handelen in het verkeer. Maar er is dus blijkbaar wel een plan.
Via de vismarkt wandel ik vervolgens naar het Castello Ursino, waar ik me beperk tot het bezichtigen van de buitenkant, gezien de kunsttentoonstelling die er binnen te bezoeken is, me niet echt interesseert. Terug in de camper gaat het richting Siracuse, het plan om ergens aan de waterkant te picknicken rond de middag en een duik te nemen in de Middellandse Zee draait op niets uit, want als ik al een keer in de buurt kom is het één en al industriegebiden.
Tussen beide steden heb ik nog één stop voorzien bij de ruïnes van de Griekse stad Megara Hyblaea , die trouwens na heel wat zoeken en verschillende malen op wat dezelfde weg lijkt te zijn terug te komen, ook midden in de industrieterreinen te liggen. Veel volk zal er hier mijn gedacht niet op afkomen in deze achterhoek. Ook de beheerder kan maar moeilijk geloven dat ik in deze hitte ga rond struinen tussen wat hoopjes stenen. Nadat hij mij het ticket heeft verkocht, en meermaals op de hitte heeft gewezen, heeft hij blijkbaar medelijden met die gekke Belg en brengt mij in zijn aftandse Fiat Panda de 200m naar de ingang van het terrein. En heet is het, daar valt even later niet meer aan te twijfelen, terwijl ik door de gewezen stad slof. Het hoogste muurtje dat er nog recht staat is nog geen halve meter hoog, maar toch geeft het nog wat van zijn illustere verleden prijs. Zo zie je nog overal de sporen van de ondergrondse waterleiding die naar de huizen liep.
Het is eigenlijk moeilijk te geloven dat men ooit zoals de Grieken en Romeinen in alle luxe en comfort gewoond heeft en dan later een grote stap heeft terug gezet naar de donkere middeleeuwen, waar de levenskwaliteiten er toch serieus terug op achteruit zijn gegaan. He t zet me al eens aan het filosoferen, maar dat kan ook de hitte zijn die stilaan mijn hersenen aan het koken zijn.
Wegens het ontbreken van geschikte stranden dan maar ineens tot in het centrum van Siracuse waar ik de volgorde van bezichtigen een beetje laat afhangen van wat ik het eerst vind. Een deel van de bezienswaardigheden bevinden zich op het schiereilandje Ortigia in het oude stadsdeel, een ander deel is verzameld rond het archeologisch park dat in de buurt van de “nieuwe” stad ligt. Het toeval wil dat ik eerst op het spoor van het archeologisch park kom en dat nog vrij snel vind ook. Zelfs parkeren blijkt een fluitje van een cent en als extra is er een snackbar waar ik een late lunch en wat frisse drank kan aanschaffen. Daarna nog even een ticket aanschaffen aan de andere kant van de straat, strategisch voorbij een ganse markt met souvenirstands, maar de enige die wat aan me verdient is opnieuw de snackbar, want die verkoopt bevroren sinaasappelsap, een lekkere verkoeling voor tijdens de wandeling. Gezien het Grieks theater om 17u sluit omdat er een voorstelling plaats heeft, bezoek ik dit eerst, jammer genoeg gaat het grootste deel schuil onder houten plankeren die over de stenen trappen van het theater aangebracht zijn, bovendien is ook de scene bijna volledig onzichtbaar achter stellingen. Dan maar naar de grotten die in de lavarotsen uitgehakt zijn en nog als gevangenis dienst hebben gedaan in lang vervlogen tijden. Twee ervan zijn heel erg groot en overal is er aan te merken dat dit geen natuurlijke grotten zijn, maar door de mens werden gecreëerd. In feite zijn deze ontstaan doordat men deze plaats als steengroeve voor de grote bouwwerken rondom heeft gebruikt. Als laatste bezoek ik het Romeinse amfitheater, dat er één van de mooiste is die ik al op mijn reizen heb gezien, ondanks dat er blijkbaar veel van de stenen werden gebruikt voor de bouw van de stad Siracuse. Er blijven er echter nog genoeg van over om een mooi beeld te krijgen van hoe dit er ooit moet hebben uitgezien in alle pracht en praal. Het zal toch niet gebeuren zeker, dat ik weer voorbij de snackbar moet om naar de camper te gaan, een tweede sinaasijsdrankje laat ik me niet ontgaan! Ik had onderweg al een keertje mijn haar nat gemaakt aan een bron om wat af te koelen. 300m verder liggen de ruïnes van een basiliek en de bijbehorende catacomben, maar deze laatste zijn enkele minuten geleden dicht gegaan. Dan maar naar het Archeologisch museum, dat naar men zegt de beste collectie Griekse stukken heeft op het Brits museum in Londen na. Met dit verschil dat de stukken in Groot Brittanië niet op zo’n zuivere wijze in hun handen zijn gekomen en de Griekse stukken hier afkomstig zijn van de Griekse overheersing hier op Sicilië zelf. Groot voordeel hier is ook de airco die echt wel goed doet deze keer, al ben ik er normaal geen fan van. Eindelijk even bijkomen en genieten van de vele vazen, scherven, beelden en gebruiksvoorwerpen die het museum te bieden heeft. Toch vind ik de vergelijking in de reisgids een beetje overdreven want ik heb in Griekenland zelf toch ook enkele musea bezocht die toch nog wel wat meer te bieden hadden dan wat er hier verzameld is, onder andere het Acropolis museum in Athene.
