Pagina 2 van 2

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: za 25 jun, 2011 14:11
door De Rob
Zo de bol er doorgedrukt heb ik nog nooit gezien..Dat kommetje is er gewoon "afgedrukt".
Rob

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: za 25 jun, 2011 20:54
door Kris
Wolf schreef:
Kris schreef: Allez Willy wat schrijf je nu als senior expert : waartegen denk je dat de pin in de slavepomp duwt ? Juist. Dat rond putteke in de vork.
Als senior weet ik dat het dat putteke niet is dat kapot gaat zulle.
Hihi. Wie had er gelijk ;-) ;-) ;-) :angel:

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: zo 26 jun, 2011 10:06
door ronnydef90
Kris,kunde mij ne keer de lotto cijfers in pb doorsturen.
Gij hebt ne glazen bol oef wa.
grtn ronny. :clap:

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: zo 26 jun, 2011 10:38
door Yohani
De Rob schreef:Zo de bol er doorgedrukt heb ik nog nooit gezien..Dat kommetje is er gewoon "afgedrukt".
Rob
Tja, mijn broer dacht direct aan een fabricagefout in de vork, toen hij dat zag.

Langs één kant ben ik opgelucht dat het "dat" maar was, langs de andere kant, indien ik in Griekenland een garage had gehad die de versnellingsbak er had afgenomen, hadden ze dit tijdelijk kunnen herstellen en had ik mijn vakantie niet moeten afbreken... . Maar dat haal ik wel in.

De camper staat nu terug thuis, ga nu nog de startbatterij vervangen, heb die ineens laten nazien en zoals te denken was heeft die haar beste tijd gehad. We gaan dan ineens de 2e druppellader die hier al meer dan een jaar ligt ook installeren om die batterij te onderhouden.

Voor de rest dan nog wat half cosmetische, half nuttige aanpassingen: plaatsen van spatlappen achter de voorwielen en wielkastverbreders achteraan (de zijkant van de camper hangt nog vol gedroogde koeiendrek van een passage in Griekenland :sick: ) en het dak wit schilderen. Maar dat kan je hier volgen: viewtopic.php?f=97&t=52257

P.S. De chauffeurs van de transportfirma zijn er ook nog in geslaagd van mijn CB antenne te slopen door ze op een verkeerde plaats los te schroeven om ze te verwijderen, gelukkig had ik nog een reserve liggen :roll:

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: ma 27 jun, 2011 09:34
door De Rob
ronnydef90 schreef:Kris,kunde mij ne keer de lotto cijfers in pb doorsturen.
Gij hebt ne glazen bol oef wa.
grtn ronny. :clap:

T'is wel niet "dat" putteke waar de slave cilinder tegen duwt.Dus laat het maar van die Lottogetallen :think:
Rob

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: ma 27 jun, 2011 18:01
door LaRoSyll
De Rob schreef:Zo de bol er doorgedrukt heb ik nog nooit gezien..Dat kommetje is er gewoon "afgedrukt".
Rob
Lex heeft een tijdje geleden juist hetzelfde voorgehad.

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 28 jun, 2011 09:11
door De Rob
LaRoSyll schreef:
De Rob schreef:Zo de bol er doorgedrukt heb ik nog nooit gezien..Dat kommetje is er gewoon "afgedrukt".
Rob
Lex heeft een tijdje geleden juist hetzelfde voorgehad.
Meestal is het open gespat,precies of er is een een kogel doorgeschoten.
Rob

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 28 jun, 2011 12:43
door Reko
De zebra had ook hetzelfde voor, krak dezelfde foto...

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: wo 29 jun, 2011 23:18
door Wolf
Kris schreef:
Wolf schreef:
Kris schreef: Allez Willy wat schrijf je nu als senior expert : waartegen denk je dat de pin in de slavepomp duwt ? Juist. Dat rond putteke in de vork.
Als senior weet ik dat het dat putteke niet is dat kapot gaat zulle.
Hihi. Wie had er gelijk ;-) ;-) ;-) :angel:
ge lacht veel te vroeg want je zit er helemaal naast hé! :evil: en ik was helemaal just :lol:

@Yohani: waarom vervang je de alternator?

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: wo 29 jun, 2011 23:43
door Yohani
Wolf schreef:@Yohani: waarom vervang je de alternator?
Omdat we die niet meer vertrouwden en die zijn beste tijd wel gehad heeft. Gaf bijlange zijn normale vermogen niet meer, heb er nu een nieuwe van 70 amp steken. Ook de startbatterij wordt nog vervangen, is uitgetest en heeft ook zijn beste tijd gehad.

Morgen trouwens met de camper naar de TC.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 30 jun, 2011 00:28
door zeerover
Yohani schreef:
Wolf schreef:@Yohani: waarom vervang je de alternator?
Omdat we die niet meer vertrouwden en die zijn beste tijd wel gehad heeft. Gaf bijlange zijn normale vermogen niet meer, heb er nu een nieuwe van 70 amp steken. Ook de startbatterij wordt nog vervangen, is uitgetest en heeft ook zijn beste tijd gehad.

Morgen trouwens met de camper naar de TC.

Yohani :P
Leg een dikke kabel van de alternator naar de starter zo heb je minder verliezen.

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 30 jun, 2011 09:52
door Yohani
De camper is door de Technische controle, groene kaart zonder enige opmerking 8) , zelfs niet meer voor olielekjes (dankzij de nieuwe oilseals die gestoken werden).

Maar de startbatterij moet ik echt wel dringend vervangen, na de roettest bleef de auto even staan met contact op (radio en lichten) met de motor stil, en de mannen van de controle hebben hem in gang mogen duwen :eh: zodat ik ook de rest van de controles kon laten doen.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 30 jun, 2011 12:39
door Wolf
startbatterij laten reviseren hé. Hier in de buurt zit er een hele goeie (ook LR-man)
Als je zijn coordinaten wil, laat maar iets weten.

ps: ik wil je wel ontlasten van die oude, niet goeie alternator zulle.
(studie-object) ;)

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 30 jun, 2011 15:34
door Yohani
Wolf schreef:startbatterij laten reviseren hé. Hier in de buurt zit er een hele goeie (ook LR-man)
Als je zijn coordinaten wil, laat maar iets weten.

ps: ik wil je wel ontlasten van die oude, niet goeie alternator zulle.
(studie-object) ;)
Heb juist al bericht gekregen van het thuisfront dat de nieuwe startbatterij al aangekocht is en thuis op me wacht (alleen zien dat ik vanavond nog weg geraak :mrgreen: )

Die alternator mag je gerust hebben hoor.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 30 jun, 2011 19:17
door Wolf
Oei, als ik nu zelf lees wat ik schreef; "startbatterij laten reviseren" :lol: :mrgreen: :lol: ik heb nochtans geen kampernoelies gegeten.

Ik kom wel eens af voor die alternator (moet niet gratis zijn zulle)

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 30 jun, 2011 19:49
door christiaan f
accu's reviseren is van HEEEEL lang geleden.

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 30 jun, 2011 22:51
door Yohani
Ik dacht al dat je de alternator bedoelde, mijn Defender is van '92 dus 19 jaar oud, dus opteerde ik liever voor een nieuwe alternator dan de oude te reviseren.

Zeker als je weet dat die al meer moet werken dan normaal door het bijladen van 2 batterijen en meer gebruikers ... .

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: wo 20 jul, 2011 11:24
door Yohani
Nu de camper weer in orde is, heb dit weekend ook opnieuw de overtocht Ancona -Igoumenitsa (H/t) geboekt, met Minoan deze keer.

Dus een nieuwe poging om de afgebroken Griekenlandreis voort te zetten en dit van 2 tot 25 september 8)

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: za 03 sep, 2011 22:41
door Yohani
Vrijdag 02/09/11

Vandaag begint eindelijk de tweede episode van mijn Griekenlandreis. Nadat de camper in de maand juni terug thuis gebracht werd, met als enige minpuntjes voor +/-50€ van de voedsel- en drankvoorraad die verdwenen is, een kastdeurtje dat stuk getrapt is en de CB antenne die gesneuveld is, werd de camper hersteld.
De oorzaak van alle ellende bleek dan toch de vermaledijde koppelingsvork te zijn, een werkje dat in België welgeteld 2 dagen in beslag nam, en dan nog omdat er niet de volledige dag ongestoord aan kon gewerkt worden. Maar nu steekt er dus een versterkte koppelingsvork in, een nieuwe heavy duty koppeling met een nieuwe buté, ligt er een nieuwe distributieriem op en er zijn er ook nog enkele oliedichtingen, de startbatterij en de alternator vervangen, zodat ik terug gerust op weg kan.
En vanmorgen is die dag dus aangebroken, een testweekendje naar de Deltawerken en het IJsselmeer in Nederland, het lang weekend van 15 augustus, is goed verlopen, dus rond 9u00 ben ik letterlijk de hof af. Het weer is in elk geval een stuk beter dan in de maand Mei en met open raampje scheur ik aan een gezapige snelheid van 90 à 100km/u over de snelweg. Aan de afslag van het juist herstelde viaduct van Vilvoorde is er wat file en even later in Luxemburg ter hoogte van de gelijknamige hoofdstad opnieuw, maar voor de rest loopt alles vlot. Ik maak ook van de gelegenheid gebruik om te tanken, al is de bak nog half vol, aan een voordelige prijs van 1,1€/l. De wachttijden aan de pomp moet je er dan wel bijnemen natuurlijk. Een eindje in Frankrijk is het tijd voor de lunchstop, juist wanneer ik me klaar begin te maken om opnieuw te vertrekken stopt er een Harley Davidson motor naast mijn camper, de Belgische motorrijder wil graag de camper een keertje zien en we babbelen nog gezellig een kwartiertje verder, waarna we weer ieder onze weg gaan, ik richting Straatsburg en Zwitserland hij naar Oostenrijk naar een biker-meeting. Ik speel haasje over met een groep Engelsen in vreemd uitgedoste wagens, voorzien van kanonnen, hanenkammen, vleugels en wat minder herkenbare attributen die in België onmiddellijk zouden lijden tot een politietussenkomst, even denk ik in een aflevering van het BBC programma Top Gear terecht gekomen te zijn, maar er verschijnt geen van de beruchte presentatoren in mijn gezichtsveld.
Rond Straatsburg wordt het weer even drukker, maar het is pas na de Zwitserse grens, waar in tegenstelling tot vorige keren zelf geen douanier te bekennen is, in Bazel waar de filemiserie begint. Het is 5u00, dus midden in de spits en we staan meer stil dan we rijden in de met uitlaatgassen gevulde tunnels. En het blijft druk op de autosnelweg, met regelmatig stilstaand verkeer. Ook als ik de afslag Aarburg bereik sta ik weer in de file, gelukkig ga ik hier van de snelweg af op weg naar Camping Wiggerspitz voor mijn eerste overnachting. Het is 18u30 als ik aankom, even de administratie regelen, elektriciteit aansluiten en dan met de voeten onder de tafel op het terras voor een kartoffelsalade met putensnitschell en een wit wijntje. Ik maak nog een wandeling naar het stadje om de burcht en enkele typische Zwitserse gebouwen vast te leggen in betere weersomstandigheden dan vorige keer, en wandel in het donker terug naar de camping bij +20°C.

Zaterdag 03/09/11

Een beetje later opgestaan dan goed is en daarmee dus pas rond 9u30 vertrokken en dat moet ik dan ook bekopen, zo gauw ik de autosnelweg op rijd sta ik in de file, en dit duurt zo tot in Luzern. Liefst 3u30 doe ik over de luttele 50km, normaal een zaak van een ½ uurtje. Ook verder tot aan de Gothard tunnel lijkt het wel of het hele Zwitserse autowegennet opgebroken is, met alle files vandien. Voor de tunnel is de file van 11km, die op de radio aangekondigd werd, gelukkig opgelost tegen dat ik daar ben. In de tunnel is het snikheet, het lijkt wel of men een reuze haardroger hete lucht de auto in blaast, de motor van de wagen raakt niet eens afgekoeld. Eens na de Gothard stop ik op de eerste parking voor een snel middagmaal. Ook hier weer veel interesse voor mijn camper. Het blijft het druk op de weg maar gaat het toch iets vlotter, ook de grens met Italië verloopt snel en zonder problemen. Het blijft drukkend warm, maar de zon is verdwenen achter een grijs wolkendek, op een gegeven moment vallen er zelfs enkele druppels regen, niet genoeg echter om van een bui te spreken. Gelukkig blijven de opstoppingen nu uit, al vertraagt het verkeer zo nu en dan wel even.
Door de slechte start vanmorgen ga ik nooit tot voorbij Rimini geraken tot aan de kust, maar dat is ook niet echt nodig, gezien ik morgen maar om 15u00 moet inchecken in Ancona. Ik besluit dan ook van een camperplaats of camping op te zoeken in Bologna, op een goede 200km van de eindbestemming. Er blijkt echter een groot evenement gaande te zijn en dus opteer ik maar voor de camping Città di Bologna want overal staan er auto’s geparkeerd en is het een drukte van jewelste. Het blijkt een nette camping met een goed restaurant waar ik naast een Griekse salade, nog een steak in groene pepersaus met gebakken aardappeltjes laat aanrukken gevolgd door een heerlijke Tiramisu. Het fileleed is al snel vergeten. Om 22u00 is het nog 30°C.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: zo 04 sep, 2011 10:58
door Peter Puma
Het blijft tof om jou verhalen te lezen :thumbup:.

Ik wens je alvast een mooie en probleemloze reis toe :wave:

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: ma 05 sep, 2011 21:02
door Yohani
Zondag 04/09/11

Vanmorgen is het nog steeds warm, er hangt een sluierbewolking die de hemel grijs kleurt maar het zonlicht diffuus doorlaat. De sanitaire voorzieningen blijken evengoed als de rest van de camping reeds doet vermoeden, alles heel verzorgt en netjes, zonder bijkomende kosten voor warme douches en zelfs 15 min. internet toegang gratis. Ik vreesde even dat het Fiesta di Cavallo voor geluidsoverlast zou zorgen, maar dat valt heel goed mee en dus heb ik goed geslapen. Tegen 9u00 heb ik mijn ontbijt achter de kiezen en ga ik op weg naar Ancona. Ondanks enkele werkzaamheden onderweg verloopt het verkeer vrij vlot zodat ik tegen het middaguur in de haven van Ancona aankom.
Ik begeef me eerst nar de check-in, je weet maar nooit dat er wat gewijzigd is, en krijg daar een eerste verrassing voor de kiezen. Mijn camping aan boord, blijkt geen camping aan boord te zijn, in tegenstelling tot de vorige keer met Anek mag je er niet in je camper slapen. Mijn boeking is blijkbaar ook niet de optie waarbij je recht hebt op een cabine waarvoor ze reclame maken op de site van Minoan. Ik besluit af te wachten en te zien wat er te regelen valt eens ik aan boord ben. Via een onvoorzien omweg door het centrum van Ancona kom ik in de haven aan waar ik naar een plaatsje in de rij geloodst wordt. Het valt me op dat er hier nog zo weinig medereizigers staan aan te schuiven, een feit dat ook een Duits koppel opmerkt, die jaarlijks naar Griekenland gaan. Doch het is nog vroeg en de inscheping begint normaal pas om 15u00.
Vrij laat komt de Cruise Europa de haven binnen gevaren en het lijkt wel eeuwen te duren voor men begint met het lossen. Tegen dit tempo raken we hier nooit op tijd weg. Dit wordt bewaarheid als we om 17u00 nog steeds staan te schilderen, nog steeds rijden er vrachtwagens van de boot, het laden moet nog beginnen. Uiteindelijk begint men eraan, terwijl er nog steeds verkeer uit de buik van het schip komt wat meerdere keren tot problemen lijdt natuurlijk. Er zijn ondertussen ook een massa vrachtwagens toegekomen die alle mee moeten. Uiteindelijk is het 19u00 wanneer we afvaren, 2u later dan gepland.
In de haven is er ondertussen een feest los gebarsten met vaandelzwaaiers en muziekcorpsen. Onder verwelkoming van enkele saldo’s kanonschoten komt er een flottielje boten aangevaren die een boot met officiële gezagdragers omringen, de begeleiding bestaat onder andere uit een grote motorboot van de Guardia Civille, een nog groter exemplaar van de kustwacht en nog enkele kleinere van de Policia naast enkele burgers met hun zeil- en motorbootjes. Ook dit zorgt natuurlijk weer voor oponthoud.