Het is eigenlijk wat laat om nu het oude stadsgedeelte nog te bezoeken, maar nog wat vroeg om de camping op te zoeken, die deze keer niet aan zee ligt jammer genoeg. Toch maar naar de camping waar ik bij aankomst meteen een sleutel van de poort in handen geduwd krijg zodat ik dag en nacht binnen (en buiten) kan. Na een rondje ter verkenning gereden te hebben op de camping gaat het dus terug naar het stadscentrum. Ik parkeer de auto aan het begin van het schiereiland en ga weer te voet verder. Na een beetje coördinatieproblemen (ik zal het maar op de hitte steken) vind ik uiteindelijk de juiste route en start met een bezoekje aan de resten van de Apolo tempel, waar een kleine muziekgroep wat sfeer toevoegt aan het geheel. Verder gaat het dan het schiereiland op langs de waterkant, met vele restaurants aan de ene en het verleidelijke water aan de andere kant. De zonsondergang bezorgt me een paar prachtige foto’s en filmmomenten. Minsten 3 bruidsparen hadden hetzelfde gedacht. Een fontein, of liever een vijver met papyrus erin (de enig plek in de wereld buiten Afrika waar in het wil Papyrus groeit is blijkbaar in Sicilië) die naar de naam Fonte Aretusa luistert, speelt zoals zo vele plaatsen in Sicilië een rol in de Griekse mythes. Odysseus en de zijnen waren hier blijkbaar gast aan huis. In dit geval zou het één of andere nimf, die om te ontsnappen aan één of andere watergod, door de godin van de kuisheid veranderd werd in water, doch in de vijver mengde het zich met het water van de god, tja het is geen simpele soapserie hé, die Griekse mythologie!
Het Castello Maniace ligt helemaal op het uiterste puntje van het schiereiland, het is gesloten, maar door de poort heen heb ik toch de kans om enkele mooi foto’s te maken. Langs een ander weg keer ik terug tot op het plein waar de Duomo staat. Zowel de kerk als de ander Barokke gebouwen hebben nog een extra dimensie, nu de duisternis is ingetreden en ze verlicht worden met spots. Nog één fontein ga ik bekijken alvorens ik me naar een restaurant begeef. Op het menu: mosseltomatensoep en een risotto met zeevruchten, heel erg lekker, maar veel te veel. De liter fles water gaat er tijdens de maaltijd ook helemaal aan. Hoeveel ik vandaag al gedronken heb en weer uitgezweet durf ik niet te tellen.
In het donker dan terug op weg naar de camping, waar de poort inderdaad gesloten is, maar ik nog wat hulp krijg als ik het slot open. Ik parkeer de camper en gooi alle ramen en deuren die van insectengaas voorzien zijn wijd open, het is nog steeds 38°C in de camper om 22u30! Dat wordt slapen in een sauna!
Vrijdag 22/06/12
Ondanks de nachtelijke warmte toch goed geslapen, op de deur na zijn alle ramen gewoon de hele nacht open blijven staan om toch het minste zuchtje wind te vangen. Tweemaal deze nacht hebben alle honden uit de buurt de boel op stelten gezet met een blaffestijn, dat gelukkig maar enkele minuten duurde waarna de rust weerkeerde. Volledig stil wordt het nooit want de cicaden zorgen voor een niet afladend getsjirp, dat voor mij altijd synoniem staat met de zomer in het zuiden. Na de check up start ik de camper en rijd naar de receptie, maar zit alles nog potdicht. Enkel claxon stoten helpen ook al niet, dus open ik de poort met de sleutel die ik gisterenavond kreeg en merk dat er een bel met parlofoon aan de buitenzijde staat. Ik krijg onmiddellijk antwoord maar het duurt toch nog een tijdje voor de dame zich aandient. Dan blijkt ze ook het wisselgeld nog thuis vergeten, maar dat speelt in mijn voordeel, want nu krijg ik 2€ korting. Al met al kost me dit toch een half uur, ook de rit van een kleine 7km terug naar Siracuse verloopt niet zo vlot en de politieman die het verkeer (ont)regelt helpt daar ook niet aan.