Eens we van de kade los zijn begeef ik me naar de receptie om te horen hoe de vork hier nu eigenlijk aan de steel zit maar mijn boeking geeft me alleen recht op het aansluiten van de camper op de stroom om de ijskast te laten draaien, en een plekje op de grond voor de nacht, want dek 10 waar de salons aanwezig zijn met zachte zetels is blijkbaar niet toegelaten als slaapplaats. De prijs voor een cabine wordt aangeboden voor 95€ extra, wat ik vertik. Op het eerste zicht ziet de toestand van de boot er erg netjes uit, tot ik even wil gebruik maken van het sanitair, geen van de deuren heeft nog een slot, de toiletten zijn vuil en de vuilbakjes waarin je het toiletpapier moet gooien, dat je hier niet mag doorspoelen, zitten al overvol en de overtocht moet nog beginnen. Zelfs de toiletten in de garage van Anek Lines waren in betere toestand! Douches heb ik hier nog niet gezien. Dan maar naar het restaurant waar de spaghetti Bolognese lauw blijkt te zijn in plaats van warm, maar gelukkig wel goed van smaak en redelijk van prijs. Desondanks is dit voor mij de laatste boeking geweest met Minoan, Voor 100€ minder kreeg ik bij Anek Lines veel meer waar voor mijn geld. Ondertussen het uurwerk een uurtje voorruit gezet want aan boord werkt men blijkbaar met de Griekse tijd. Na 3 maalde ronde van het schip met alle toegankelijke dekken gedaan te hebben, moet ik tot de pijnlijke conclusie komen dat het echt wel op de grond slapen is, of het moet zijn dat enkele van de lounges en bars beschikbaar worden na de openingsuren, maar wanneer zal dat zijn? Zelfs de dekstoelen zijn geen optie want die zijn opgestapeld en met kettingen vastgezet. Ik heb ook de indruk dat er actief wordt tegengewerkt als je een plaatsje zoekt, de bemanning is direct daar om je weg te sturen en een onbeheerd tentje is gewoon uit elkaar gegoooid en alle spullen liggen over de traphal verspreid. Een stiekeme tocht naar het autodek levert ook niets op, want de toegangsdeur is wel degelijk op slot. In mijn rugzakje heb ik wel mijn fleeceslaapzak, maar zo zonder matrasje beloofd het een lange en harde nacht te worden, plots denk ik eraan dat in mijn camper nog mijn originele Chileense hangmat ligt die een uitkomst zou kunnen bieden. Ik bedenk een smoes om naar het cardek te kunnen, onder begeleiding weliswaar, en dat lukt ook nog: ik ga naar de receptie en zeg dat ik mijn metertje voor mijn bloedsuiker vergeten ben in de camper, en dat is niet eens een leugen want dat is ook zo, ik hoef hen niet wijs te maken dat ik dit ook morgen nog kan nazien eens aangekomen in Igoumenitsa. Zonder veel morren wordt er een werkman meegestuurd en dalen we met een lift af naar dek nr. 5, als we er binnen komen is het al snel duidelijk dat ook hier slapen geen sinecure zou geweest zijn, het lijkt er wel een dolgedraaide sauna. Zelfs de honden zijn allemaal meegenomen naar de kennel op dek 11. Ik sta in het zweet tegen dat ik de hangmat en het metertje te pakken heb, voor alle veiligheid laat ik ook maar mijn camera en laptop achter slot en grendel in de camper, dat is veiliger dan onbeheerd naast je staan te hebben terwijl je slaapt. Ik keer terug naar de werkman die braaf naast de liftdeur blijven wachten is en ga even later op zoek naar een plaatsje waar ik mijn hangmat op kan hangen. Dat is nog niet zo eenvoudig want bomen zijn niet echt alomtegenwoordig op een schip. Een eerste poging aan een reling die het overdekte maar verder open bardek opdeelt op het 11e niveau loopt slecht af, de reling kraakt vervaarlijk en buigt naar elkaar toe als ik in de hangmat ga liggen, waardoor ik op de grond komt te liggen. De barman komt ook al gealarmeerd kijken. Dan nog maar een keer het schip rond, er zijn wel plaatsjes te vinden, maar dan sluit je een halve trap of nooddeur af, wat ook weer niet geapprecieerd zal worden. Uiteindelijk verzeil ik weer op het Pooldek met de bar en besluit dan maar mijn hangmat in de buitenlucht op te hangen, koud is het alvast niet, in de buurt van twee kisten met reddingsvesten vind ik genoeg reling en een vast gelaste stalen ladder die stevige bevestigingen bieden. Na enkele pogingen lig ik rond 01u00 in mijn hangmat te schommelen op maat van de deining en de wind, die hier wel vrij stevig maar warm is. Het is eerst wat gewennen, maar slaap ik niet dan kan ik toch een beetje comfortabel rusten, enkele late medereizigers zijn jaloers als ze mijn slaapplaats opmerken, gelukkig worden er geen kwalijke grappen uitgehaald met de touwen en de knopen. Ergens tijdens de nacht kruip ik in de fleece slaapzak, niet voor de temperatuur, maar eerder ter bescherming tegen de wind en het storende overal aanwezige licht.

Maandag 05/09/11

Ik moet dan toch enkele keren ingedommeld en weer wakker geschrokken zijn, want rond 6u00 wordt ik gewekt door een bemanningsdek dat op dit onooglijke uur het dek gaat schrobben met behulp van een tuinslang en een machine. Ik pak mopperend in en verhuis naar het 10e verdiep waar ik zie dat er heel wat mensen op de banken van de lounge liggen te slapen. Ik kies me een plekje uit en doe hetzelfde, maar nog geen ½ uur later is er daar weer een lid van de bemanning die iedereen wekt onder het mom dat men ook daar wil opruimen, blijven zitten kan blijkbaar wel, slapen op de banken dan weer niet. Tja als je de genoeg met de mensen hun voeten speelt zullen ze volgende keer wel een cabine boeken moet het gedacht hierachter zijn.
Het schip is er bovendien niet in geslaagd veel van het late vertrek goed te maken en dus is ook onze aankomst met 2u verlaat. Gelukkig verloopt de ontscheping dan wel weer vlot zodat ik even voor de middag weer voet, of wiel zo je wil, op Griekse bodem zet. Even de kaart van Griekenland inladen op de Tomtom en dan op weg richting Ioannina, in tegenstelling tot in mei via de autosnelweg deze keer. Was dit toen een dag rijden, met de nodige bezienswaardigheden weliswaar, nu gaat dit een stuk sneller en korter met een luttele 65km, doch het hete weer met boven de 35°C in combinatie met de lange steile klimmen zorgt ervoor dat de koeling van de motor verre van optimaal is. Boven op de eerste bergpas moet ik dan ook even stoppen om de motor de tijd te geven om wat af te koelen, omdat de meter gevaarlijk dicht het rode gebied benadert. Op de autosnelweg staat het wijzertje van de camper sowieso altijd al wat hoger met een gewicht van 3 Ton en de grote windvanger van de bovenslaper, in combinatie met deze hitte is dat een beetje zorgelijk en in het oog te houden. De stop in Ioannina is dan ook vierdelig, de motor de kans geven even goed af te koelen, even gaan snuisteren in de zilverwinkeltjes om mijn verzameling ringen en kettinkjes aan te vullen, de lunch en de vermoeidheid afschudden. Een uurtje later ben ik weer al op weg, in de stad en in de files, waar het zo mogelijk nog warmer is, blijft de temperatuur van de wagen goed. Ook op de kleinere klimmetjes is er geen probleem, alleen op de lange tandenbijters is het dus opletten geblazen. Als ik ter hoogte van Metsovo van de autosnelweg af ga en de gewone kronkelende baantjes door de bergen neem, waar er meer afwisseling is tussen hellingen en afdalingen, verloopt ook alles goed. De nieuwe snelweg is recht op recht getrokken met eindeloze hellingen en tunnels die elkaar constant opvolgen, ik moet er dus gewoon voor zorgen dan niet het maximum van de wagen te willen vragen op die momenten. Vanaf overmorgen zijn de autosnelwegen trouwens voor enkele weken gedaan normaal. Ik merk toch goed dat ik te weinig en onrustig geslapen heb vannacht, dat met de vertraging van 2u van de boot doen me besluiten mijn oorspronkelijke routeplan aan te houden en te overnachten op Camping Vrachos Kastraki in Kalambaka na een goeie 180km. Ook in de maand mei was ik hier al en het vooruitzicht van een lekker verkoelend zwembad en een gezellig restaurant met terras hebben zeker bijgedragen aan mijn besluit hier weer te overnachten. Juist voor ik de camping bereik stop ik nog bij een fruitstalletje naast de weg om wat vitamientjes in te slaan. Om 16u30 sta ik dan op mijn plaats voor vannacht en verwisselen de shorts voor een zwembroek. ’s Avonds is het tijd voor de traditionele Tdzaziki en Mousaka.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 06 sep, 2011 15:01
door warci
Fij om te lezen Yohani, 't is hier fameus aan't jeuken!
Mijn 90 is eindelijk vertrekkensklaar en nu staat mijn rug weer in panne :(

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 06 sep, 2011 22:02
door zeerover
warci schreef:Fij om te lezen Yohani, 't is hier fameus aan't jeuken!
Mijn 90 is eindelijk vertrekkensklaar en nu staat mijn rug weer in panne :(
Ik heb mijn koppelingsvork vervangen met rugpijn en veel pijnstillers daarna was het over. Moraal, blijven bewegen!

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: vr 09 sep, 2011 20:06
door Yohani
Dinsdag 06/09/11

Gezien ik Meteora in Mei reeds bezocht, besteed ik er nu niet veel aandacht aan, vandaag en morgen is het de bedoeling nog een stuk oostelijker te rijden, om rond Kavala mijn route van vorige reis dan weer op te nemen. Methoni is de bestemming voor vandaag, maar gezien het goed vlot, besluit ik al wat verder te rijden en dus ga ik door tot in Thessaloniki. Ik vind er een parkeerplaats dicht bij de witte toren en vertrek van daaruit voor een wandeling door de stad. Eerst wat beeldjes van de haven en de promenade van de stad langs de kust en dan richting archeologisch museum. Dat bezoek duurt wat langer dan verwacht, maar ik ben niet gehaast, en al die authentieke stukken afkomstig van vindplaatsen waar ik al geweest ben of nog kom zijn best interessant en geven een beter beeld van de ruïnes waar ze gevonden werden.
Ik wandel dan verder naar de Triomfboog van Galerius langs een andere, onbenoemde ruïne, die eigenlijk alleen uit nog wat fundamenten bestaat, in tegenstelling van de boog waar toch nog een deel van recht staat, met nog vrij duidelijke bas-reliëfs erop. Iets hogerop gaat het dan naar de Rotunda, een gebouw dat diezelfde Galerius liet bouwen als zijn mausoleum, maar uiteindelijk door één van zijn opvolgers als kerk werd in gebruik genomen. Tevergeefs ga ik op zoek naar het huis van Attaturk, maar de plannetjes in mijn reisgids zijn niet van de beste kwaliteit en de straatnaambordjes in Griekenland soms niet leesbaar, of op zo’n verschillende wijze geschreven dat je de naam er nog niet in herkend (een probleem dat zich ook op de wegwijzers en landkaarten manifesteert). Dan maar verder naar de kerk van Agia Dimitros, waar ik ook even binnen een kijkje neem en waar onder andere naast de gebruikelijke kerkelijke parafernalia ook heel wat uit zilver en goud bestaande votieve hangen. Als ik de kerk uitkom is het even heroriënteren welke kant ik op moet voor een blik op de Yeni Hamam, één van die gebouwen die aan de Turkse overheersing van de stad herinnert.
Een ander groot complex ligt dan weer wat meer terug naar de zee op, een ruïne van een Romeinse Agora omring door restaurants en cafeetjes. Langs de Bey Hamam gaat het dan naar de Agia Sofia, op kleinere schaal nagebouwd naar zijn illustere naamgenoot in Istanboel, en ik moet toegeven het heeft enige gelijkenis. Van hieruit gaat het dan weer naar de camper, waar ik nog even een foto neem van een oude boot waarmee rondvaarten worden georganiseerd. Het is nog een eindje rijden naar mijn volgende overnachtingplaats en dus besluit ik als de schemering invalt het voor gezien te houden en stop ik in Asprovalta op de gelijknamige camping. Gelijk met de nacht doet ook de regen zijn intrede.
Als ik dacht dat daarmee de dag op zijn einde loopt had ik het mis. Als ik na het regelen van de administratie de auto wil starten, wil die maar na even aandringen en de lampjes op het dashboard doen maar raar. Het lijkt wel of het contactslot een stand kwijt is waardoor de startmotor ineens begint te draaien eens je de sleutel verdraait, normaal is er nog de stand met de voorgloeiing tussen. Ik geraak tot op mijn plaats en neem vervolgens contact met de thuisbasis om het probleem voor te leggen want ondertussen wil de auto helemaal niet meer starten. Veel kan ik in het donker in de regen niet uitvoeren en dus spreken we af de volgende dag opnieuw contact te nemen indien de situatie nog dezelfde is.

Woensdag 07/09/11

Vanmorgen is de situatie van de auto natuurlijk nog dezelfde, mijn broer vraagt me een deel van de bekleding van de stuurkolom te demonteren en de stekkers op te zoeken, maar diegene die ik nodig heb is niet echt bereikbaar zonder het halve dashboard te slopen. Gisterenavond had ik al de relais van de starter verwijderd omdat die nu en dan begon te trillen, als ik de juiste pinnetjes met elkaar kan verbinden bestaat er een kans dat ik weer verder kan. Uiteindelijk slaag ik erin om dat te doen met een vork (jawel zo eentje waarmee je eet) en krijg ik de motor aan de praat. Dankzij de wijze raad van mijn mecanicien aan de telefoon. Omdat dit toch nogal rudimentair is, ga ik ondanks de eerdere ervaringen met Griekse garages, proberen om een wat gemakkelijker verbinding te laten maken, die kan dienen tot ik één van de volgende dagen in de buurt van een Land Rover garage ben, en kan zien of deze een contactslot ter beschikking hebben. Een uurtje later ben ik de trotse bezitter van een Land Rover Defender met een startknop!
De Griekse goden moeten hebben gezien dat het goed was want de aanhoudende regen houdt eindelijk op als ik in de buurt van Kavala kom, het meest oostelijke plaatsje op deze reis. Een 15-tal kilometer landinwaarts vind ik er de ruïnes van Phillipo waar ik enkele uurtjes zoet ben met het wandelen van het Romeinse theater naar de resten van de basilica’s en het bijhorende museum. Het mooiste in het museum zijn de fijne gouden lauwerkransen die de eeuwen in graven overleefd hebben en ongeschonden werden terug gevonden. De acropolis boven op de berg blijft buiten bereik en moet het doen met wat bewonderende blikken van onderaan de berg. Tussen de resten van de basilieken en het Romeinse forum liggen nog de originele plavuizen en marmeren vloeren, evenals enkele knappe mozaïeken. Het doet je toch wat op dezelfde plaats je voeten neer te zetten dan de Romeinen zoveel eeuwen geleden. Een van de minder prozaïsche ruïnes is deze van de toiletten, een ongekende luxe voor velen in die tijd. Na de wandeling onder de stralende zon neem ik even de tijd om op het terras van het bijhorende complex een koel drankje te nuttigen. Op de parking neem ik dan nog een snelle lunch in de camper alvorens naar Kavala te rijden. Naast de pittoreske ligging van de stad aan de voet van de bergen wil ik er even de citadel zien en de 16e eeuwse aquaduct bewonderen. Ook de wandelboulevard met palmbomen en aangemeerde vissers- en plezierboten ziet er erg gezellig uit, jammer genoeg heb ik niet de tijd om er de avond door te brengen.
Als ik mijn route langs de kust wil in de GPS zetten blijft deze mij hardnekkig langs de autosnelweg willen sturen, welke voorkeuren ik ook maar inbreng. Uiteindelijk lukt het me met een via in te geven, maar dan zelf maakt hij nog een vreemde kronkel. We zien wel als we daar aankomen. De weg is nochtans de moeite waard en volgt op gezichtsafstand de kust met panorama’s op mooie baaien en inhammen. De weg naar Amfipoli en zijn gelijknamige ruïnes blijkt opgebroken zonder vermelding van een omlegging, dus laat ik deze maar links liggen en krijg even later als verrassing de Leeuw van Amfipoli in zicht. Een reusachtig standbeeld van een zittende leeuw op een sokkel, heel mooi en waarschijnlijk bezienswaardiger dan de ruïnes die trouwens in geen van mijn reisgidsen vermeld werden. De bewegwijzering op de route is al even onbegrijpelijk als de route van de GPS maar dankzij de wijze raad van enkele ouzo drinkende heren kom ik toch weer op het goede pad terecht. Het Chalkidiki schiereiland komt in zicht even na ik de campingplaats van vorige nacht in Asprovalta passeer. Nog een goede 70km en ik rijd de camping van Ouranoupoli binnen. In het restaurant laat ik me crème van Feta met peperoni serveren gevolgd door scampi’s in een pittig sausje en frietjes.