De reden dat ik nog even naar de stad terugkeer zijn de catacomben die gisteren gesloten waren. Het is het grootste complex ter wereld op deze van Rome na, en ik ben er toch wel nieuwsgierig naar. Ik ben juist op tijd voor de rondleiding van 10 uur, het eerste nieuws is dat er geen foto’s mogen gemaakt worden in de necropolis, noch mag er gefilmd worden. De binnenkant van de dakloze eerste kathedraal van Siracuse, San Giovanni, mag nog juist wel vastgelegd worden. Onze gids legt met zijn hoge stemmetje alles steeds zowel in het Italiaans als in het Engels uit, aan dezelfde Italiaanse snelheid weliswaar. Onder de kerk bevind zich nog een crypte waar het christelijk geloof volgens de uitleg van de gids voor het eerst in de Westerse wereld zou verkondigd zijn. Op de uitgehakte rotswanden zijn nog de stilaan vervagende iconen te zien van enkele heiligen. Een tombe, die op een klein vierkantig gat na is afgesloten, blijkt van een heilige te zijn wiens lichaam later naar Constantinopel (het hedendaagse Istanbul) zou zijn overgebracht. Het vierkante gat liet de gelovigen toe het lijk aan te raken om iets van zijn heiligheid mee te nemen, iets meer dan heiligheid denk ik zo als het lichaam al in ontbinding verkeerd. De reden dat de kerkelijke diensten ondergronds werden gehouden was trouwens om dat deze onder de Griekse en Romeinse heersers verboden waren. Na de kerk worden we dan naar de onderaardse begraafplaats geleid.
Deze heeft dezelfde lay-out als een Romeinse vesting en bestaat uit duizenden en duizenden uitgehakte graven in de wanden en bodem van de catacomben. Deze zijn allen leeg nadat ze ten tijde van de 2e wereldoorlog werden leeggeruimd en de resten in een massagraf op het kerkhof van Siracuse werden gedumpt, om de catacomben in te schakelen als schuilkelders ten tijde van de bombardementen van de stad. Een deel van de marmeren dekplaten zijn nog terug te vinden in het archeologisch museum. Het gaat van kleine rechthoekige graven voor baby’s en kinderen tot heuse grafkelders. In tegenstelling tot de kerkelijke diensten was tijdens de ingebruikname van de catacomben voor begrafenissen, deze ceremonie wel toegelaten. Voor de catacomben als dusdanig werden gebruikt maakte het geheel trouwens deel uit van de watervoorziening van de stad, zo zijn in het plafond van de hoofdgang nog sporen van een aquaduct terug te vinden. Onder de doden hier zou er zich onder andere ook een paus en de heilige maagd van Siracuse bevonden hebben, maar ook deze lichamen werden later naar andere plaatsen overgebracht.
Terug in het zonlicht en de warmte rijd ik de stad uit voor een rondje binnenland, door de Monte Iblei. Naast de mooie bos- en berglandschappen bevind zich hier ook Pantalica, de grootste en belangrijkste necropolis van Sicilië, gebouwd door de oorspronkelijke bewoners van het eiland toen die door indringers steeds meer het onherbergzame binnenland werden ingejaagd. In de rotswanden zijn wel zo’n 5000 graven uitgekapt, een eerste wandeling van 2,5km brengt me eerst langs een paar uitgekapte troglodiet woningen alvorens de graven zelf eraan komen. Lekkere wandeling zo bij 40°C! Ook d canyon zelf, uit wiens wanden de graven gekapt zijn, is op zich al de moeite waard. Bij de tweede stop biedt er zich de mogelijkheid aan om op te frissen in het riviertje op de bodem van de kloof, dat laat ik me geen 2 keer zeggen en snel worden een handdoek en zwembroek mee gegraaid. Eens beneden blijkt het water ijskoud te zijn, je voeten doen er pijn van als je er te lang in zit, maar dat is welkom bij deze temperaturen. Enkele rotsgraven in de zijwand kunnen nog perfect dienst doen als kleedhokje ook. De oorspronkelijke bewoners zijn al lang tot stof vergaan. Als laat middagmaal kies ik vandaag voor enkele stukken fruit onderweg naar Palazzolo Acreide, bekend om zijn Barokke gebouwen, maar vooral ook voor zijn oude Griekse theater en de daaronder gelegen catacomben, waar je lekker helemaal op je eentje kan in rondneuzen en foto’s en film kunt maken tot je een ton weegt. Alhoewel niet vergelijkbaar in grootte of aantal zijn deze catacomben echt wel prachtig, al is dat een eigenaardige beschrijving van een graf, hetzelfde geldt trouwens voor het theater. Van de Apollo tempel daarentegen blijven alleen nog wat nietszeggende funderingen over. Ik keer naar de kust terug om in Avola Camping Sabbiadoro op te zoeken, gelegen aan zee en dus komt mijn snorkelgerei opnieuw tevoorschijn uit de dubbele bodem van de camper. Bovendien heb ik voor het eerst in 1 ½ week Sicilië een keer een zandstrand en geen keienstrand, wat een luxe… tot ik enkele stappen in het water zet en tot de pijnlijke conclusie kom dat de stenen wel degelijk aanwezig zijn. Voordeel is wel dat in tegenstelling let een zandbodem de rotsige en stenige zeebodem veel meer leven herbergt en dus veel leuker is om te snorkelen. De visjes zijn klein, maar daarom niet minder mooi en ook de spinkrabben zijn weer van de partij. Na een uur begint de schemering in te zetten en wordt het toch wel tijd om opnieuw op het droge te komen. Even het zoute water afspoelen en naar het restaurant voor het avondeten. Op het menu Bruchetta met olijvenpasta, tonijn met groenten en tonijfilet met tomaat, witte huiswijn van de regio, en limoenijs achterna (die trouwens helemaal niet samengaat met witte wijn, moet ik kokhalzend vaststellen). De internetconnectie bestaat, maar is zo zwak dat er niets mee kan aangevangen worden, iets waarvoor men bij de receptie al voor waarschuwde bij aankomst. Het wordt een warme, zwoele nacht.
Zaterdag 23/06/12
Vannacht heel onrustig geslapen met weer alle vensters open, het is was nochtans een rustig nacht, maar de warmte wou deze keer maar niet uit de camper wegtrekken. Ik ben vroeg op en kies gewild voor een koude douche in plaats van een warm, om mijn lichaamstemperatuur toch een keertje wat lager te doen gaan. Ik moet eerlijk zeggen dat ik die aanhoudende hitte toch wel begin te voelen. De auto heeft er vooralsnog geen last meer van, de bergen zijn wel wat minder hoog dan laatst op de Etna, maar dat wil niet zeggen dat ik geen tandenknarsende hellingen meer doe. Als ik afreken en nog en praatje maak met de dame aan de receptie, beklaagd die zich over de lange zomers, zo’n paar dagen heet gaat nog wel, zegt ze, maar ze krijgen niet genoeg wintertijd om te recupereren, want de zomer duurde vorig jaar tot November volgens haar. Zo zie je maar elke streek heeft zo zijn problemen met het plaatselijke klimaat.
Mijn eerste bestemming is niet zo ver af en voert me naar Noto, de stad is zoals enkele andere hier vooral bekend om zijn Barokke gebouwen, en dat is zoals bij die andere steden te danken aan de aardbeving in de 17e eeuw die vele steden tot puin herleide, die dan opnieuw opgebouwd werden in de bouwtrant die toen in zwang was, de barok dus. Ik parkeer de camper onder een met bomen omzoomde laan, lekker in de schaduw. Bovendien is het nog geen 100m naar de hoofdstraat rond dewelke de meeste bezienswaardigheden zich situeren. Het begint met de Porta Reale, blijkbaar geïnspireerd door een triomfboog. Eens daar onderdoor heeft bijna elk huis wel balkonnetjes met gesculpteerde steunen en gietijzeren hekwerkjes. Maar het zijn vooral de kerken, kathedralen en paleizen die met de fraaiste en overdreven sculpturen de aandacht trekken. Ook het theater (een modern overdekt theater, zoals wij dat kennen deze keer) is een kakofonie van zuilen, sculpturen en beeldhouwwerken. Je zou er eigenlijk bij moeten gaan zitten om het in detail allemaal te bekijken en steeds nieuwe vondsten te doen. De duomo imponeert nog wat meer door zijn majestueuze trappen ervoor.
Het Palazzo Nicolaci dat op de Unesco World Heritage List voorkomt, is het enige waarvan ook het interieur te bezichtigen is, en dat doe ik dan ook. Vanop de balkons heb ik tevens een mooi uitzicht over de aanpalende straten. In één van de kerken betaal ik voor de toegang tot de klokkentoren om een beter overzicht van de binnenstad te krijgen. Op het einde van de hoofdstraat keer ik terug en stop voor een vers geperst sinaasappelsap en even van de warmte te bekomen in de schaduw op een terras.
Wanneer ik terug vertrek met de camper schenk ik het nog geldige parkeerticket, waarop er nog bijna een uur parkeertijd overblijft, aan een jong koppel dat zich juist parkeert.
Ik volg de kust van op een aftand naar Pachino, tot aan het Riserva Naturale Oasi Faunetica Vendicari waar ik de camper parkeer aan een dure 7€ (voor een ganse dag weliswaar), dit blijkt gelukkig even later ook de inkom voor het natuurgebied te bevatten. Ik wandel het stuk tot aan de Tonnera, een tonijn verwerkende fabriek die al sinds de jaren ’90 uit bedrijf is genomen, wegens te klein en niet concurrentieel. De verwerkingsfabriek is gedeeltelijk gerestaureerd om het te behouden in de staat zoals het erbij lag. Ook enkele vissershuisjes en de versterkte toren hebben een opknapbeurt gekregen. Het water en strand is zeer aanlokkelijk, maar er staan vandaag nog heel wat kilometers en bezienswaardigheden op de planning en dus moet ik verstek laten gaan. Ik troost mezelf met mijn nieuwe liefde, waarvan ik nu ook de naam heb ontdek: de graniti, de vruchtensapsorbets, die vandaag in limoenuitvoering tot mij komen.