Donderdag 08/09/11

De hoofdreden om gisterenavond door te rijden tot Ouranoupolis is vooral dat dit het vertrekpunt is van de boottocht langs het Athos schiereiland, bekend om zijn kloosters en het feit dat er geen vrouwen op het schiereiland mogen, zeer tegen de zin van Europa in. Sommigen beweren zelfs geen vrouwelijke dieren, maar ben wel benieuwd hoe ze dat bewerkstelligen, alle verschijningen van de maagd Maria ten spijt. Gezien ik graag voor de middag nog een tocht wil maken moet ik dus op tijd daar zijn. De camping ligt maar op een luttele 3km van het stadje dus dat lukt zonder problemen. Ik boek de rondvaart van 10u30, in afwachting van het vertrek snuister ik wat rond in het dorpje, koop me een drankje, want de temperatuur begint opnieuw op te lopen en bekijk de Phosphori Toren die waakt over het haventje.
Even voor ½ elf ga ik aan boord van de boot, die zelfs stipt op tijd vertrekt, een rariteit hier in Griekenland. De rondvaart begint met het verhalen van de geschiedenis in 3 talen, Engels, Duits en Grieks, en zo komen we te weten, dat er ooit tot 300 kloosters tegelijkertijd op het eiland aanwezig waren, maar deze gedecimeerd werden door aanvallen van piraten en andere veroveraars, die de monniken uitmoorden, hun schatten stolen en de boel platbranden. Zelfs van de 20 nog overblijvende bewoonde kloosters zijn er velen herbouwd na een brand. Ook mannen zijn trouwens zomaar niet welkom op het eiland dat een bewaakte grens heeft, jaarlijks wordt er maar een beperkt aantal “pelgrims” toegelaten als bezoekers, tegen betaling en mits het verkrijgen van een permit. Er wordt wel benadrukt dat het schiereiland integraal deel uitmaakt van Griekenland en dus geen staat op zichzelf is zoals Vaticaanstad. Pas na 45 minuten varen aan behoorlijke snelheid zien we een eerste bewoond klooster, voordien waren er wel al dolfijnen te spotten, jammer genoeg net te snel voor de camera, een huisje dat met zijn evenknie aan de andere kant van het eiland de grens vormt (met politiebewaking, maar geen uitleg of die grens ook fysiek in de vorm van een hek of een muur bestaat), en een ruïne van een verlaten klooster waarover we geen uitleg krijgen, maar dus één van die vroeger 300 zal geweest zijn. Het meest verwonderlijke aan deze kloosters is, net zoals bij de kloosters van Meteora trouwens, hoe men al dat materiaal ter plekke heeft gekregen en de rijzige gebouwen heeft opgetrokken. In mijn reisgids stond dat je best een verrekijker en telelens meebracht omdat de boot op 500m van de kust moet blijven (wegens de verlokking van de broeders door al dat vrouwelijk halfnaakte schoon op de boten? Ik zie ze in gedachte al achter de ramen staan met hun verrekijkers in de aanslag). Maar dat valt best mee, al is een fototoestel of videocamera met zoom inderdaad geen luxe als je wat details in beeld wil krijgen. Enkele van de kloosters hebben wat Russische invloeden met uivormige daken op de torens van de orthodoxe kerken, ook de monniken in deze kloosters zijn of waren Russen trouwens. Naar verluid herbergen de kloosters nog tal van schatten, in de vorm van gouden en zilveren en zelfs een met diamanten ingelegde voorwerpen maar ook manuscripten en volgens ingewijden het grootste bekende stuk van het heilige kruis waaraan ene christus werd gehangen en een deel van zijn doornkroon. Naar alle waarschijnlijkheid niet beschikbaar voor koolstofdatering na de blamage ten tijde van het onderzoek naar de lijkwade van Turijn. Ter hoogte van de berg Athos keren we bij het laatste klooster aan de westkust terug richting Ouranoupolis waarbij we deze keer de baaien afsnijden en recht door zee gaan. Het water is hier weer ongelooflijk helder en plots word er een dolfijnenfamilie opgemerkt die spelevaren in de boeggolf van het schip. Ik ga een kijkje nemen op het voorschip en kan de dieren minuten lang volgen terwijl ze pirouetten draaien rond hun lengteas ondertussen onverwijld doorzwemmend op nog geen ½ meter voor de boot. Soms zwemmen ze in formatie waarbij de dolfijnen bovenaan uit het water springen en de laag onder hen ondersteboven zwemmen zonder enige vaart te verminderen. Wat een schitterende dieren toch, ze voeren een heel spektakel op zonder de tussenkomst van welke menselijke trainer dan ook, met als enige beloning de bewonderende uitroepen van de toeristen aan boord. En bewondering is er van klein tot groot, van jong tot oud, allen zijn we gecharmeerd van de dieren. Als op commando zijn ze dan plots allen weg terwijl wij verder koers zetten naar onze haven. Ik profiteer van deze tijd om te lunchen met een stel hot-dogs en besluit van eens terug aan land een uurtje te gaan snorkelen.
Maar eerst koop ik me nog een Tiramisu ijsje en enkele souvenirs in het dorpje. Het stenige strandje tegenover de parking waar mijn camper staat is de ideale plaats voor mijn eerste duik in de zee dit jaar, in de maand mei was er dit nog niet toe gekomen. Op deze plaats is de bodem rotsachtig en begroeid met koralen en wieren, het grote aantal zee-egels maakt me duidelijk van goed op te passen als je hier in het water gaat, ik zie ook heel wat vissen, kleintjes, maar ook formaten die de gemiddelde visser niet zal teruggooien. Net als de koralen zijn het niet de felgekleurde opvallende vissen van de tropen, maar mooi en talrijk zijn ze wel. Ik beschik jammer genoeg niet over de nodige kennis om ze te benoemen, maar genieten doe ik er des te meer van.
Na de snorkelpauze begin ik aan de 111km lange route van vandaag die me van het Athos schiereiland over het Chalkidiki schiereiland naar het Sithonia schiereiland brengt. Is Athos het eiland van de kloosters, dan is Sithonia dat van de natuur en het Kassandra schiereiland, waar ik morgen naartoe ga, dat van de fuifnummers met zijn bars en discotheken. De weg volgt grotendeels de kronkelende kust met mooi uitzichten op verlaten paradijselijke baaien, maar duikt soms ook het groen beboste binnen land in om een berg te mijden. Op een gegeven moment is de weg weer 15cm verzakt zonder enige aankondiging wat toch wel een fameuze klop geeft als je er in duikt. Maar even later wordt het nog erger als het wegdek volledig verdwijnt en overgaat op een ruwe onverharde weg die de borden, bestek en glazen in de kasten doen rammelen en kletteren. We geraken echter heelhuids in Kalamitsi waar ik vroeg genoeg op de camping ben om voor het avondeten nog een keertje te gaan snorkelen. Een zanderige bodem deze keer met gelukkig nog wel wat vissen, zee-egels zie ik pas als ik naar één van de rotsachtig uitsteeksel zwem die de baai aan beide zijde afsluiten. In de open lucht bij een aangename zachte temperatuur laat ik me nog maar een keer fetakaas voorzetten, een harde versie deze keer, gevolgd door gegrilde kipfilet en een fout Amstel biertje.

Vrijdag 09/09/11

Vanmorgen volg ik de westkust van Sithonia die al even mooie vergezichten voorschotelt als gisteren de oostkust. Je blijft er in de meeste gevallen ook weer vlak langs het water, wat dan weer schitterende panorama’s van azuurblauwe baaien met witte zandstranden en frisgroene bossen oplevert, postkaartbeeldjes dus. Dat verandert wel als ik het schiereiland af rijd en het grotere Chalkidiki schiereiland dus op rijd. Hier meer goudbruine kleuren van graanvelden, die meestal reeds geoogst zijn, en droge bruine grassen. Ook heel wat olijfboomgaarden en af en toe een wijngaard.
Als ik het laatste van de drie Schiereilanden die onderaan Chalkidiki hangen oprijd verandert het ganse plaatje drastisch, niet alleen is er hier veel meer bewoning, vakantiewoningen en hotels, het landschap is er ook een stuk minder spectaculair dan op de twee vorige peninsula’s. Bovendien bevinden er zich nu steeds gebouwen tussen de weg en de kust zodat het uitzicht heel wat minder is. Gelukkig is de weg op vele plaatsen omzoomt door Azaleaachtige struiken met witte, roze en rode bloemen, die ondanks de latere tijd op het jaar nog bloeien en bovendien een heerlijke geur afgeven. Voor het eerst zie ik hier ook dadelpalmen verschijnen die dikke bossen goudkleurige dadels dragen. Door de mindere uitzichten vorder ik veel sneller dan voorzien en ben ik rond de middag reeds op mijn voorzien overnachtingplaats aangekomen. Ik heb dan nog heel wat moeite om een plaatsje te vinden om te picknicken in de camper en nadien een uurtje te kunnen snorkelen. Uiteindelijk lukt dat pas als ik het dorpje Siviri binnen rijd en daar aan plaatselijke strandje een parking zoek. Ook hier bij het snorkelen weer vele zee-egels en weer heel wat vis in het kristalheldere water. Ook de temperatuur van het water is heel erg aangenaam.
Omdat het nog zo vroeg is en het schiereiland minder is dan voorzien, besluit ik verder te rijden tot in Thessaloniki om daar de Land Rover garage op te zoeken om te zien of ze een nieuw contactslot beschikbaar hebben. Het blijkt nog een hele toer om de garage te vinden, en als ik daar aankom vrees ik het ergste. De grote Land Rover garage van het noorden van Griekenland blijkt een multimerken garage met vooral Mercedes en Renault in de toonzaal. Behalve het Land Rover logo en enkele Discovery’s naast de garage valt er niet veel Land Rover te ontdekken. Komen hier al die Freelanders en Range Rovers vandaan die ik hier al gezien heb? Al gauw wordt mijn vrees bewaarheid, een contactslot kan wel besteld worden maar zal minstens 3 dagen op zich laten wachten. Dan maar verder met mijn start-stop systeem tot in Athene.
Ik ben nu nog op 50km van Methoni waar ik normaal morgen zou overnachten en besluit daar nu reeds heen te rijden, misschien kan ik dan later het eiland Evia toevoegen aan mijn route en dan heb ik nog een dag op overschot voor de eventuele herstelling van het contactslot later.
Ook vanavond nog de tijd om wat te snorkelen, vreemd genoeg is het water hier nogal troebel en zit er veel zeegras in het water, ook zie ik geen enkele vis, maar dat kan ook aan de beperkte zichtbaarheid onder water liggen natuurlijk. Als ik wat verderop ga zwemmen onderaan een rotswand, vind ik dan toch heel wat meer fauna dan verwacht, op de rotsen onder water liggen hele mosselbanken en veel kokkels en hier zwemmen ook de visjes rond. Als ik beweging tussen de rotsen zie en dat van naderbij ga bekijken vind ik een krab ter grote van 2 vuisten, terwijl ik nog wat verder rondscharrel jaag ik nog een drietal van zijn soortgenoten op. Eén keer schrik ik zelf op als er een klein kwalletje vlak voor mijn duikmasker verschijnt. Rond 19u00 is de zon dan achter de bergen verdwenen en staat de maan reeds goed zichtbaar aan de nog lichte hemel. Het wordt tijd om te gaan kijken wat de pot schaft in het restaurant, dus eerst nog omkleden en even aan dit reisverhaal schrijven alvorens ik mijn voeten onder tafel schuif. Het terras van het restaurant ligt een 20-talmeter boven het strand met de volle maan die glinstert in het donkere water. Kaaskroketten, gebakken mosselen en frietjes komen eraan. En het ijs op de menukaart heeft reeds mijn aandacht.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: zo 11 sep, 2011 21:22
door Yohani
Zaterdag 10/09/11

Vandaag een dagje weg van de kust, het binnenland in met als eerste een bezoekje aan Vergina, geen tempels of oude stad maar een tumulus, een grafheuvel met liefst 4 tombes erin, waarvan 2 beroemde: Tombe Nr. 2 van Koning Philip II van Macedonië en vader van Alexander de Grote en Tombe Nr. 3, van Alexander IV, zoon van de roemruchte Alexander de Grote. Van Tombe’s 1 en 4, die door grafschenners geroofd werden, is niet bekend wie er begraven werd, maar het ligt in de lijn van de verwachtingen dat ook deze toebehoorden tot leden van de Koninklijke familie. Na de opgravingen werd er een gebouw over de tombes opgetrokken dat opnieuw bedolven werd onder de aarde, een heel erg geslaagde onderneming want het geeft de grafheuvel opnieuw het authentieke uitzicht.
Binnen wandel je in het halfduister rond met alleen de vitrines met de in de tombes, en de grafheuvel zelf, gevonden artefacten, verlicht. Het begin van het bezoek openbaart nog niets van het spectaculaire vervolg. Van Tombe Nr. 1 blijft niet veel meer over dan enkele zuilen en de stenen die de muur van de tombe vormden, vervolgens ga je hoger in de tumulus naar de fundamenten van een gebouwtje dat eens op de grafheuvel stond en waarschijnlijk een tempel was. Als je opnieuw afdaalt kom je aan Tombe Nr. 4, al wat vollediger, maar niet meer dan een vierkantig donker gebouw van enorme stenen.
Het is echter wanneer je de hoek omdraait dat het spektakel begint, een gang met trappen leidt naar beneden naar Tombe Nr. 2 van Koning Philip II van Macedonië. De gevel lijkt met zijn zuilen op een tempel met hier en daar nog wat van de originele kleuren zichtbaar en afgesloten door een enorme marmeren deur die in wigvorm werd geplaatst na de ter aarde bestelling van de koning zodat deze niet meer kon geopend worden. In de fries boven de zuilen is met een beetje goede wil nog een reeks afbeelding zichtbaar die lezen als een stripverhaal. Weer boven staan de spectaculaire vondsten van in het graf uitgestald achter glas, een volledige wapenuitrusting, spullen om de overledene in te baden, zilveren potten en vazen, de resten van een houten ingelegde bank, en tenslotte een gouden kist waarin de beenderen van de overleden koning werden verzameld en een gouden lauwerkrans van eikenbladeren. De ganse tombe was vanbinnen bekleed en met gouden rozetten bezet, in dezelfde tombe werd ook een 2e gouden kist gevonden, eveneens met menselijke resten, en een gouden tiara, dus waarschijnlijk van Koning Philip zijn vrouw of concubine.
Aan de andere zijde van de zaal daalt er opnieuw een gang af naar en Tombe Nr. 3 van Alexander IV, ook hier hetzelfde scenario, al is de stijl iets afwijkend van de eerste, een tempelvormig gebouw met solide marmeren deur. Jammer genoeg mogen er hier geen foto’s gemaakt worden of gefilmd worden, maar ik profiteer van het feit dat ik hier helemaal alleen beneden ben en doe het stiekem toch. Terug in de zaal zijn dan ook de grafvondsten van deze tombe uitgestald, de assen van de overledene bevonden zich in dit geval in een grote urne waarop eveneens een lauwerkrans van eikenbladeren hangt. Ook deze krijg ik stiekem vast op beeld gezet. Voor mij is dit momenteel de mooiste site in Griekenland die ik al zag, maar er moeten er natuurlijk nog vele komen.
Door de bergen van het Olympus gebergte gaat het nu richting Dion, er zijn enkele ferme kuitenbijters bij, wat ervoor zorgt dat ik mijn motortemperatuur scherp in de gaten houdt. Ik merk ook dat ik een olielek heb aan een wielnaaf, wat ik oplos met wat stevige ducktape, nog een herstelling er bovenop voor later. Als ik in het dorpje Dion aankom, krijg ik al snel gezelschap door een Engelse Land Rover Defender 110 met een 200Tdi, die ik reeds in een glimp in Vergina zag. Het blijkt een jong koppeltje te zijn die helemaal weg zijn van mijn camper en die graag even van binnen willen bekijken. Ze zijn dolenthousiast als ik ze een rondleidinkje geef, omdat ik nog moet lunchen, gaan zij vervolgens alvast de site bezoeken, maar we spreken af later nog even samen te zitten.
De site van Dion kan ruwweg in 2 delen opgesplitst worden, het eerste deel brengt me achtereenvolgens bij de tempel van de bron, van Isis en van Zeus. Van alle beeldjes die werden gevonden tijdens de opgravingen, werden exacte kopieën teruggeplaatst. Vooral in de tempel van Isis zijn er dat toch wel wat. Ik wandel verder over het immense terrein tot bij een offerplaats van de god Olympus en van daaruit naar het Romeins theater. Dit laatste stelt op het eerste zicht niet veel voor, tot men de achterkant ziet, en zich een veel beter beeld kan vormen van hoe dit er ooit uitzag. Ook het Hellenistiche theater, wat verderop is niet geheel meer zichtbaar, deze maal omdat er over de resten nieuwe banken werden geplaatst waar in de zomermaanden opnieuw voorstellingen worden gegeven voor de toeristen. Over de grasvlakte waar de Alexander de Grote eens zijn tent liet opzetten stap ik naar het 2e deel van de site, de oude stad Dion.
Dit deel is ook fysiek afgescheiden van het eerste deel, door een asfaltbaan. Ondanks het feit dat er van de stad nog maar 1/3 opgegraven is en het vooral fundamenten betreft valt er nog heel veel uit op te maken, zo zie je de met enorme stenen geplaveide wegen met riolen eronder (!) en zelfs de sporen van de karrenwielen erin uitgesleten. Op sommige plaatsen, zoals o.a. in de villa van Dyonisius, zijn er nog grote delen van de vloermozaïeken bewaard gebleven, prachtig is dat. In het badhuis blijven de torentjes waarop de vloertegels lagen zichtbaar waaronder het water kon wegstromen. En overal de overdekte kanaaltjes voor drinkwater en riolen apart, ongelooflijk toch in die tijd. Onder deze stad liggen dan weer de resten van de Hellenistische stad die eraan voorafging. Een moeilijke keuze voor de archeologen, hoe ver wil je (terug)gaan en wat offer je op?
Na 3u ronddwalen tussen deze ruïnes begeef ik me naar de ingang waar ook het Engelse koppeltje is neergestreken voor een verfrissend drankje. Ze hebben ondertussen begrepen dat ik al vrij bereisd ben en willen wat tips over bestemmingen. Na anderhalf uur praten moeten we er weer van door. Ze willen weten of ik de Mount Olympus op rijd, iets wat zij graag willen doen, maar niet wisten of het kon. Aan de hand van mijn reisgids en kaart heb ik gezien dat dit inderdaad mogelijk is en ik zie dat wel zitten. Door het lange palaveren is het echter al vrij laat geworden, dus twijfel ik nog. Zij gaan alvast, dus nemen we al afscheid, terwijl ik nog even de afstand naar de camping nakijk. Een tijdje later heb ik besloten van de toch de berg der goden aan te doen. Het vertrekpunt van de kronkelende bergweg vinden is echter geen sinecure, maar uiteindelijk slaag ik er toch in. Zoals te verwachten is het er stijl, heel erg stijl zelfs en de situatie verbetert er niet op als de asfalt plaats maakt voor los gesteente. Maar ik zet door, met af en toe een kleine pauze om de motor op adem en temperatuur te laten komen. De uitzichten zijn prachtig, ik kan tot aan de zee kijken, maar van de Engelsen geen spoor te bekennen. Eens boven aan een gesloten refuge voor wandelaars verspil ik niet te veel tijd en keer onmiddellijk terug want ik wil deze afdaling liever niet in het donker af leggen, dat zou net iets te avontuurlijk zijn. Reeds halfweg naar boven had ik de veldversnellingen ingeschakeld en deze blijven in bedrijf tot ik weer veilig beneden sta. Kwestie van de remmen te sparen en heelhuids beneden te komen.
Terwijl ik richting kust rijd valt de duisternis in, de GPS verliest nog een keer het noorden als een weg blijkbaar werd heraangelegd, maar al gauw staan we aan de poort van Camping Olympos Beach, waar ik te horen krijg dat restaurant en supermarkt al gesloten zijn omdat morgen hun laatste dag van het seizoen is. Volgens de campinggids is dat echter pas eind september, er zijn nog Grieken waarvoor het geen crisis is blijkbaar en extra inkomsten niet nodig zijn. Toeristen zijn er in elk geval nog wel en het weer is ook nog schitterend. Gelukkig is er juist buiten de poort nog een pittabar waarvan de eigenaar wel weigert van de feta op mijn pitta te doen en die dus apart aanlevert met wat oregano en olijfolie erover. Ik verkruimel die er dan zelf maar onder, waarschijnlijk een doodzonde in Griekenland.