Ik rijd van de kust weg naar de bergen waar ik de Cava d'Ispica wil bezoeken. In deze 13km lange gorge is ook weer een necropolis, een zogenaamde dodenstad gevestigd. Gelukkig is er een circuit van ongeveer 1km lang uitgestippeld dat de beste graven en catacomben langsgaat. Ook hier alle tijd en vrijheid om ongehinderd rond te neuzen in de rotsgraven, zonder op de vinger kijkende gids erbij. Wat vooral opvalt is hoe koel deze holen in de rotsen wel zijn, zelfs bij deze temperaturen, het is echt een verademing na het door het manshoge onkruid en over de klimmende paadjes rondgestruind te hebben, even te kunnen bijkomen in de grotjes. Eén van de uitgekapte holen heeft ook hier weer dienst gedaan als kerk, in een andere zijn er verschillende zaaltjes met catacomben. Sommigen werden afgeschermd met een stenen muurtje als de natuurlijke bescherming niet voldeed. Vogels hebben de goede eigenschappen van de grotten ook ontdekt en nestelen erin, zowel kleine zangvogels als wilde duiven. Een andere grot laat ik over aan de wespen die er een nest in gebouwd hebben en ondanks de grote hitte zeer actief zijn en een agressief geluid maken met zijn allen. Op de parking tref ik even later 7 puppies aan, die zoals te lezen op een papier bevestigd aan het bord dat naar de parking verwees, hier achtergelaten werden. Diegene die het papier opgehangen heeft, en zich daarop boos maakt op de “dader”, geeft blijkbaar genoeg om de honden om ze te voederen, want ze zien er niet ondervoed uit. Ze zoeken de schaduw op onder de geparkeerde auto’s, en komen er alleen onderuit om wat te stoeien met elkaar of wanneer de chauffeur aanstalte maakt om te vertrekken.
Het gaat weer verder naar Modica, de stadswandeling houdt ik deze keer voor bekeken, de hitte wordt me echt te veel, en ik houd het bij een ritje met de camper door het stadje waarbij ik af en toe stop om een foto te nemen, net als Noto en de volgende bestemming, Ragusa, zijn het ook hier de Barokke binnenstad die de aandacht opeisen. In Ragusa Ibla (= de oude stad) parkeer ik de camper dan weer wel en ga te voet verder de kerken en paleizen volgen elkaar weer op, maar liggen deze keer meer verspreid over de stad. In het gemeentelijke park zorgen de bomen voor een heerlijke lommer. Ik probeer ook mijn GPS uit als wandel GPS om terug bij de auto te komen, maar die stelt mij dik te leur. Het ding lijkt soms tilt te slaan, verspringt van straat en blijft een hele tijd beweren dat ik mij op een parallel lopende zijstraat bevind. Het is niet dankzij het toestel dat ik uiteindelijk opnieuw bij de wagen terecht komt. Ook als ik de nieuwe route van de wagen ingeef lijkt hij met tegenzin te beginnen, zou die ook van de warmte weten misschien? Minder prettig is dat het ding blijkbaar nog denkt dat ik te voet onderweg ben en mij weer door veel te nauwe steegjes stuurt om mij tenslotte opnieuw op het beginpunt te brengen. Ik weersta de neiging om het ding uit het raam te keilen en begin er opnieuw aan. Deze keer loopt het wel goed en rijd ik even later de stad uit.
Het is ondertussen zaterdagavond en er rijden weer wat extra asociale chauffeurs op de baan die inhalen en je gewoon bijna van de weg drukken als ze je kruisen. En dat gebeurt niet 1 of 2 keer, maar verschillende keren. Als ik dan aan Camping Marina Caravan aankom blijkt deze helemaal niet aan zee te liggen, en besluit ik een ander camping een 9km verderop op te zoeken. In Regusa Marine hebben ze echter blijkbaar niet graag dat er iemand die richting uitgaat, want er staat een verbodsbord? Na enkele vergeefse pogingen met doodlopende straten sta ik enige tijd weer voor hetzelfde rode bord met witte streep om vast te stellen dat alleen ik me blijkbaar hierdoor laat tegenhouden. De rest rijdt het gewoon voorbij, ook nu weer zal ik me dus gedragen als een lokale en knal dus voorbij het bord.
Als ik even later op camping Agrituristico Capo Scalambri aankom begin ik toch stilaan te denken in een andere dimensie terechtgekomen te zijn. Ze lijken te weten dat ik Sicilië rond reis, van wie of wat geen idee, en zelfs dat ik op weg was, terwijl ik dat zelf niet wist of van plan was. De “plaats” die me in eerste instantie aangeboden wordt is gewoon een weg van de camping die daardoor alle andere mensen in dat deel van de camping blokkeert, dat terwijl enkele meters verder nog een lege plaats is. Die krijg ik uiteindelijk, maar ze komen zeker nog 3x vragen of deze plaats bevalt. Op enkele plaatsen zie ik ook meerdere motorhomes op eenzelfde stelplaats staan, maar als ik even later over de camping wandel, merk ik dat er nog plek zat is??? Gelukkig kom ik Véronique en Bernard met hun Land Rover ook nog tegen, kwestie van toch vast te kunnen stellen dat de hitte me niet in het hoofd is geslagen. Voor een opfrissende zwempartij was het door alle gedoe natuurlijk te laat geworden. Hier ook geen internet of restaurant, dus maak ik mezelf een soepje klaar.
Zondag 24/06/12
Vandaag geen haast, niet overdreven veel kilometers en een beperkt aantal bezienswaardigheden en dus besluit ik om mijn schade van gisteren in te halen en vanmorgen na het ontbijt even te gaan snorkelen. Dat ontbijt is trouwens vers van de bakker die op de camping komt leveren en bestaat uit een brioche met vanillepudding en eentje met chocolade. Na het ontbijt dus gaan snorkelen voor een drie kwartier, Bernard komt me daar vervoegen. Ondanks het vroege uur is het weeral achter in de 20 begin 30°C. Nadien nog even douchen, drinkwatertank bijvullen gezien het vanavond op een parking overnachten is, en de camping betalen. Eén van de beheerders spreekt Frans de andere Engels, het wordt dus een mengelmoes en steeds overschakelen naargelang welke persoon ik aanspreek. De overnachting komt me op 11€.
Mijn eerste rit brengt me langs de kust naar Gela waarbij ik de Necropolis van Camarina passeer, doch helaas is die gesloten. Vlak erna bevindt er zich een ideaal strand om te zwemmen en te lunchen, maar gezien het zwaardere ontbijt en de vroege zwempartij vind ik het nog wat vroeg om al te stoppen. Van het Riserva Naturale Pino d'Aleppo merk ik niets op, nochtans ben ik zelfs dichter bij de kust gebleven dan voorzien was in de planning. Wat ik wel merk is dat het oogsttijd is voor het koren en hooitijd, bovendien heeft men hier nog de gewoonte de stoppels vervolgens af te branden op het veld als vorm van bemesting voor het veld. Een riskante onderneming bij zulke droogte als je het mij vraagt. Ik ben deze reis de laatste dagen trouwens al meerdere bermbranden tegengekomen en zelfs doorheen gereden, ook de illegale stortplaatsen staan regelmatig al dan niet opzettelijk in de fik.
Ook in Gela is het één en ander gesloten, het museum waar men de combinatietickets voor de acropolis naast het museum en de versterkte stadsmuren kan kopen is wel open maar de acropolis niet, wegens te weinig personeel, zegt een man me terwijl ze daar met zijn drieën rond een tafeltje zitten te keuvelen in het van airco voorziene museum. En jammer, maar de stadsmuren op Capo Soprano zijn juist 5 minuutjes dicht, of ik toch niet het ticket voor het museum wil kopen? Neen bedankt dus. Verder naar Falconara dan maar waar volgens mijn reisgids het strand uitzicht biedt op het erbovenuit prijkende kasteel, mischien de kans voor een zwempartij en late lunch. Doch het strand is niet echt wat je noemt proper, de camper staat te ver af en het zicht op het kasteel wordt verknoeid door een afbrokkelende bunker uit wereldoorlog 2. Toch noch een limoen granite gescoord (dat wordt afkikken eens ik terugthuis ben!) en terug richting Gela, waar ik toch voor de zekerheid maar tank, met een automaat met bankbiljetten, want buitenlandse kaarten worden blijkbaar niet aanvaard en de benzinestations in deze streek zijn blijkbaar niet bemand op zondag. Bedoeling was om hier toch nog voor een snelle duik te gaan, lunch hoeft niet echt meer door de warmte, maar die zin gaat al snel over als ik de stranden van Gela zie, overvol met dagjesmensjes, ligstoelen, parasols en geen parkeerplekje meer in de grote omgeving. Dan maar het binnenland in.
Onderweg nog een foto van het Castelluccio kasteel gemaakt en rond 16u00 ben ik in Piazza Armerina, waar ik de Paleizen van Trigona en di citta ga bekijken, ook de Duomo en de Chiesa di San Roco vereer ik met een bezoekje, allen aan de buitenkant wel te verstaan. Rond 17u30 sta ik dan 5km verderop met de camper op de parking van de Villa Romana (Imperiale) del Casale. De ebst bewaarde Romeinse villa ter wereld, dankzij een grondverschuiving die alles onder een 10m dikke laag zand bedekte en beschermde. Het is de eerste maal dat ik een perfect idee krijg van hoe de villa er eertijds moet hebben uitgezien, met meer dan manshoge muren en een duidelijk zichtbare moderne restauratie die het beeld vervolledigd. Op sommige muren zijn nog de vervaagde beschildering op het pleisterwerk terug te vinden, maar het zijn vooral de vloermozaïeken die gewoonweg spectaculair zijn. Sommige abstract maar ook volledige jachttaferelen, de visvangst, een galerij vol met Afrikaanse dierenkoppen, een mozaïek die volgens mij Odysseus bij de cycloop voorstelt uit de Illyas, of gewone alledaagse dingen. Echt wel prachtig. Drie kwartier wandel ik door het complex dat vier hoofddelen bevat. 1/3 van de villa is dan nog in volle restauratie. Dit is echt wel een aanrader.
Vannacht blijf ik hier op de parking overnachten, voor een schamele 2€, benieuwd of de Franse vrienden ook nog afkomen vanavond.
Maandag 25/06/12
Gisterenavond terwijl ik het avondeten klaarmaakte kwamen ook Bernard en Veronique aangereden, dus hebben we een tafeltje en stoelen tussen de beide Defender campers gezet en samen gegeten en natuurlijk nog heel wat nagepraat. Vanmorgen gaan zij de Villa Romana del Casale bekijken terwijl ik richting Morgantina rijd, we zien elkaar waarschijnlijk vanavond weer in Agrigento op de camping, zonder verplichting overigens.