Zondag 11/09/11

Deze morgen begint met GPS perikelen, wat ik ook doe, mijn Tomtom lijkt op geen enkele manier de kustweg te vinden. In principe staan er geen bezienswaardigheden op de planning, afgezien van eentje op het laatste van de route, en daarom wil ik graag de kust volgen zodat ik wanneer ik dat wil een pauze kan nemen met een duik in zee. Uiteindelijk vind de GPS een dorpje in de richting zodat ik me enigszins daarop kan oriënteren. De onhebbelijkheid van de Griekse overheid om bij de aanleg van autosnelwegen delen van het tracé over de oude bestaande wegen te leggen en geen alternatief te voorzien zijn hier vooral schuldig aan. Je kan dan niet anders dan een deel over de autosnelweg te rijden, met de tol erbij soms.
Op één zo’n deeltje zie ik op de bergtop naast de baan een kasteel liggen, maar geen mogelijkheid om er te geraken, dan maar een foto en filmen van op de pechstrook. Eens ik in Stromio op de kustweg ben heeft de GPS ook geen problemen meer, maar hier heb ik die alleen in de dorpjes nodig om me niet vast te rijden. Ik rijd van baai naar baai en van dorpje naar dorpje met mooie boulevards en zo goed als lege stranden.
Rond 11u30 kan ik de lokroep van het water niet meer weerstaan en rijd het strand dat bestaat uit minuscule
steentjes op. Mijn eerste duik is in de dubbele bodem van de camper naar mijn snorkelmateriaal en dan enkele meters over het strandje naar het water. Dat is weer kristalhelder en dus zie ik dat vol ligt met grote ronde keien waarop je gemakkelijk je voeten omslaat, dus voorzichtig erin. Voordeel is wel dat er op dergelijke plaatsen ook veel leven in zee is. Waar het water dieper wordt wemelt het opnieuw van de zee-egels, een steeds weerkerend fenomeen hier. Ook de talrijke soorten visjes zijn er terug, maar dé ontdekking is een octopus ter grootte van een voetbal die zich tussen de rots tracht te verschuilen, door met zijn van een vlies voorziene vangarmen op en neer te bewegen woelt hij het zand op om er zich onder te verstoppen of weg te glippen. Als ik terug naar de oppervlakte moet om lucht, lukt hem dit noch ook. Ik krijg het dier niet meer in het zicht, wat een wonderlijke ontmoeting toch. Na anderhalf uur snorkelen kom ik weer uit het water en gebruik mijn buitendouche om het zout en zand wat af te spoelen. Even een snelle lunch en dan is het weer tijd om op weg te gaan.
De kustweg trekt hier de bergen in en nog geen klein beetje ook. Het blijf hier maar omhoog gaan, het lijkt wel of ik opnieuw de Mount Olympus oprijd! Het is buiten weer een stukje over de 30°C en dus krijgt mijn motor niet genoeg afkoeling, als de wijzer gevaarlijk dicht het rode deel van de meter benadert besluit ik toch maar even te stoppen om hem te laten afkoelen, nog geen sinecure bij deze temperaturen. Misschien toch maar eens investeren in een elektrische fan in plaats van deze visco. Gelukkig duurt het niet lang voor ik weer verder kan, de langdurige klimmen lijken nu voorbij en door de afwisseling met enkele afdalingen blijft de temperatuur van de motor nu binnen de perken tot ik in Volos aankom. Het is nu nog maar enkele kilometers naar de camping op het schiereiland Pillion, ik volg daar bij opnieuw de kust en het smalspoor van de “Littlest Trains of Pelion”. Het is echter duidelijk te zien dat het spoor niet meer tot in Volos in gebruik is, het ligt er nog, maar is deels overwoekerd en dichtgeslibd. Van in Ano Lehonia rijdt het treintje, waarvan de stoomlocomotief in eerste instantie werd vervangen door een Belgische locomotief op steenkool, heeft ondertussen een diesellocomotief voor de 4 wagonnetjes die toeristen vervoeren naar Millies. Blijkbaar zette de gensters uit de vorige nogal eens de bermen in brand. In het dorpje Ano Lehonia stop ik even bij het stationnetje waar de toeristen in en uitstappen, maar er is momenteel geen treintje te bekennen, dat komt pas binnen 3 kwartier aan.
Dan maar verder tot op de Camping Hellas International, het is nog maar 16u00, dus nog heel wat tijd om te snorkelen, waarbij ik deze keer enkele wansmakelijk uitziende zeekomkommers tegen kom, aan de rotspartij die de baai afzondert van de rest van de kust. Ik zie hier ook hele scholen zwarte visjes met een bijzondere sierlijke staart, enkele zilverkleurige vissen die schitteren als er straal zonlicht opvalt, een meer ovale soort met een zwarte vlek waar de staart begint en nog enkele met gekleurde strepen en andere met camouflage stippen, een soort rotsvisje dat wel pootjes lijkt te hebben om zich aan de rotsen vast te klampen en zelfs enkele kleurige kleine koraalachtige plantjes. Nadien is er nog tijd over om wat te luieren in mijn hangmat, die de eerste maal terug uit zijn verpakking komt sinds de boottocht. Ik maak eindelijk ook wat tijd vrij om al wat kaartjes te schrijven, nu alleen nog verzenden natuurlijk. Rond 21u00 ga ik dan dineren en ik kies naast de Tadziki voor varkenskotelet en krijg van het huis, net als iedereen trouwens, een typisch mierzoet gebakje van een soort bladerdeeg met honing aangeboden, dat toch wel lekker is.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: vr 16 sep, 2011 20:39
door Yohani
Maandag 12/09/11

Vandaag staat de hele dag het Pillion schiereiland op de planning, ik heb in principe al op het schiereiland overnacht, gezien Kato Gatzea er op ligt. Langs de kust volg ik de groen bergen van het schiereiland, de ene keer langs het water, dan weer een heel stuk hoger op, maar steeds met mooie panorama’s van de baaien of de beboste bergen. Dit zijn geen wegen om snel te rijden maar om te genieten, regelmatig duiken er kleine dorpjes op waar de mensen nog op straat leven, terrasje onder de wijnranken, zittend op de stoep van het huis, kinderen spelend op straat en daar tussen door talloze katten en honden. Oppassen geblazen dus en snelheid nog minderen. Ook in Milina is dit zo, ik zie er bovendien een uitstekend plekje om op de terugweg een keertje te gaan snorkelen, even opslaan in het geheugen en dan weer verder. Trikeri is een dorpje op uit het uiterste puntje van het peninsula met als enig aantrekkingskracht zijn ligging. Zoals zo vaak is de route er naar toe interessanter dan de bestemming, maar daarvoor reizen we tenslotte. Dus even na aankomst draaien we terug en gunnen de camper de luxe van een stevige afdaling waarop hij zojuist nog omhoog mogen zwoegen heeft. Op een in het water uitstekende rotspunt staat een wit huis met rood dak dat schitterend harmonieert met het azuur blauwe water erachter, een postkaart afbeelding! In vele van de beschutte baaien liggen zeilbootjes dobberend aan hun anker te wachten op hun eigenaren naast evenzoveel motorbootjes. Terug in Milina zoek ik het perfecte zwemplekje op om even te pauzeren, de lunch sla ik over wegens geen honger door de warmte. Geen nieuwe diertjes te spotten deze keer of het moet de Griekse godin met lange haren zijn die komt langs zwemmen.
Van hieruit ga ik dwars over de bergen naar de andere kant van het schiereiland. Net zoals op het schiereiland Chalkidiki merk ik hier op vele plaatsen bijenkorven, regelmatig ook standjes met vers fruit en potjes honing. Verser kan het niet, van de producent onmiddellijk in jou handen. Het hele eiland lijkt wel vol te staan met appel- en perenbomen, de stammen ondersteund met houten staken om het gewicht van de vruchten te dragen. De lente mag zijn charmes hebben met de vele bloemen en het frisse groen, het najaar staat in teken van de vruchtbaarheid met zijn vele fruit en het bedrijvige oogsten.
Wanneer ik ter hoogte van Kalamaki een bocht om ga zie ik een grijze camper met Belgische nummerplaat en special painting op de zijwand, de eerste Belgen op deze reis, en dan nog wel bekenden! Het is Euroboxer van op de motorhomeforums, die ik reeds tegenkwam op de zelfbouwtreffens. Ook zij herkennen mijn camper meteen en het wordt een hartelijk onderonsje met uitwisseling van reiservaringen en bespreking van de plannen voor de volgende dagen.
Na dit intermezzo rijd ik weer verder richting Zagora, de weg blijft draaien en keren, nu weer stijgen, dan weer dalen door bossen die heerlijk geuren. In Zagora neem ik de afslag naar Pouri waar een Iers-Nederlands koppel blijkbaar een juweliers- en keramiek workshop hebben in een dorpje op het einde van de wereld, dat zich lijkt vast te klampen aan de steile bergwand. Ik wordt er hartelijk ontvangen snuister er wat rond en koop er de Griekse versie van Jan Klaasen en Katrijn als schaduwpoppen in keramiek als souvenir. Ik krijg er nog een tip om via enkele steile trappen het “balkon van Griekenland” te bezoeken met uitzicht op Pillion en de Egeïsche zee. Wanneer ik terugkom staan de eigenaars van de workshop me op te wachten en na nog een leuke babbel laten ze me gaan met nog wat lekkere peren als extra.
Het wordt nu echt tijd dat ik richting Volos rijd, door het onvoorzien oponthoud ben ik wat later dan voorzien en als ik vanavond nog even wil zwemmen moet ik er vaart achter zetten, want het is nog 180km rijden. Dat betekent wel dat ik het dorpje Makrinitsa zou missen, één van de meest pittoreske van het eiland. Ik twijfel wat ik ga doen, doorrijden en volgens mijn planning in Raches overnachten, of het dorpje bezoeken en terugkeren naar de camping van vannacht. Ik zet de camper even naast de baan en kijk de kaarten en de planning van de volgende dagen even na. Als ik het dorpje bezoek kan ik morgen ook de twee sites in Volos bezoeken die gisteren en vandaag gesloten waren, en mijn planning zou toch al omgegooid worden omdat ik het eiland Evia ook wil bezoeken.
Dus rijd ik even later enkele kilometers op mijn stappen terug naar Makrinitsa. Het blijkt een goede keuze, want hoewel het heel erg toeristisch is, met de ene souvenirshop naast de andere, is het ook erg charmant met smalle straatjes, steile trappen en huizen die als blokjes op elkaar gestapeld de afgrond trotseren. De eigenaars van de winkels zijn trouwens helemaal niet lastig, ze wisselen nieuwtjes en roddels met de concurrentie, zitten te slapen voor hun winkeltje, eten wat of spelen een gezelschapspel. De commercie is ver zoek. Wanneer ik terug vertrek schrik van de duurtijd die de GPS me aangeeft om terug op de camping te geraken. Een zwembeurt zit er voor vanavond niet meer in. Voor de 28km geeft deze liefst een uur aan! En als ik de zigzag lijntjes op het schermpje even later zie verschijnen wordt het duidelijk waarom. Ik begin er maar niet aan het aantal haarspeldbochten te tellen, je zou een lamme knie krijgen van al het schakelwerk alleen al. Ergens onder me ligt Volos in het laatste zonlicht te blinken, zo dichtbij, maar toch zo veraf. Ondanks enkele kamikaze stunten van bromfietsers en tegenliggers geraak ik heelhuids beneden en wordt de laatste kilometers nog geplaagd door een trage vrachtwagen en een autoleerschool. Maar ook dat gaat voorbij en bij schemering rijd ik de camping binnen. Mijn plaatsje van vanmorgen is nog vrij en al gauw schuif ik weer aan tafel in het restaurant. Het ganse terras zit vol met Duitstalige toeristen die me nog van gisteren herkennen en een koppel Oostenrijkers die ik op de boot van Italië naar Griekenland al leerde kennen. Na een Griekse salade komt er een stoofpotje met een soort karbonades met rijst en kaassaus op tafel, door te spoelen met een karafje witte wijn en als dessert oliebollen met kaneel en honing. Enige probleem nu is nog tot aan de camper strompelen met die overvolle maag.

Dinsdag 13/09/11

Alvorens de vertrekken vanmorgen nog een keertje de cassette van het chemische toilet leegmaken, evenals het grijs water. Nadien wil ik ook het drinkwater reservoir aanvullen maar de aansluiting voor de kraan is te klein en ze hebben er geen voorhanden die ik kan gebruiken, dan maar vanavond. Bij het verlaten van het Pillion schiereiland stop ik nog even voor een foto van het standbeeld van een centaur die hier leefden volgend de Griekse mythologie. Eens in Volos ga ik op zoek naar de beide vroeg Griekse sites die hier te vinden moeten zijn. Ik krijg als eerste het bordje van de Dimini site in de gaten, en voor één keer hebben de Grieken besloten van de bordjes vol te houden tot op de bestemming. Ik wandel op mijn eentje rond op de site waarvoor ik 2€ toegang betaald heb, die trouwens ook geldig is voor de Sesklo site blijkt even later. Deze site is een stuk ouder dan de Oud-Griekse en Romeinse sites en ook niet zo indrukwekkend. Het mooiste onderdeel is een tombe in cirkelvorm waarvan het dak ingestort is waardoor deze van boven open is. Onderweg naar de Sesklo site kom ik ook nog voorbij een andere indrukwekkende tombe die echter niet toegankelijk is, dus stel ik me tevreden met een foto en wat filmen van achter de omheining.
In Sesklo wordt ik hartelijk verwelkomt door de hond van de eigenaar die me een flinke wasbeurt geeft. Was Dimini van 4800 BC, dan is Sesklo nog ouder met zijn datering van 6000 BC. De site is opgedeeld in 2 delen waarbij zoals in Dimini eigenlijk alleen de fundamenten nog overblijven, in het oudere gedeelte zijn deze nog miniemer dan in het “nieuwere” gedeelte. Deels omdat de bovenbouw uit hout en leem bestond dat natuurlijk de tands des tijds niet doorstaan heeft. Deze vindplaatsen die van de oudste van hun soort zijn, hebben zelfs hun naam gegeven aan bepaalde types van potten die uit die tijd dateren en als eerste op deze sites werden gevonden.
Om een beetje van de opgelopen achterstand in te halen en omdat er op dat deel van de route toch niets te bezichtigen viel, neem ik een stuk de autosnelweg. Veel verschil maakt het niet uit want de oude route loopt er langs en kruist de snelweg zelfs regelmatig. Pas in Lamia trek ik het binnenland in via het Iti en Parnasoss nationaal park door het gelijknamige gebergte. Mooie panorama’s, maar ook nauwlettend toezien op de motortemperatuur van de camper, want het gaat buiten weer een stukje boven de 30°C en er wordt flink geklommen. Overal om me heen torenen de bergen op, alleen jammer dat je niet dichter bij je neus mag kijken, dacht ik in eerste instantie dat de Grieken sinds mijn eerst doortocht in ’95 minder beginnen sluikstorten waren, die idee heb ik al lang weer opgeborgen. Zelfs de mooiste plekjes in de natuur zijn niet vrij van zwerfvuil. In deze bergen wordt er blijkbaar ook duchtig gemijnd, overal lopen er dan ook zandwegen naar mijnsites en staan er borden met de nummers van de mijnen.
Rond 15u30 kom ik op camping Delphi aan waar ik me reeds inschrijf om vervolgens naar de 4km verder gelegen site te trekken waar ik terecht kan tot 19u15. Het oude Delphi ligt verspreid langs de doorgaande weg, ik rijd eerst tot het vers weg gelegen gedeelte, de Sanctuary van Athena en wandel naar de ruïnes. Naast de resten van de tempel van Athena staat er ook nog een deel van de Tholos, een cirkelvormig gebouw uit de 4e eeuw BC. Alle gebouwen zijn hier in een ver verleden verwoest door een aardbeving en de daaropvolgende steenlawines. Van de Tholos is een gedeelte opnieuw opgebouwd zodat je een idee krijgt van hoe het er moet uitgezien hebben. Even verderop bevinden zich dan de resten van een gymnasium waar sportwedstrijden gehouden werden en een cirkelvormige met stenen gevormde vijver te zien valt.
Ik klim terug naar de weg en rijd een stukje terug tot aan het Sanctuary van Apollo en tevens de verblijfplaats van het orakel van Delphi, wereldvermaard in de oudheid. Zoals in de meeste gevallen is wat er overblijft meestal religieus gebonden, dus veelal tempels. Ook grootse openbare gebouwen zoals het theater hier komen nogal eens opnieuw boven water. De halfronde met de zitplaatsen ingedeeld op 2 niveaus zijn hier zeer goed behouden gebleven, van de skene (vandaar onze moderne benaming scène op het toneel) blijven echter alleen nog de fundamenten over. Doch geeft het geheel een goed idee van de grootsheid van het gebouw. De grootsheid van het geheel is echter vooral ook te danken aan zijn ligging hier tussen de majestueuze bergen. Na een lange klim, waarbij ik het al even warm krijg als normaal de motor van de camper, bereik ik het stadium. In de reisgids staat het slechts aangeduid met een simpel zinnetje als het best bewaarde van Griekenland, in de brochure die ik aan de ingang kreeg staat er zelfs alleen een pijltje met de richting op het plannetje met de naam erbij, dus verwacht ik er niet veel van, maar het blijkt een groots spektakel te zijn. Het ovaalvormige sportterrein omringd met de vele zitplaatsen is zo goed als volledig bewaard gebleven tot en met de plavuizen die de startlijn voor de sporters aangaven, alleen de bogen die de toegang tot het stadium markeerden hebben de tand des tijd niet doorstaan. Hier kan zelfs de meest fantasieloze kwast zich het volk voorstellen dat op de stenen zitplaatsen de sporters aanmoedigt. Volgens de reisgidsen is de Tholos van Athene het mooiste plekje van Delphi, met de tempel van Apollo, wegens zijn verbondenheid met het orakel, als goede tweede, maar ik heb een andere keuze gemaakt, voor mij is het stadium het hoogtepunt van de site en de stevige wandeling meer dan waard.
Ik daal weer af naar de weg, het museum is voor morgen wegens reeds gesloten, ik neem het wandelpad naar de Castalian bron die op de wanden van de berg Mt Parnassos ontsprint, maar na een 100-talmeter is deze al afgesloten wegens herstelwerkzaamheden aan het pad. Dan maar terug naar de camping. In het moderne Delphi stop ik nog een aan een supermarkt om de frisdrankvoorraad aan te vullen want die gaat er goed vandoor met deze hitte. De camping blijkt ondertussen zowat een verzamelplaats van Belgen te zijn geworden, voor vandaag ben ik slechts 1 Belfgisch koppel tegengekomen, hier verblijven liefst 5 koppels waarvan 2 met Honda Goldwings en tentjes en 2 met motorhome en motor voor de plaatselijke ritjes. Een vijfde jong koppeltje reist met auto en tent rond. Ik geniet nog een kwartiertje van het aanwezige zwembad alvorens te gaan eten waar ik wat dol met de andere Belgische koppels. Het avondmaal dat bestaat uit Tzadziki gevolgd door Souvlaki van scampi’s wordt gesmaakt en vervolledigd met een zacht rood Grieks wijntje en afgerond met een vanille-ijsje. Bij het slapen gaan zie ik in de verte nog steeds de zwaailichten van de brandweerwagens die op een berghelling aan de overkant van de vallei een bosbrand onder controle houden, eerder op de avond werden er blusvliegtuigen ingezet om de brandhaard meester te worden.

Woensdag 14/09/11

Vanmorgen ga ik nog even naar de Delphi site om een bezoekje te brengen aan het bijhorende museum waarin vele van de hier gevonden stukken tentoongesteld staan. Dat gaat van delen van de fronten van de tempels waarop soms hele stukken uit de Griekse mythologie in beeldvorm in reliëf worden weergegeven, tot levensgrote standbeelden van de Griekse goden. Daarnaast zijn er nog de vondsten in de tempels zelf, voornamelijk in steen en brons. Op sommige van de artefacten zijn nog de oorspronkelijke schilderingen te zien, met prachtige kleuren. Een foto aan het begin en een maquette op het einde geven een idee hoe het oude Delfi er indertijd moet uitgezien hebben. Vreemd is wel weer dat op beiden ook weer het stadium ontbreekt. In dit museum mag je nu weer wel fotograferen, doch niet met flash en je mag ook niet poseren naast de tentoongestelde stukken. Waar dat laatste op slaat is me een raadsel.
Door het Parnasoss nationaal park rijd ik vervolgens verder richting kust. Gezien ik 2 dagen voorsta op de originele planning wil ik een stuk van het eiland Evia inlassen, bovendien moet er zich in Halkida ook een Land Rover garage bevinden, zo geraak ik misschien toch nog aan de nodige reparaties. Ondanks het op internet gevonden adres vind ik deze echter niet terug, meer zelf het hele adres is niet te vinden. Na lang en gefrustreerd rondrijden in de stad, geef ik het op en rijd verder het eiland op. De brug die het eiland met de rest van Griekenland verbind is trouwens ook weer een nieuwe terwijl in de reisgidsen nog de oude beweegbare aangegeven staat. Eens buiten Halkida zijn alle wegwijzers plots alleen nog in het Grieks opgesteld, dit is duidelijk een vakantieoord voor de Grieken zelf. De eerste kilometers vrees ik voor een teleurstelling want de dorpjes blijven zich maar aaneenrijgen, maar dan maken ze plaats voor landbouw en boomgaarden met fruitbomen en de grijsgetinte olijfbomen en nog even later voor de bergen en bossen. Op de lager gelegen hellingen zijn het vooral loofbossen, maar hogerop zijn het dan weer naaldbomen. Af en toe ook een doorkijkje langs de valleien naar de noordelijke Evoikos Golf en de tegenoverliggende bergen. Er staan hier ook honderden, wat zeg ik, duizenden bijenkorven langs de weg. En op geregelde afstanden stalletjes waar de opbrengst in de vorm van potten honing worden verkocht evenals het overige fruit dat het eiland voorbrengt. Na een hele lange tijd klimmen daal ik af om door een gorge te rijden die op het smalste gedeelte maar enkele tientallen meters breed is. Hier in de schaduw is het aangenaam met enkele graden minder. In Limni bereik opnieuw de kust en rijd de laatste kilometers naar Camping Rovies in het gelijknamige dorpje. De supermarkt en het restaurant ter plaatse zijn blijkbaar alleen in Juli-Augustus open. Op de ganse camping met zijn 145 plaatsen zijn er welgeteld een 5-tal kampeerders aanwezig, ikzelf inbegrepen. Als ik ga zwemmen merk ik dat het water hier heel snel dieper wordt, de straat tussen het vasteland en het eiland is blijkbaar een echte diepe kloof. Als ik duik wordt de watertemperatuur onmiddellijk ook een stuk koeler. Ondanks het glasheldere water zie ik al snel de bodem niet meer, en komt ook mijn longinhoud tekort om beneden te geraken. Ik merk wel dat wat dieper de vissen ook iets groter worden. Nog geen kanjers, maar toch het formaat dat de vissers nier meer teruggooien. Voor de eerste keer dit verlof maak ik dan vanavond maar zelf een maaltje klaar, het wordt een Spaghetti Bolognese.

Donderdag 15/09/11

Het is een uitermate stille nacht geweest en ik heb, zoals tot nu toe alle nachten hier ondanks de warmte, goed geslapen. Eerste werk is een plaag SMS-je sturen naar de collega’s op het werk, je moet ze toch laten weten dat je nog leeft hé. Vanmorgen besluit ik om toch maar langs de oostkust van Evia verder te gaan naar Chalkida, en niet op mijn stappen van gisteren langs de westkust terug te keren. Dat is wat kilometers meer, maar tenslotte ben ik hier om nieuwe landschappen te zien. Vanuit Rovies gaat het dus verder noordwaarts naar Loutra Edipsou waarbij ik de kust blijf volgen. Het vasteland met de bergketens zijn goed zichtbaar aan de andere zijde van de al bij al smalle slenk. In Loutra Edipsou komt er een gekende geur mijn neusgaten binnengedrongen, maar het duurt even voor ik besef dat het niet de riolen zijn maar de thermale bronnen die dit dorp omgevormd hebben tot kuuroord. Er wandelen hier percentsgewijs dan ook heel wat meer ouderen rond.
Van hieruit gaat het richting binnenland, langs het dorpje Istiaia, dat niets meer te bieden heeft dan eender welk ander bergdorpje, behalve dat het dus mooi gelegen is. Het eiland is ook nog verrassend groen na 4 maanden zonder regen hier in Griekenland. Omdat het nog voormiddag is en onder de schaduw van de bomen is de temperatuur hier ook heerlijk. Wederom zie ik ontelbare bijenkorven, en vrachtwagens en pick-ups die ze ophalen of verplaatsen. Als ik bij zo’n resem korven stop om een foto te nemen en te filmen, zwermen er natuurlijk overal bijen rond die bovendien nogal agressief reageren. Oppassen geblazen dus. De geiten hier hebben lange gekrulde horens die je eerder bij wilde berggeiten verwacht, doch ze worden steevast vergezeld van een herder en één of meerdere honden. Geitenhoeder is hier alvast nog geen uitgestorven beroep. Op strategische plekken zie ik ook regelmatig brandweerwagens staan, gewoonlijk waar ze een goed uitzicht hebben op de omringende bergen en bossen. Telkens vergezellen een 3 a 4-tal brandweermannen de wagen en zijn er speciale prieeltjes waaronder ze in de schaduw kunnen zitten. De bergwegen hier in het binnenland zijn wel erg smal en kronkelig en vertonen weer regelmatig verzakkingen. Maar we geraken heelhuids in Strofylia waar we noodgedwongen de zelfde route nemen als in het oprijden, gezien er maar één is. Het zuidelijk gedeelte van het eiland zou wat teveel van het goede worden, en ik zeg maar altijd, je moet nog iets overlaten voor wanneer je een keer wil terugkomen.
In Chalkida onderneem ik nog een laatste poging om de Land Rover garage te vinden, en wonder boven wonder, met de hulp van enkele Griek(s)en lukt dat nog ook. Bovendien ben ik hier al een paar maal voorbij gereden in mijn zoektocht gisteren, maar zoals plaatsnamen willen ook straatnamen hier nogal een keer verschillen met wat er officieel wordt opgegeven, bovendien is het nog maar een keer een multimerkengarage waar het Land Rover logo alleen achteraan het gebouw vermeld wordt. De rest laat zich raden, de mensen zijn eer vriendelijk maar een oplossing komt er niet. Men verwijst me naar de garages in Athene waar men de nodige stukken, indien op voorraad in het hoofdmagazijn, binnen een dag kan hebben. Ik merk dat één van die illustere garages zich niet ver van mijn eindbestemming van vandaag ligt en besluit eerst langs daar te rijden, want morgen is het vrijdag en er wordt in het weekend niet gewerkt door de mecanicien. Voor één keer vind ik de garage zonder problemen, multimerken wat dacht je anders, en kan de hele uitleg van voren af aan beginnen. Het contactslot heb ik al begrepen, zal het moeten uithouden tot thuis, de lek die olie van het differentieel lekt langs de wielnaaf heeft blijkbaar 2 olieseals nodig, een interne en een externe. Bestelling en levering morgen kan, maar de mecanicien kan plots de 2 uur werktijd die hij eerder opgaf niet meer waarmaken, en of ik de auto niet daar kan laten tot maandag? Niet dus. Dan maar verder zonder, de duck-tape regelmatig nazien en voor de grote rush huiswaarts maar best het olieniveau van het differentieel nog even (laten) nazien en bijvullen indien nodig.
Ik zet mijn onderbroken route naar Marathon dan weer verder, gelukkig niet te voet, en kom Om 1 minuut na drieën voor de gesloten deuren van het Archeologisch museum te staan. Alle sites in deze omgeving sluiten blijkbaar om 15u00 hier, laten we hopen dat dit ook niet geld voor Athene. Het Marathon meer waarvan de stuwdam volgens de reisgids is bekleed met marmer van dezelfde herkomstplaats als datgene dat gebruikt werd voor het Parthenon, heb ik in elk geval wel al gezien en zelfs over de beruchte dam gereden. Ook van het Earley Helladic cemetery heb ik wat beeldjes, gezien deze zich in een gebouw met rondom een glaswand bevind. Voorts dan maar naar de Tumulus van Marathon, langs de officiële route van de Atheense Marathon die in oktober wordt gehouden, en die ik uiteindelijk vind onder de naam Tymfos Marathona. Gezien het hier een grafheuvel van 10m hoog en 180m omtrek betreft staat deze natuurlijk ook niet binnen en kan, weliswaar van achter de hekkens, bekeken worden. Doorrijden naar de ruïnes van Rhamnus, 10km verderop heeft geen zin wegens gesloten en dus begeef ik me maar naar de camping met de gelijkluidende moderne naam Camping Ramnous, die zich echter niet op dezelfde plaats bevind. What’s in a name zeggen de Engelsen dan.
Ik ben dus voor mijn doen vrij vroeg op de overnachtingplaats en begeef me dan maar naar het strand om nog lekker wat te snorkelen. De snackbar en het zelfbedieningsrestaurant die volgens de campinggids nog tot en met vandaag geopend zouden zijn, zijn dat dus niet en dus mag ik mezelf ’s avonds nog een keertje trakteren op een eigen bereide snelle hap. De cassoulet en puree zijn een keer een leuke afwisseling met de Griekse spijzen. Nadien bij wijze van dessert nog een Baileys en de planning van het bezoek aan Athene al wat voorbereiden en we kunnen er weer tegen.