In Morgantina krijg ik de eerste keer het gevoel van gerold te worden, op de parking wil een erg aardige oudere man mij perse een plan van de site verkopen, een kopie van slechte kwaliteit op A3 formaat, met als enige voordeel dat er een meertalige vertaling (met de nodige taalfouten) op staat. Meer uit sympathie dan dat ik het werkelijk nodig heb koop ik er eentje voor de veel te hoge som van 5€. Ook bij de ingang tot de site zelf wordt er goed doorgerekend, liefst 10€ inkom, daar is dan wel ook de toegang tot het museum in Adriano inbegrepen. Als ik de eerste stappen op de site zet voel ik me wat bekocht want veel lijkt er niet te zien zijn, enkele houten staketsels geven de omlijning van de wegen van de citadel weer, tussen het hoog opgeschoten struikgewas gluurt af en toe een puntje van een hoop stenen.
Eens ik echter het eerste heuvelplateau over ben, verbetert de situatie gelukkig. Een mooi theater en enkele andere funderingen van gebouwen, waaronder een agora en een spreekershoek in de vallei bieden al heel wat meer inzicht in de voormalige stad. Het is wel een hele hoop wandelen voor een relatief klein gebied met interessante ruïnes. Er duiken nog enkele huizen met mozaïekvloeren op, die na de villa van gisteren natuurlijk wat bleekjes overkomen. Een grote oven waarin onder andere terracotta dakpannen en grote kruiken werden gebakken is iets helemaal nieuws , dat ik nog niet tegen kwam. Ook de uitzichten rondom de site zijn echt wel de moeite waard. Het mooiste panorama krijg ik echter als ik opnieuw het eerste plateau beklim via een andere (geplaveide) weg en onder me de vallei met de belangrijkste ruïnes zie liggen met een rokende Etna op de achtergrond. Terug bij de auto hebben enkele grote zwerfhonden mijn auto als puik schaduwplekje uitgekozen en maken ze pas aanstalten om een poot te verzetten als ik de motor start.
In Adriano ga ik dan op zoek naar het museum waar tal van archeologische vondsten van de Morgantina ruïnes worden tentoongesteld, met als grote blikvanger de zilverschat, die na jaren illegaal in de VS gehouden te worden na veel politiek getouwtrek eindelijk weer thuis is gekomen. Fotograferen en filmen is er helaas niet bij. Van hieruit gaat het dan richting Enna, waar ik juist voor het binnenrijden van de stad aan de rand van een meer waar, onwaarschijnlijk maar waar, een motorcircuit rond ligt een schaduwplekje opzoek om te lunchen. Dan is het zaak om het juiste plekje te vinden om Alta Enna te verkennen, niet te ver weg, maar toch niet te veel nauwe, smalle straatjes doorkruisen met de camper. Na het negeren van enkele plaatselijk verkeer bordjes lukt dat erg goed. Ook hier weer een paar Barokke gebouwen waaronder kerken en paleizen maar ook huizen van rijkere patriciërs die heerlijke Barokke versieringen en balkons hebben. Kers op de taart is het grootste kasteel van Sicilië dat op het einde van de rotspunt prijkt, met zijn volledig intacte omwalling en 6 van de 20 originele torens. Ook hier weer schitterende bergzichten op naburige dorpjes en de lappendeken van landbouwvelden. Op de terugweg naar de camper nog een vruchtensap en granite gescoord en dan richting Agrigento. Al gauw wordt het duidelijk dat er aan deze route serieus gewerkt wordt met heel wat omleidingen, druk verkeer met bijkomend werfverkeer en vele snelheidsbeperkingen die toch niet opgevolgd worden, tot gevolg. DSaardoor kom ik pas om 17u45 in Agrigento aan, te laat om de vallei van de tempels nog met een bezoek te vereren, dat zal een taak voor morgen worden. Ter compensatie is er wel een zwembad waarvan ik en het zojuist aangekomen franse koppel, nuttig gebruik maken. Bovendien hoef ik niet te koken of op restaurant want ik ben door hen uitgenodigd voor het avondeten. Voor we het weten is het 23u00 en tijd om te gaan slapen, morgen wacht een stevige dag met heel wat wandelwerk tussen de ruïnes.
Dinsdag 26/06/12
Vanmorgen hebben we om 9u00 een busje dat ons naar de Valle dei Templi in Agrigento brengt, en ons later op vraag weer komt ophalen. Bovendien verlengt de campingbeheerder de uitcheck tijd tot ’s middags zonder bijkomende kost, normaal wordt vanaf 10u00 een bijkomende dag aangerekend. De rit duurt maar een 10-tal minuten waarna we de inkom betalen voor de site, ik schaf me ineens een kaart aan, voor één keer dat er eentje beschikbaar is. Echt nodig blijkt dat niet want alle bezienswaardigheden liggen langs dezelfde rechte route. Eerst aan de beurt is de Tempio di Giunone, ook bekend onder de (verkeerde) naam Tempel van Heras. Een deel van de zuilen zijn opnieuw opgericht, zodat de omvang van de tempel goed inschatbaar is. Rondom liggen er boomgaarden met olijvenbomen, amandelbomen en pistachenootbomen. De weg loopt naar beneden verder, en we zijn al lang blij dat we daar straks niet opnieuw tegen op moeten.