Vrijdag 16/09/11

Net als gisteren was het ook op deze camping erg rustig met weinig toeristen, dat zal vanavond in Athene wel anders zijn vrees ik. Hier is in elk geval goed te merken dat het seizoen blijkbaar op zijn einde loopt. Rhamnus of Ramnous zijn op geen enkele manier in de GPS te vinden, ik heb ook niet veel zin om er gaan achter te zoeken. In plaats daarvan opteer ik ervoor om de sites van gisteren die gesloten waren nog een keer aan te doen. Bij de Tumulus van Marathon levert dat niet veel nieuws op gezien de heuvel de enige bezienswaardigheid is, indien je de borden met het verhaal van de veldslag en een maquette met de belangrijkste plaatsen niet meetelt. Op dus naar het archeologisch museum, met opnieuw een stop aan het Earley Helladic cemetery dat nu open is en gratis bovendien. Als je zo wat dichter bij kunt, krijg je toch wat meer details te zien, zo liggen er in enkele van de graven nog enkele beenderen.
In het museum dan krijg ik te horen dat het toegangsticket ook geldig is voor de tumulus, maar daar ben ik daareven dus gewoon binnengewandeld zonder dat er iemand me aansprak. Ook geen erg, ik concentreer me op de artefacten in het museum waar ze nog snel het licht aandoen, blijkbaar ben ik een vroege vogel en hun eerste klant. Een afgietsel van een bronzen standbeeld dat in de zee van marathon gevonden werd opent de tentoonstelling met als lugubere gezel het skelet van een kind in een soort terracotta grote peulvrucht, die gevonden werd bij de opgravingen in één van de prehistorische kerkhoven. De volgende zaal is vooral aan terracotta potten, potjes en amfora’s gewijd die onder andere uit de grot van Pan afkomstig zijn. Een grot die reeds van in de prehistorische tijd in gebruik was tot en met de oude Grieken. Na de beroemde veldslag van Marathon en de beruchte soldaat die met zijn volle wapenuitrusting de ongeruste burgers van Athene op de hoogte stelde door de eerste marathon te lopen en na de tijding gebracht te hebben, vervolgens dood neerviel, werd de grot dan gewijd aan de oorlogsgod Pan om hem te bedanken voor de overwinning van de Atheners op de Perzen. Een zaal verder bevinden er zich dan enkele oud Griekse standbeelden, eentje met zetel en een deel van de erop liggende man, en nog even verder de originele beelden van de tempel van de Egyptische goden die hier even verderop nabij het strand ontdekt werd. De geschiedenis van Griekenland is niet alleen sterk verweven met de Turkse, maar dus ook met Egyptische. Als ik de foto’s neem en film in deze laatste zaal komt de suppoost me zeggen dat er hier nog geen beelden van mogen gemaakt worden omdat deze nog niet officieel gecatalogeerd zijn? Ik heb dus nog maar een keer een primeur te pakken want ze staan er ondertussen natuurlijk allemaal reeds op en afvegen ga ik ook niet doen natuurlijk. Na nog een laatste zaaltje met grafvondsten met aardewerk met fantastisch bewaarde kleuren en tekeningen verlaat ik het gebouw om de naar een ander gebouw te gaan waar prehistorische grafcirkels te zien zijn. Al die begraafplaatsen doen me er trouwens plots aan denken dat ik nog maar weinig hedendaagse kerkhoven tegengekomen ben op deze reis.
Ik wil vervolgens graag ook het Egyptisch sanctuaria gaan bekijken waar kopieën van de beelden in de ruïne staan en de originele nu in het museum tentoongesteld worden. Ik heb reeds een bordje gezien dus erg moeilijk kan het niet te vinden zijn, dacht ik, maar dat was zonder rekening te houden met de grote Griekse chaos. Ondanks enkel bordjes blijft de site onvindbaar, ik rijd alle straatjes af, en rijd me vast in doodlopende weggetjes zonder resultaat. Na een tijd geef ik het maar op en stuur ik de camper richting Vavrona waar ik het Sanctuaria of Artemis wil bezoeken. Doch op de site is men, met Europese steun, archeologisch onderzoek en onderhoudswerkzaamheden aan het uitvoeren. Het weerhoud me er in elk geval niet van een foto te nemen van de ruïne van de tempel. Eerst slaag ik er echter door een verkeerd geplaatst bord in, om op een privé terrein terecht te komen.
Ik rijd nu naar het uiterst zuidelijke puntje van Attica, naar Kaap Sounion, en merk dat er hier stevig wat wind is, beter het stuur van de camper met 2 handen goed vasthouden. Ik rijd daarbij ook nog steeds langs de kust waar het azuurblauwe zeewater lonkt. Voor ik Athene binnen rijd wil ik toch zeker nog even een duik maken. Maar eerst dus naar Sounion, waar bovenop op een rots op de kaap de tempel van Poseidon staat. Deze tempel dateert blijkbaar van dezelfde periode als het Parthenon in Athene, en er staan nog een 16-tal kolommen van recht, wat al een mirakel mag heten met de fameuze windstoten die ik hier krijg te verduren. De tempel staat te midden van wat eens een oud fort was, waarvan er aan de muren ook nu nog opgravingen worden gedaan.
Eens hier terug vertrokken begin ik uit te kijken naar een geschikt plaatsje om de camper te parkeren voor een picknick en een zwempartij. Dat lukt sneller dan gedacht en ik kan zowaar tot op het strand rijden, aan de rand ervan blijf ik staan, kwestie van geen andere mensen te storen, ik sta sowieso op nog geen 50m van het water. Na de lunch is het dan tijd voor een zwempartij, waarbij het nog serieus oppassen geblazen is want net voor de kust ligt er in het ondiepe water een rif met maar enkele centimeters water erboven en zee-egels met vervaarlijk scherpe stekels erop. Na een ½ uurtje snorkelen ga ik dan weer op weg.
Tegen mijn verwachtingen in blijf ik nog lang de kust volgen en zie ik nog vele plekjes waar je gemakkelijk bij kan voor een zwempartij of zelfs wildkamperen (er staan toch geen bordjes of hoogtepalen) indien je jezelf een beetje bescheiden opstelt. Ik ben echter op weg naar Camping Athene in de gelijknamige stad, waar ik op slechts 7km van het centrum kan overnachten en dus morgen snel daar ben met het openbare vervoer. Alles verloopt vlot tot op 14km van het einddoel het verkeer begint te stokken, er blijkt op de middenrijstrook een zwaar ongeval met één van de tussen de auto’s door zigzaggende motorrijders gebeurd te zijn, zonder helm natuurlijk. De kerel ligt er maar heel stilletjes bij. Hierna gaat het terug weer wat vlotter en uiteindelijk rijd ik om 18u00 de camping op. Aan de receptie krijg ik onmiddellijk alle informatie hoe, waar en wanneer ik op de beste manier de stad kan bezoeken en kan ik al een busticket aanschaffen. Het is hier momenteel nog lawaaierig zo midden in de stad, zien hoe dat vanavond evolueert. De camping is bijna gans ingenomen door 2 groepen Franse motorhomeclubs. Voor de avondmaaltijd blijf ik vanavond trouw aan de Tzadziki gevolgd door gebraden haantje met oreganocitroensaus en bijna echte Belgische frietjes en een Mythos biertje. De verrassing van het huis is deze keer Mastika bgeserveerd in een glas water. Gemaakt van de hars van een boom, met nog enkele ingrediënten gemengd, waaronder suiker en dat zowat dezelfde consistentie heeft als de ons bekende mastiek (stopverf) als die nog zacht is natuurlijk, maar veel lekkerder. Lekkerder in elk geval dan het vanille-ijsje dat ik nog na neem en dat wat tegenvalt.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: zo 18 sep, 2011 22:46
door Yohani
Zaterdag 17/09/11

De camper krijgt vandaag een dagje rust, voor mij geldt dat echter helemaal niet, het belooft zelfs een zware dag te worden. Nog voor 9u00 neem ik recht tegenover de camping bus 15A (of B) naar het metrostation Larissa waar ik vervolgens de rode metrolijn naar het Syntagmaplein neem. Hier begint mijn wandeling door Athene. De eerste bezienswaardigheid is al in het metrostation van het Syntagmaplein te vinden, bij de (her)aanleg ten tijde van de voorbereiding van de Olympische spelen werden er enkele archeologische ontdekkingen gedaan (op zich geen wonder, ik vermoed dat als je hier eender waar in de stad een schop in de grond durft te steken wel op iets stoot), en de gevonden artefacten worden in het station getoond. Eén muur werd als een doorsnede van de archeologische opgravingen behouden waarin de verschillende grondlagen de graven en resten van een aquaduct te zien zijn.
Eens buiten op het gelijknamige plein sta ik naast het illustere Hotel Grand Bretagne en recht tegenover het koninklijk paleis, dat sinds de afschaffing van de monarchie dus het parlement is. Hier bevinden zich ook de evzones, de presidentiële wachters, die in hun eerder potsierlijke uniform het monument van de onbekende soldaat bewaken. Hun uitrusting bestaat uit een witte tuniek over leggings met puntige rode schoenen met een grote pompon erop en een soort Turkse fez met daaraan een lange paardenstaart bevestigd. Of dat dit niet erg genoeg is moeten ze naast handtastelijke toeristen ook nog een officier in “gewoon” legeruniform trotseren.
Het wisselen van de wacht ga ik echter niet afwachten, in plaats daarvan wandel ik via de nationale tuin naar het Zappeio Paleis, dat tijdens de laatste Moderne Olympische spelen in de stad, dienst deed als Olympisch dorp. Van hieruit gaat het naar het Panatenaic Stadium, neen niet de voetbaltempel van de gelijknamige voetbalploeg, maar een prachtig gerestaureerd atletiekstadium uit de 4e eeuw BC, dat door de Hadrianus al eens werd gerestaureerd en met Pentelic marmer werd bekleed. In 1895 werd dit dan nog een keer over gedaan ten voordele van de eerste Moderne Olympische spelen in Athene in 1896. Sommige zullen zich de beelden misschien herinneren als aankomstplaats van de Atheense marathon en het boogschieten tijdens de Olympische spelen van 2004. Het hele bouwwerk, dat een dal tussen twee beboste heuvels opvult, is in elk geval prachtig.
Ik keer een stukje op mijn stappen terug en wandel langs de Zappeio gardens naar de Tempel van de Olympische Zeus. Naar verluid de grootse tempel ooit gebouwd met zijn 104 zuilen, het heeft dan ook 700j geduurd alvorens die af was, nu staan er echter nog maar een 15-tal van de reusachtige zuilen overeind, een 16e is in 1852 blijkbaar omgewaaid tijdens een storm. De 17m hoge zuilen hebben een benedendiameter van 1,7m. Dezelfde Hadrian die ook al verantwoordelijk was voor de eerste restauratie van het stadium heeft ook deze tempel verder afgebouwd, een bezig baasje die Romein zal even later nog blijken. Ook een poort (Hadrian’s Arch) enkele meters verder die de perimeter van Athene in zijn tijd aangeeft is van zijn hand.
Ik kom nu stilletjes in de buurt van de attractie van de Griekse geschiedenis, de Akropolis, maar bezoek eerst het vrij recente Akropolis museum (2009), waar binnen ook weer niet mag gefotografeerd of gefilmd worden. Dit museum gaat vooral over de onderdelen van de gebouwen en artefacten die niet zomaar aan weer en wind konden blootgesteld worden. Onder het museum werd tijdens de bouw ervan (zij ik het al niet eerder) natuurlijk ook weer archeologische ontdekkingen gedaan in de vorm van een oude Atheense woonwijk. Het museum werd er dan boven gebouwd op zuilen en de ruïnes blijven zichtbaar door de glazen vloeren heen. Bij het betreden van het museum, waarbij je door een scanner moet en je bagage ook door een x-ray machine moet, zoals op een vliegveld, kom je eerst op een oplopende ramp waar vazen en allerlei potjes die op de flanken van de heuvel gevonden werden tentoongesteld worden. Op de 1e verdieping zijn het dan vooral standbeelden (vooral van Athena in alle vormen en afmetingen) die aan de beurt zijn, terwijl op het 2e verdiep de innerlijke mens en de portefeuille aan beurt komen met een shop en restaurant. Op de 3e verdieping echter, worden alle nog beschikbare en recupereerbare panelen en friezen van het Parthenon tentoongesteld, of plaasteren afgietsels ervan. Het museum werd gealligneerd met het oorspronkelijke gebouw zodat je de stukken dus eigenlijk ziet zoals die ook eens op het gebouw voorkwamen. Men laat er trouwens geen misverstand over bestaan dat dit museum gebouwd werd met in ogen de teruggave van het grootste deel van de oorspronkelijke friezen die volgens de Grieken onrechtmatig in Engelse handen zijn gekomen door ene Lord Elgin en door die man verkocht zijn aan het British museum (waar naar mijn gedacht nog wel wat stukken uit o.a. Egypte staan, die hetzelfde lot beschoren waren). Het mag duidelijk zijn dat de Britten hierover blind en doofstom blijven.
In de winkel-wandelstraat zoek ik me een even later een goed terras uit om een middagmaal te nuttigen, de keuze valt op een schotel met allerlei Griekse specialiteiten, lekker maar eigenlijk een beetje veel. Na dit intermezzo wandel ik door de Plaka wijk naar het Anafiotika quarter. Een wijk met sierlijke witte huisjes met smalle gangetjes en trapjes onder aan de rots, gebouwd en bewoond door de bouwers van het paleis van de 1e koning na de onafhankelijkheid, en die afkomstig waren van de Cycladen. Ik wandel half de heuvel rond voor ik uiteindelijk boven op de Akropolis geraak via de Beulé gate. Tot nu toe was de temperatuur vrij goed uit te houden, dank zij een beetje wind, maar eens op de Akropolis wordt het snikheet in de blakerende zon. Door de poort gat het zigzagsgewijs over marmeren trappen omhoog, voorbij een grote sokkel waarop eens het bronzen standbeeld van Agrippa, een Romeinse generaal, in een strijdwagen, stond. Vervolgens wandel ik door de Propylaia, die ooit de monumentale toegang tot de Akropolis vormde. Het moet ooit een prachtig gebouw geweest zijn dat zijn genadeslag kreeg toen de Turken het in de 17e eeuw als kruidkamer gebruikten en de boel explodeerde door een blikseminslag. Het eerstvolgende gebouw dat in zicht komt is de tempel van Athene Nike (neen niet het schoenenmerk, al bestaat er naar verluid wel een relatie tussen beide). Zoals alle gebouwen hier is ook deze tempel opgericht uit Pentelic marmer, een vierkantig gebouwtje met aan de uiteinden 4 ranke Ionische zuilen. Voorbij de plaats waar ooit een 9m hoog standbeeld van Athene Promachos stond (let op het steeds wijzigend achtervoegsel, wat erop wijst dat de godin in een andere functie werd geportretteerd, bezige bijen die Griekse god(in)en), trekt het hoofdgebouw dan alle aandacht naar zich toe. Het Parthenon, met zijn onafscheidelijke hijswerktuigen die moeten instaan voor het onderhoud en herstellingen van de ruïne. Het gevaar met dergelijke gebouwen is dat hun roem al wel een keer de realiteit wilt overstijgen, maar in dit geval blijkt het toch een unieke plaats te zijn. Of is dat het vocht onder mijn hersenpan dat ondertussen zowat het kookpunt heeft bereikt? Ik leer ook dat het gebouw een houten dak had, het enige deel dat niet uit marmer bestond, wat voor mij een onbekend feit was en dat, hoe kan het ook anders, het gewijd was aan Athena Parthenos. Een laatste grote ruïne die opvalt op deze hoogvlakte is het Erechtheion, waarbij vooral de zuidelijke uitbouw in het oog springt, die gedragen wordt door 6 meer dan levensgrote beelden van de Caryatiden (kopieën), vrouwelijke figuren. Dit gebouw was de eigenlijke tempel waar de goden vereerd werden, terwijl het Parthenon eigenlijk de aandachtstrekker was. Naast de muur die de hele heuveltop omringd heb ik dus alle bezienswaardigheden hierboven gezien, een modern gebouw dat eens het beginnende Akropolis museum herbergde, voor het nieuwe werd opgericht aan de voet van de heuvel, daar gelaten. Dat wil niet zeggen dat er niets meer te beleven valt, want eens je een blik over de muur werpt, zie je onder andere op de zuidelijke hellingen het theater van Dionysos onder je liggen en even verder het Odeon van Herodes Atticus, dit laatste werd volledig gerestaureerd en kan alleen betreden worden wanneer er voorstelling worden gegeven, doch van achter de hekkens en van op de heuveltop heb je er een mooi overzicht op. Een grot en de resten van een kleine tempel aan dezelfde kant van de heuvel zijn momenteel niet toegankelijk. Het eerste wat ik doe als ik beneden kom is mijn vloeistofniveau aanvullen, want het ene blikje (fris)drank was totaal onvoldoende, zelf na nog een keertje aanvullen met water uit een drinkfonteintje, en op de site zijn er geen drankstalletjes beschikbaar. Bij het verlaten van de site, beneden, is er een machine waar gekoelde flesjes water te koop zijn aan 50cent. In mijn half uitgedroogde toestand klok ik dat natuurlijk veel te snel naar binnen wat me de volgende paar uur toch wel wat parten zal spelen met de maag.
Ik herneem de route die zo mooi beschreven staat in mijn Lonely Planet, waar ik ze onderbroeken heb om de Akropolis te bezoeken, en wandel door de Plaka wijk langs de Agia Ekaterina kerk naar het Lysikrates monument en verder naar de oude universiteit van Athene. Na een beetje zoeken en een paar keer pauzeren, omdat ik last heb van de warmte en mijn maag, vind ik dan de Romeinse Agora met de Toren van de Winden en de Fethiye Moskee. De fut is er een beetje uit en ook mijn voeten en benen beginnen zich nu te laten voelen, dus houd ik het op enkele foto’s en wat filmen van op de overzichtspunten, in plaats van op de site zelf rond te snuisteren, wat ik normaal graag doe om zo onverwachte details te ontdekken. Hetzelfde doe ik op de site van Hadrian’s Library, het grootste gebouw dat de beruchte bouwheer in de stad nagelaten heeft, maar inmiddels ook nog slechts een ruïne is.
Mijn wandelroute loopt normaal nog langs enkele kerken en kleinere museumpjes, maar eens de vlooienmarkt voorbij besluit ik op het Monastiraki plein de metro te nemen naar het Nationaal Archeologisch museum. Misschien doet het met airco gekoelde gebouw en de afscherming tegen de zon me wat goed. Bovendien is het reeds bijna 17u00, wat betekent dat ik nog een 3-tal uren heb om het museum te bezoeken, indien de openingsuren nog dezelfde zijn. En al gauw blijkt dat dit niet het geval is, het nieuwe sluitingsuur is 19u00 maar ik neem toch nog even de tijd om in het atrium wat te bekomen en een drankje te nemen, wat ik trouwens onderweg ook nog een paar keer deed. Zoals ik al wel dacht gaat het even later al terug wat beter en kan ik aan mijn speurtocht door het museum beginnen. Vele artefacten van over heel Griekenland, van plaatsen waar ik reeds was of nog moet komen, van gouden dodenmaskers over dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen naar grafgeschenken die met de overledenen werden meegegeven en natuurlijk een hele resem beelden. Van die laatste is het ongelooflijk hoe gedetailleerd deze soms uitgewerkt zijn. Zelden zijn ze nog volledig, er ontbreken nogal eens wat hoofden en armen, maar ze blijven prachtig. Gelaatstrekken en vouwen in kleding, de bandjes van een zandaal, de vingers of tenen, alles tot in de fijnste details in het marmer uitgehouwen. Ook veel gouden en zilveren voorwerpen en natuurlijk de onontbeerlijke potten, vazen en amfora’s. Het museum heeft ook enkele Egyptische zalen, die mijn interesse hebben, doch als ik halverwege daar doorheen ben, wordt de sluiting van het museum aangekondigd, lichten gaan uit een mensen worden onverbiddelijk naar de uitgang verwezen. Gelukkig heb ik de meeste zaken die ik wou zien ook gezien, en anders is het altijd een reden om hier een keer op citytrip te komen. Ook een paar van de hoogtepunten van het museum heb ik niet gemist, een bronzen beeld van een jongeman, en een jongetje op een paard onder andere, maar ook de gevonden goudschatten of de uit de zee van Marathon opgedoken beelden en nog vele andere die misschien niet uitgebreid in de reisgidsen beschreven staan maar mijn aandacht konden vasthouden.
Het is nu wel goed geweest voor vandaag, ik wandel naar het Omonia metrostation en neem de metro die me naar het Larissa station brengt waar bus 15A me al op staat te wachten, de chauffeur is zo vriendelijk van me te verwittigen wanneer mijn halte eraan komt en tegen 20u00, bij het invallen van de schemering, sta ik terug aan de camper. Avondeten hoeft deze keer niet wegens geen honger, dat zal nog wel één van de naweeën zijn van deze warme dag. Al bij al was Athene best wel alle moeite en inspanningen waard.

Zondag 18/09/11

Het uitrijden van Athene valt mee deze morgen, het is zondag en het is niet echt druk. Het eerste deel van de route is nog autosnelweg, maar even voor het kanaal van Korinthe verlaat ik die, het was tevens het duurste stukje tolweg tot nu toe met 7€50. Ik heb blijkbaar de juiste afrit genomen want nog geen km verder rijd ik over de brug over het kanaal. Langs beide zijden zijn parkeerplaatsen voorzien en tal van souvenirwinkeltjes wachten er de toeristen op. Het kanaal is een indrukwekkende kloof, uitgehakt in de rotsen. Jammer genoeg komt er momenteel geen groot schip doorgevaren, wat pas echt de uitgemeten doorgang zou doen opvallen. Maar ik ben al tevreden met het zeiljacht dat er op zijn motor doorheen vaart. Hiermee verlaat ik ook officieel de provincie Attika en rijd ik de Peloponnesos op wat eigenlijk een groot eiland is.
Mijn eerste stopplaats hier is de Akrokorinthos, een kasteelachtige versterking bovenop een berg, de camper doet nog even raar als ik omhoog rijd, plots valt de motor stil en heb ik totaal geen stroom meer. Waarschijnlijk het contactslot dat nog een keer opspeelt. Als ik de sleutel er uit haal en opnieuw insteek is het gelukkig opgelost. Het is weer een hete dag vandaag en de camper moet serieus werk leveren om boven te geraken, het is dan ook tijd dat ik de parking van de site bereik, want de motortemperatuur is gestaag met het percentage van de helling omhoog geklommen. Deze weg bespaart me wel een 4km lange wandeltocht vanuit Ancient Korinthos. Doch het klimmen is nog niet helemaal voorbij. Ik wandel naar de toegangspoort en ga achtereenvolgens door de 3 verdedigingswallen van de versterkte stad. Op een Byzantijnse kapel en een moskee na is er niet veel meer over van de huizen van de +/- 1500 burgers die hier een veilige plek vonden als hun huizen in Archaia Korinthe weer een keer belaagd werden door piraten of ander gespuis. Ik klim naar de 2 gebedshuisjes en van daaruit verder naar een platvorm met een rare toren erop. Het meest indrukwekkende aan deze burcht zijn de muren en zijn locatie natuurlijk, 360° rondom prachtige vergezichten over de bergen en de boomgaarden met olijfbomen. Nog hogerop bevinden zich de resten van de tempel van Aphrodite waar volgens de overlevering mannelijke en vrouwelijke prostituees voldeden aan de lustgevoelens van de inwoners van Korinthië. Een gebeuren dat de heilige Paulus niet ongestoord aan zich kon laten voorbijgaan, en trachtte te verhinderen door het opzeggen van vele gebeden. Hoe succesvol die al dan niet waren wordt nergens vermeld.
Terug op de parking picknick ik nog even in de camper alvorens verder af te dalen tot in het dorpje om de site van Archaia Korinthos te bezoeken. In het midden van het huidige dorp liggen hier de resten van het stadje in de Romeinse tijd. Enige uitzondering daarop zijn de ruïnes van de Tempel van Apollo die blijkbaar al uit de 5e eeuw BC stammen. Ernaast liggende resten van het Romeinse forum en de stoa (zuilengalerij) die gebouwd werden in opdracht van Philip II, vader van…, om de lokale heersers te ontvangen en hun loyaliteit aan Macedonië te onderschrijven. Overal ook de funderingen van huizen en winkeltjes. Het mooiste onderdeel is echter de ruîne van de Lower Peirene fontein. In het kleine museum op de site staan verrassend vele ,goed bewaard gebleven, artefacten. Waar in vele gevallen een vaas gereconstrueerd moet worden en er slecht enkel scherven origineel zijn, zijn hier vele stukken in zijn geheel, soms niet eens terug opgebouwd uit scherven.
Ik verlaat het dorje en rijd naar Mykenis, op zoek naar de werelderfgoed site van Mycene. Ook hier weer een versterkt stad, doch de locatie kan niet op tegen deze van Akrokorinthe. Behalve de leeuwenpoort blijft er eerlijk gezegd weinig over van de stad, naast deze poort zijn het eigenlijk vooral de 4 tholos tombes en de 2 grafcirkels die nog ouder zijn dan de stadsresten, die de meeste aandacht verdienen. Helemaal achteraan op de site ontdek ik nog een cisterne waarin via een ondergronds aquaduct, zeg maar waterleiding, gezorgd werd voor een permanente aanvoer van drinkbaar water, in tijden van belegering. Ook hier weer het bijbehorende museum, doch enkele van de belangrijkste stukken zijn kopieën, zoals het dodenmasker dat ooit werd toegeshreven aan Agamemnon, doch later vaan 300 jaar eerder overleden koning bleek te zijn. De echte zag ik dan weer wel in het Nationaal Archeologisch museum in Athene. De 4e Tholos ligt een beetje verderop op een aparte site, waarvoor het ticket van Mycène trouwens ook geldig is en draagt de naam Treasury of Atreus. Van geen van deze of vergelijkbare Tholos tombes is echter geweten wie en wat er in begraven werd, want alle Tholossen die werden gevonden, waren reeds lang leeggeroofd door grafrovers of nieuwe heersers, wat gewoonlijk niet zo moeilijk was gezien de indrukwekkende ingangen niet werden bedolven onder zand.
Van hiertuit gaat het dan naar Argos, waar ook in het dorp nog enkele sites moeten gelegen zijn. De nige die ik echter vinde zijn de moeite van het stoppen niet waard, en het theater, waarnaar ik juist één bordje vind, is nergens te bespeuren, dus maar verder. Eerder toevallig kom ik dan nog langs de akropolis van Tiryns, een beetje verkeer benoemd, want akropolis, staat voor bovenstad en deze ruïne ligt nergens boven, en de thollos van Tiryns. Eigenlijk had ik deze voorzien voor morgen, maar dat hoeft dus al niet meer. Dan maar verder naar Camping Nicolas I in Epidavros waar ik wil overnachten. Onderweg wordt er nog enkele keren verwezen naar Mycenean bridges, oude stenen bruggetjes. Rond 19u00 kom ik aan, nog juist de tijd om even te snorkelen terwijl stilaan de schemering al intreed. Deze keer merk ik een klein soort inktvisje op en een 20cm lange en 2cm brede duizendpootachtige die op de zeebodem rondwandelt. Gezien felle kleuren gewoonlijk niet veel goeds beteken in de dierenwereld, blijf ik er maar met mijn vingers vanaf. Het avondmaal wordt een Griekse salade met kalfsvlees in een tomatensaus en een wit wijntje erbij. Als ik terugwandel in het donker lijk ik wel in een sprookjesbos aanbeland. Palmbomen en bananenplanten zijn verlicht met groene spots en de lampen op de camping zijn warempel grote rood-witte paddestoelen met witte stippen erop.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: ma 19 sep, 2011 18:37
door Wolf
...Ik merk ook dat ik een olielek heb aan een wielnaaf, wat ik oplos met wat stevige ducktape...

Binnenkant? buitenkant? ik kan me moeilijk voorstellen waar je daar ducktape aan kunt doen?
Is het plastiek dopje er misschien af?

Zie maar dat je niet met een droog differentieel komt te rijden (remember tussenboite)

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 20 sep, 2011 19:25
door Yohani
De plastiek dop zit er nog op, maar is beschadigd en de olie komt er dus door. Het is die plastiek dop die ik heb ingepakt met Ducktape, want zelfs zo'n stomme dop moeten ze hier bestellen.

Overmorgen in Patras laat ik het olieniveau nazien en indien nodig bijvullen.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 20 sep, 2011 19:28
door Yohani
Maandag 19/09/11

Eerste bezoek vanmorgen is het “kleine theater” van Epidavros, klein omdat later het grote nog aan bod komt waar er liefst +/- 14000 zitplaatsen waren, in Archaia Epidavros. Deze kleinere versie ligt even van de haven weg, langs enkel boomgaarden met sinaasappelbomen. Aan de overzijde van de weg zijn archeologen naarstig bezig nog meer fundamenten bloot te leggen. In het toevallige gezelschap van enkele Duitse toeristen neem ik enkele foto’s alvorens terug te keren naar de camper. Ik moet nu een 10km terug richting Napflio om bij Archaia Epidavros te komen, vrij ingewikkelde historie die benamingen gezien er in Epidavros zelf ook oude ruïnes te vinden zijn… .
Het theater van Archaia Epidavros is in elk geval reusachtig groot in vergelijking met dat in het moderne Epidavros. Het is tevens één van de best bewaarde theaters in Griekenland. De specifieke vorm, een halfrond van zitplaatsen dat zich rond een cirkelvormige scène schaart, is speciaal zo ontworpen om voor een goede akoestiek te zorgen, zodat als je helemaal bovenaan zit toch alles kan horen wat er beneden wordt gezegd. Het hoeft geen betoog dat dit natuurlijk uitgebreid wordt getest, onder andere door een Fransman die een gedicht van Victor Hugo ten berde brengt.
Tegen dat hij het applaus van zijn medebusreizigers hiervoor in ontvangst neemt ben ik al onderweg naar de ruïnes van het oude Epidavros enkele 100m verderop. Zoals in de meeste gevallen rest er niet veel meer dan funderingen, doch hier wordt er een gewaagde en bekritiseerde restauratie, of zelf volledige heropbouw op poten gezet. Mijn inziens geen slechte zaak, zolang men ervoor zorgt dat van de eerste oogopslag duidelijk is wat origineel en wat nieuw is. Bij de stukken is dat verschil in elk geval goed zichtbaar en het resultaat zegt veel meer dan de oude hoop stenen die er voorheen lag. Het terrein is een stuk groter dan ik oorspronkelijk verwacht had, waardoor het reeds middag is alvorens ik naar Napflio vertrek.
Rond 13u00 ben ik daar, maar is de puf er een beetje uit, waarschijnlijk een combinatie van de warmte, wat vermoeidheid en de honger. Het duurt bijna een uur voor ik me er toe kan bewegen wat actie te ondernemen. Ik eet een kleine lunch en besluit dan te gaan zwemmen. N een half uurtje snorkelen tussen een enorm aantal vissen van verschillende soorten ben ik weer op en top klaar voor het volgende bezoek. De beslissingen die ik daarstraks door gebrek aan concentratie niet kon nemen, komen nu vanzelf. Even later rijd ik het Akronafplia Fortresse binnen, één van de drie in de stad die ooit de hoofdstad van Griekenland was. Het zijn vooral de verstekte muren die bewaard zijn gebleven van dit fort, maar ze vormen samen met de locatie een prachtig geheel. Voor het eerst merk ik hier ook enorm veel schijfcactussen op die gul voorzien zijn van cactusvijgen die kunnen gegeten worden. Ook heb ik van hier een prachtig uitzicht op het eiland met het Fort Bourtzi erop. Na heel wat foto’s en film gespendeerd te hebben aan de burcht rijd ik de 3,5km lange weg naar het Palamidi Fortresse dat boven de stad uittornt.
Ik parkeer er mijn Land Rover camper naast een Tsjechische LR Discovery die ook uitgerust is om te rijzen. In het souvenirkraampje schaf ik me een frisdrank en een vers geperste sinaasappelsap aan, kwestie van de lichaamsvochten wat op peil te houden. Na het betalen van het ingangsticket (het valt me trouwens op dat de prijzen daarvoor in heel Griekenland er schappelijk zijn) wandel ik door de poort in de vestingswallen het fort binnen. In het fort zijn er op zijn beurt wel 8 Bastions gebouwd. Ik begin met het hoogst gelegen, het Bastion van Achilles, zo genoemd omdat het meest toegankelijke was in geval van een belegering, wat ook zo zou blijken in de geschiedenis. Dit Bastion is grotendeels overwoekert en het is duidelijk dat er niet veel bezoekers zo ver gaan. Ik kan het echter niet laten van elk hoekje en kantje te gaan bekijken, telkens als ik weer een deuropening inga doe ik nieuwe ontdekkingen, mooie gewelven trapjes die weer naar een te ontdekken deel van de burcht leiden en steeds weer die mooie panorama’s op de rest van de versterkingen en de onderliggende stad. Via het Bastion van Themistocles dat door enkele droge grachten afgescheiden is van de rest wandel ik naar het Bastion van Fokionas, niet zonder weer enkele keren in donkere holtes te gaan piepen natuurlijk. Het Bastion van Agios Andreas bereik ik via een trap die naar een indrukwekkende poort leidt. Het Bastion van Robert is dan weer torenvormig, maar hier ga ik een keertje niet binnen kijken. Dat doe ik wel in het Bastion van Miltiades, dat dienst deed als gevangenis voor levenslang veroordeelden. Hier zijn er nog vele cellen intact, en de aanwezigheid van enkel houten britsen en houten raamkaders en deuren geven een goed idee van hoe dit er ooit eens uit zag. Aan deze gevangenis ligt dan nog het Bastion van Leonidas en tenslotte het Bastion van Epameinondas langswaar ik binnen kwam en de site ook weer verlaat. Ergens tussendoor kom ik het Belgische koppeltje nog een keer tegen dat ik reeds eerder in Korinthe en Mycenes tegen kwam.
Ondertussen is het 17u00 en heb ik nog maar een 30km van mijn route van vandaag afgelegd. Normaal stond ook nog de site van Mystras op de planning, maar dat gaat helaas niet meer lukken. Ik rijd na de Argolische golf gerond te hebben, het binnenland en de bergen in met ook hier weer prachtige natuurlandschappen. In principe kan ik mijn voorzien bestemming nog halen indien ik de ruïnes van Mystras laat vallen, doch als ik even stop om na te zien wat deze inhouden, blijkt dit zowat de belangrijkste site van de Peleponnesos te zijn, dat kan ik .toch niet aan me voorbij laten gaan en dus zoek ik een camping op in de buurt van het stadje. Planningen zijn er toch trouwens maar om te kunnen wijzigen nietwaar. Zo eindig ik de dag om 19u30 om Camping Castle view onderaan enkele indrukwekkende rotsformaties, waarvan ik morgen nog wel enkele foto’s wil. Ik zie er een Duits koppel terug dat ik op de heenweg op de boot en later in Meteora reeds tegenkwam en een ouder Frans echtpaar dat ik op de camping in Athene ook al zag. Tja met mijn camper kom je natuurlijk nergens ongezien weg. Ik geniet nog snel een kwartiertje van het zwembad om enkele baantjes te zwemmen en ga dan aan tafel, Tzadziki gevolgd door een Dorade vis met een rode wijntje en een appel als dessert van het huis. Het is weer een mooie dag geweest, de temperatuur daalt hier in de bergen wat meer dan aan de kust, niet dat het koud wordt, maar 25°C in de camper is wel aangenamer om te gaan slapen dan 30°C.