We wandelen langs de Arcosoli Bizantini, een soort versterkte muur met openingen erin, tot we de Tempio della Concordia bereiken. Deze Tempel is de best bewaarde Griekse tempel ter wereld op die van Athene na. Vooral de binnenkamer die in de meeste gevallen volledig ontbreekt, valt daarbij op. De friezen zitten nog op hun plaats maar bevatten geen beeldhouwwerk en dat is blijkbaar steeds zo geweest. Het dak ontbreekt echter volledig, wat niet onlogisch is gezien dat waarschijnlijk wel van hout geweest zal zijn. Enkele meters verderop is er dan de Necropolis Romana, waarvan we echter alleen het externe gedeelte kunnen verkennen gezien het ondergrondse gedeelte afgesloten is. Het volgende gebouw is een recentere villa in Barokke stijl waarin het multimediacentrum van het park gehuisvest is. Er rond ligt een mooi tuin en daarin staat onder andere een beeld in witte keramiek, een specialiteit van de streek hier.
Na de Tempio di Ercole, waarvan er nog maar één zuilenrij rechtstaat,moeten we een straat over die het park in 2 deelt. We profiteren ervan om in de bar ter plaatse een rondje granita te geven, ik ga voor arancia (appelsien), Bernard en Veronique kiezen de amarole (amandelsmaak). Aan de overzijde van de straat blijkt er van de tempels en gebouwen niet veel meer over, alleen 4 zuilen op de hoek van de Tempio dei Dioscuri zijn opnieuw opgericht op hun platform. Gezien het bijna middag is en de hitte toch wel serieus begint toe te slaan belt Veronique, die Italiaans spreekt (Italiaanse moeder, Vietnamese vader), en worden we even later opgepikt en weer afgezet aan de camping. Daar reken ik ineens af en neem vervolgens afscheid van mijn nieuwe Land Rover vrienden. Zij hebben nog een week te gaan, terwijl ik na vandaag nog 2 dagen in Sicilië ben, dus de kans is klein dat we elkaar nog tegen komen.
De stadswandeling in Agrigento laat ik gezien de heersende temperaturen maar voor wat ze is, veel speciaals is er toch niet te zien en ook van het archeologisch park hebben we de belangrijkste delen gezien. Ik zet koers naar de Scala dei Turchi, witte kalksteenrotsen die uit zee oprijzen, zo helder als sneeuw als je die vergelijking mag gebruiken bij dergelijke temperaturen. Ik wil er even gaan zwemmen om af te koelen en ook lunchen. Het zwemmen lukt ook, al is het dan aan het strand naast de befaamde kliffen, omdat het andere momenteel gesloten is (rode vlag), voor het eerst ook een echt zandstrand boven en onder water, wat er wel voor zorgt dat er niets te zien valt bij het snorkelen door het door de golven beroerde zand. Ook lijkt het water me aan deze kant van de kust een beetje frisser dan de andere kusten waar ik al ging zwemmen. Voor de lunch houd ik het maar bij wat vers fruit want ik heb vandaag wat veel last van de warmte. Het terug van de parking naar de doorgaande weg rijden wordt nog een kunststukje want het is er smal en zeer steil, ik zet de camper in kleine eerste versnelling en trek hem er zo uit, als de stenen veranderen in asfalt en iets minder steil wordt, ga ik naar 2 klein en voel en hoor de banden op het asfalt doorslippen terwijl ze grip zoeken. Gelukkig lukt dat ook en sta ik even later weer boven. Ondanks de hoge temperaturen van de laatste dagen (dit zijn normaal temperaturen voor in Augustus zegt men hier), blijft de motortemperatuur het nu goed doen.
Ik rijd door mooi berglandschappen tot in Eraclea Minoa, ook een site met een theater, dat echter ter bescherming van de zachte zandsteen waaruit het gebouwd is, overkoepeld is met een beschermend dak in platiek, daarnaast bevinden er zich nog wat fundamenten van woonhuizen uit dezelfde periode en onverwacht ook nog kalksteenkliffen. Voor Sciacca heb ik op mijn planning alleen “oude binnenstad” vermeld, gezien de heersende temperaturen opteer ik ervoor met de camper de stad in te rijden, in de hoop dat ik niet weer ergens vast kom te zitten en op goed geluk wat rond te rijden om mooie gebouwen te ontdekken. Dat lukt aardig en na een poort, een kerkje en enkele andere niet echt benoemde Barokke gebouwen ontdek ik onverwacht nog een kasteel ook.
Daarmee heb ik het wel gehad voor deze stad en zet koers naar mijn overnachtingplaats Selinunte. Jammer genoeg blijkt het restaurant gesloten te zijn en er geen Wifi aanwezig, dit alles in tegenstelling tot wat er in de campinggids vermeld stond, maar veel zin om nog kilometers te rijden om een alternatief te zoeken heb ik niet, en ze ligt tenminste aan zee zodat een opfrissende duik wel tot de mogelijkheden behoort. Nadien nog wat kaartjes schrijven zodat die morgen eindelijk op de bus kunnen, het reisverhaal wat aanvullen, een potje koken wanneer het wat afgekoeld is en vervolgens eens wat vroeger gaan slapen.
Yohani