Dinsdag 20/09/11

Volgens de reisgidsen heb je toch wel een halve dag nodig om Mystras te bezoeken, dus is het best mogelijk dat de planning vandaag nog een keertje verandert, want veel dagen om eventuele achterstand op te vangen blijven er niet meer over gezien ik vrijdagavond de boot moet nemen in Igoumenitsa. De site is opgedeeld in 3 onderdelen, te weten het fort Kastro helemaal bovenaan op de berg, dan de Upper Town en de Lower Town. Ik rijd dus eerst naar de bovenste ingang en wandel van daaruit, goed voorzien van drank naar het Kastro. De kastelen van de laatste dagen geven toch weer een heel ander beeld van Griekenland. Deze middeleeuwse versterkte burchten lijken wel op een verkeerde plaats te staan met alle Oudgriekse en Romeinse ruïnes die ik al zag. Maar desalniettemin staan ze er wel en zijn ze zeker een bezoekje waard. Het is weer een hele klim naar boven, vandaar dat ik deze eerst doe, nu het nog niet zo heet is, maar uiteindelijk raak ik boven en kan weer gaan snuffelen in alle kantjes en hoekjes. Ook de panorama’s van de bergen rondom zijn weer prachtig, zoals meestal in deze gevallen maakt de locatie weer een groot deel uit van de charme van het geheel.
Na een uurtje ben ik klaar voor het bezichtigen van de Upper Town, onderaan de voet van het kasteel gelegen. Dus eerst nog een stukje naar beneden en dan ronddwalen door de nog vrij intacte smalle straatjes van het stadje, het is wel duidelijk dat er hier geen sprake was van vervoer per paard en kar of enig ander lastdier. Vele straatjes gaan over in trappen. In het goed bewaarde kerkje zijn er nog enkele fresco’s gedeeltelijk zichtbaar. Van de meeste huizen staan er toch nog wat muren recht, maar het is het paleis dat het best bewaard en gerestaureerd is. Door die nog steeds doorgaande restauratie is het gebouw trouwens niet te bezoeken. Na weer een uur klim ik terug naar de parking waar ik de camper achterliet om mij naar de ingang van de Lower Town te begeven. Ik wissel mijn lege blikjes in voor volle en ga weer op stap. Een bruidspaar heeft de site uitgekozen voor hun huwelijksfoto’s en dus wachten de toeristen gedwee tot de weg weer vrij is. Hier beneden valt vooral het grote aantal kerken en kloosters op, waarvan enkele bovendien nog bewoond zijn door nonnen, de enige overgebleven bewoners van Mystras. Ook hier weer beschilderde wanden waarvan enkele geheel of gedeeltelijk bewaard zijn gebleven. Het is uiteindelijk 13u00 als ik aan zet om te vertrekken.
Zoals ik reeds vermoedde dringt een wijzigingen van de plannen zich op en dus besluit ik het nuttige aan het aangename te paren. In plaats van verder zuidwaarts te rijden wil ik via de Langada Pass en gorge doorsteken naar Kalamata, wat me toch de helft aan kilometers scheelt en die ik toch al graag gedaan had omdat deze tot de mooiste autoroutes van Griekenland wordt gerekend. En mooi is hij zeker, doch ook vrij venijnig, bovendien heb ik me laten inpakken door mijn GPS die me via een onverharde binnenweg van enkele kilometer stuurt. De olijfbomen zijn er blijkbaar niet gelukkig mee want het regent olijven op mijn motorkap en aan het geluid te horen staan er ook opnieuw wat krassen bij op de camper. Gelukkig is de buitentemperatuur vandaag minder hoog dan voorgaande dagen, zodat de motortemperatuur behoorlijk blijft. Dat is deze keer niet alleen te wijten aan de hoogte, maar ook aan het feit dat er, de eerste keer sinds het begin van mijn vakantie, warempel wolken opduiken. Na de bergpas met zijn talloze haarspeldbochten, prachtige bergzichten, overhangende rotsen en tunneltjes kom ik een vallei terecht die volledig beschut en verloren ligt tussen al die bergketens. Het betekent natuurlijk wel dat ik er langs de andere kant weer uit moet. Ook dit deel van de route is best aardig, maar toch niet zo spectaculair als de vorige, een mens went zich snel hé.
In Kalamata staat er ook een kasteel, doch daarvan is eigenlijk alleen de ingangspoort nog het bekijken waart, wat ik dan ook doe. Verder gaat het dan richting Pylos, maar niet zonder een idioot van een motorrijder die overal zigzaggen komt doorgescheurd met gierende en glijdende banden mijn gedacht even na te roepen. De woorden zal hij niet verstaan hebben het gebaar met de middenvinger al vast wel. Wanneer ik in Pylos aankom en naar het kasteel rijd wordt het steeds donkerder en donkerder, nog ik voor de gesloten poort het bordje met eventuele openingsuren kan lezen barst er een stevig onweer met donder en bliksem los. De regen die reeds een maand over tijd is volgens de lokale bevolking, moet er precies in één keer uit. Het levert enkele prachtige beelden op van de kust, maar algauw wordt het zo erg dat de rit van 5km naar de camping een ware veldslag wordt. Ruitenwissers en blazer kunnen de ongelijke strijd met het noodweer niet aan waardoor ik bijna niets meer zie, ontbrekende riolering en afwateringskanaaltjes zorgen ervoor dat de straten binnen de kortste keren in bergriviertjes zijn verandert. Het staat soms zo hoog dat het over mijn toch niet lage motorkap spat! Bovendien heef men de normale weg opgebroken en tracht de GPS me een zandpad op te sturen dat ondertussen zijn weg zoekt naar het asfalt. Even later kom ik ongedeerd op de camping aan waar de kampeerders ondertussen de schade opmeten, nu de regenbui stopt en de zon zelfs even terug tevoorschijn komt. Het voordeel van na deze zondvloed op de camping aan te komen, is dat ik onmiddellijk zie welk de droge plekjes zijn. Het strand aan de camping is vooralsnog prachtig, maar als ik even later ga snorkelen blijkt het water, waarschijnlijk door het onweer erg troebel en bovendien is het dieper water nu warm en de bovenlaag koud. Uiteindelijk blijft ik er slechts een kwartiertje in en ga dan naar het zelfbedieningsrestaurant. Ik neem een Souflaki met groene bonen, tomaten, worteltjes en courgettes en aardappeltjes in een botersaus.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 20 sep, 2011 20:26
door Wolf
ge moet daarvoor geen oilseals laten vervangen; als die dop er bij mij af is, vliegt de olie er ook uit.
ik heb er zo altijd een paar bij, maar daar ben jij vet mee natuurlijk.

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 22 sep, 2011 21:01
door Yohani
Woensdag 21/09/11

De Grieken roepen al een tijdje om regen, en regen hebben ze gehad. Overal zijn er sporen overgebleven van kleine modderstromen op de weg. Ook vanmorgen houd ik het niet helemaal droog, wanneer ik opnieuw aan de poort van het Fortresse of Pylos sta, valt er namelijk weer zo’n fijne miezerige regen. Tegen dat ik kan besluiten om al of niet door te rijden, is het weer droog en waag ik het er maar op. Ik wandel door de poort van het Niokastro, zoals het eigenlijk noemt en ga op verkenning uit. Rechts staan er nog wat onduidelijke fundamenten, maar links van mij staan de Maison barakken, gerestaureerd in 1986. Aan de moskee (en nadien kerk) die even verderop staat is men nog volop bezig te restaureren, dus wandel ik verder naar het westelijke Bastion, een fortje in het fort dat uitkijkt over de baai en de toegang er toe bewaakte. Het is dan ook ouder dan het grote fort. Langs enkele kanonnen, ankers en een stapel grotere en kleinere kanonsballen die stilaan tot één geheel vast aan elkaar roesten, wandel ik naar de citadel. De Griekse goden hebben blijkbaar nog een eitje met me te pellen want ik krijg nog maar eens een regenbui over mij heen. De citadel is nog in zeer goede staat en wordt momenteel gebruikt om de vondsten van de archeologische opzoekingen in de baai in op te bergen. In de baai van Navarino werd namelijk de slag van Napaktoss uitgevochten, waarbij de Turks-Egyptische-Tunesische vloot grotendeels en ongewild werd tot zinken gebracht door een Europese alliantie. Volgens de overlevering was het alleen de bedoeling de vloot te sommeren de baai te verlaten via onderhandelingen, maar een onhandig afgevuurd kanon van een Egyptisch schip besliste daar anders over. Door één van de vensters zie ik zo tal van amfora’s liggen in één van de kamertjes die de binnenmuur vormen van de zeskantige burcht. Dankzij de regen krijg ik nog een regenboog als extraatje op de foto’s. na 1 ½ uurtje sta ik dan weer aan de camper om naar Paleokastro te rijden. Blijkt dat dit zich op enkele honderden meters van mijn camping van vannacht te liggen, doch in die alles verzwelgende regenbui heb ik het bordje niet gezien. Om er te geraken moet ik door enkele stevige waterplassen, waar de gewone auto’s het maar opgeven en terugkeren. Als ik dan op de parking kom staat er daar een plakje dat het kasteel gesloten is wegens te gevaarlijk, wat dat ook betekenen mag. Ik besluit toch een stukje het wandelpad op te gaan om een blik te kunnen werpen op het kasteel en verras daarbij een vos die me in eerste instantie helemaal niet hoort aankomen. Eens het dier me in de gaten krijgt is het in enkele flukse sprongen weg. Ik krijg uiteindelijk mijn beeld van het kasteel en van een nog onstuimige zee, donkerblauw met witte schuimkoppen waar ze op de grijze rotsen uit elkaar spatten. Ook op de terugweg laat de vos zich nog even zien.
Met de wijziging van de planning de vorige dagen was Sparta zowat het zuidelijkste stukje Griekenland dat ik aandeed en dus rijd ik nu in noordelijke richting over de Peleponessos. Mijn volgende stopplaats is het Paleis van Nestor, dat volgens de informatie ter plaatse beter bewaard is gebleven dan de paleizen die volgens een zelfde grondplan werden gemaakt in Tiryns en Mycenae. Doch nu moet je jezelf niet een volledig gebouw voorstellen, het hoogste punt van de overgebleven muren is namelijk geen ½ m hoog. Ik houd het hiet al gauw voor bekeken en rijd verder de kust af. In de buurt van Kalo Negro zoek ik het strand op om te lunchen en een snorkelpartij. Die laatste loopt nog bijna slecht af, want de zee is hier een stuk wilder en wanneer ik in het water wil gaan wordt ik pardoes terug op het strand geworpen met een geschaafde knie en bovenarm tot gevolg. De mooi witgekopte golfjes van eerder zijn nu fameuze reuzen geworden van enkele meters hoog. Ik onderneem nog een wat voorzichtiger poging maar kom er na 10 minuten weer uit want het gaat er toch te woest aan toe. Ook deze landing is allesbehalve elegant, maar ik bespaar jullie de details en mezelf de schande.
Een beetje meer bont en blauw rijd ik verder naar Archaia Olympia, mijn laatste grote site op deze reis normaal. Zoals de naam het al doet vermoeden is dit de plaats waar de antieke spelen zich gedurende 12 eeuwen hebben afgespeeld, en van waaruit de Olympische vlam nog steeds haar reis begint naar de plaats waar de moderne Olympische spelen worden georganiseerd. Alvorens naar de site te gaan, boek ik alvast de camping Alphios, waar ik toch voorbij kom.
Eens in Archaia Olympia vallen me er een aantal zaken op, deze site ligt niet op de bergen en is geen versterkte burcht, bovendien is ze ook niet zo groot als ik had gedacht. Niet dat het nu echt klein is, maar toch. Ik kom binnen langs het Gymnasium, of tenminste langs de zuilengalerij die ervan overblijft en gebruikt werd om te trainen voor de atletiek loopnummers. Vervolgens wandel ik door het Palaestra, een vierkantig gebouw met dubbele zuilengalerij met een open binnenplaats waar de worstelaars, boksers en springnummers zich voorbereidden. Het volgende gebouw valt vooral op doordat de muren nog veel hoger zijn dan alle andere op de site, dit was het Theikoleon, waar de priesters van Olympia verbleven. Enkele kleinere ruïnes stellen de Griekse badhuizen en werkplaats van de beeldhouwer voor en dan kom ik bij het Leonidaion waar de officiële bezoekers van het heiligdom der spelen werden ontvangen. Langs de rondvesten van het gebouw waar de atleten hun eed moesten afleggen wandel ik voor bij het heiligdom van Zeus richting het Stadium. Waarschijnlijk heb ik een lelijke gedachte over die Griekse oppergod in mijn hoofd gehad, want hij zet de hemelsluizen helemaal open. Schuilend onder enkele bomen en steeds weer een stukje vorderend naar een andere boom probeer ik zo goed als mogelijk onder de omstandigheden toch wat van de rest van de site te zien. Van het stadium gaat het langs een rijtje Treasuries (heiligdommen waar offers werden gebracht) naar het Philippeion waar Philips II (daar heb je hem weer) een ronde tempel begon te bouwen na een overwinning in een veldslag, maar die uiteindelijk afgebouwd werd door de zoon, Alexander De Grote. De tempel bevatte 5 grote standbeelden van de familie, van ego’s gesproken.
Ondertussen is het opgehouden met regenen, maar klettert de donder om onze oren, niet echt een veilig gevoel zo onder de bomen. Ik ben toch zo goed als rond en neem dan maar mijn toevlucht tot het museum waar er weer een schat aan artefacten mij opwacht. Naast het gebruikelijke pottenwerk en offerbeeldjes ook weer veel standbeelden en delen van de friezen van de Tempel van Zeus die echt wel indrukwekkend zijn. Ook hier weer uitdrukkelijk de vraag om niet te poseren voor foto’s naast de uitgestalde artefacten, en nog steeds geen idee waarom dit wel mag zijn? Rond 18u30 heb ik het wel allemaal gezien en keer ik terug naar de camping. De temperatuur is toch wel enige graden gezakt, het voelt zelf frisjes aan, maar kan me er toch niet van weerhouden nog een duik in het zwembad te nemen. Na een kwartiertje is het echter welletjes geweest en ga ik op zoek naar het restaurant. Fetakaas met olijfolie en oregano, gevolgd door schnitzel en een ijsje sluiten de avond af, als thuiskomertje in de camper nog een Baileys bij het reisverslag.

Donderdag 22/09/11

Deze reis lijkt er van alles stuk te gaan, naast de problemen met de camper zelf, heb ik nog wat andere kleine ongemakken ondervonden. Zo is er een probleempje met mijn voedingskabel van de laptop, en sinds vanmorgen ook met deze van de GPS, ze werken nog maar geven slecht contact. Ook de muis van de laptop heeft de geest gegeven. De oprolspoel van mijn elektriciteitskabel is stuk gegaan en zal dus vervangen moeten worden, het slot gemaakt van een fietsslot om mijn trapje omhoog te houden is eraan, gelukkig had ik eerder dit jaar een beveiliging voorzien, juist voor in dergelijke gevallen. De snelkoppeling van de buitendouche hapert, waardoor die water bleef spuiten tot mijn ergernis en veel jolijt van enkele toeschouwers op afstand. En er moet een oplossing gezocht worden voor de ontluchting van de grijswatertank en dieseltank omdat ik bij het nemen van haarspeldbochten nog wel een keer wat van beiden wil verliezen als ze goed vol zijn. Voor het één is dat al wat erger dan het ander. Dus weer een heel lijstje af te werken eens ik weer thuis ben. Maar zover is het nog niet. Door de regen van gisteren is de rode ondergrond van de camping verandert in een plakkerige brij en is het dus steeds schoeisel wisselen bij het binnenkomen van de camper. Tegen 9u00 heb ik alles aan de kant en kan ik vertrekken. Vandaag heb ik toch een slordige 230km te doen en zijn er ook nog enige bezienswaardigheden gepland. Ik moet me echter aan de planning houden nu, want vanavond is het normaal de laatste overnachting op Griekse bodem. Morgenavond slaap ik normaal aan boord van de ferry, en dus moet ik morgen zeker op tijd in Igoumenitsa geraken. Dwars door de bergen rijd ik allereerst naar Patras wat weer enkele mooie beelden oplevert, maar ook veel kronkelende, steile wegeltjes. Omdat het sinds de regenbuien van de laatste 2 dagen toch een 5° koeler is, heeft de camper ook veel minder last van een te hoge motortemperatuur en verloopt alles heel vlot.
In Patras wou ik het olieniveau van het differentieel even laten nazien bij de Land Rover garage, maar eens dat ik in de stad ben, bedenk ik me dat ik dit in eender welke garage kan laten doen, zodat ik niet weer op zoek moet naar een onvindbare Land Rover garage. Zodoende sta ik even later bij een Hyundai garage die dit snel even controleert en daar zelfs niets voor wil, ik geef de beste man dan maar wat drinkgeld. Vervolgens rijd ik dan door een wirwar van straatjes, deels op gevoel, deels op de GPS naar de citadel van de stad. Een mooi fort met daarin een versterkte burcht van waaruit ik dan ook nog eens een prachtig uitzicht heb op de golf van Korinthe. Een Byzantijnse kerk priemt in volle glorie boven de daken van de huizen uit en in de verte zie ik reeds de brug die Patras met het vasteland van Griekenland verbind. Als ik de stad buiten rijd stoot ik op… ja hoor, de Land Rover garage! Toch maar even horen of ze zo geen kapje voor over de wielnaaf in stok hebben, je weet maar nooit. Terwijl zij aan de hand van mijn chassisnummer even nazien, zie ik op de parking een aftandse Land Rover 90 staan, ik ga er even een kijkje bij nemen en zie al snel dat die dezelfde wielcaps heeft dan mijn wagen. Wanneer de mecanicien even later terugkomt met het reeds verwacht antwoord dat ze dit niet in stok hebben, wijs ik hen erop dat er op het wrak ook nog staan, en of ik er daar geen van kan hebben. De auto blijkt niet van hen, maar een telefoontje later is het dan toch in orde en wordt voor 15€ het kapje vervangen. Een 2e kapje als reserve kan blijkbaar echter niet, doch ik ben al lang blij dat dit in orde is.
Over de hangbrug rijd ik dan tegen een vrij prijzige tol van 13€ naar Nafpaktos. Ook hier is weer een Kasteel, dat omring is door verschillende muren gebouwd door de opeenvolgende bezetters van het gebouw. Ik houd het deze keer op een bezichtiging van beneden en concentreer me wat meer op het knusse haventje, dat ook omgeven is door versterkte muren met torentjes. Met zijn jachthaventje, pleintje en vele terrasjes is het echt zo’n plekje waar je even wil blijven mensen kijken en sfeer opsnuiven. Doch ik moet er al snel weer vandoor, na de lunch twijfel ik of nog even een duik ga nemen, maar er is wat bewolking opgekomen en de zomerse 25°C voelt ineens wat frisjes aan na enkele weken 30°+ te hebben gehad. Ik besluit om het zwemmen maar te bewaren tot vanavond.
Bedoeling is nu langs de kust naar het eiland Lefkada te rijden om daar te overnachten. Ik weet niet hoe het komt maar tijdens dit deel van de route lijkt alles verkeerd te lopen. Eerst mis ik volledig het dorp Messolongi en in Astakos blijkt er niet alleen een fout in mijn planning te zitten, want de aangeduide camping ligt nog zo’n 120km verderop te liggen, ook de GPS raakt het noorden kwijt als een oprit van de autosnelweg nog niet of niet meer beschikbaar blijkt te zijn, die ik sowieso toch al niet wou nemen, maar waar de Tomtom me toch steeds wil terug heen sturen. Gelukkig hoort de dame die de instructies doorgeeft niet welke lelijke woorden ik allemaal tegen haar gebruikt heb. Pas na veel kunst en vliegwerk slaag ik erin terug op het goede spoor te geraken, via de gewone weg, voordeel is wel dat ik weer enkele prachtige bergpanorama’s gezien heb en door een mooie kloof gereden ben. Ook bij het aankomen in Lefkada enkele verassingen, een kasteel opgeven door een moeras staat te blinken in de ondergaande zon en een tweede burcht lonkt naar me voor een bezoekje morgen, indien er nog tijd is. De brug naar het eiland blijkt een drijvende pontbrug te zijn die op zichzelf ook een foto waard is. Het gelijknamige stadje, is met zijn haven weer heel gezellig, doch de camping blijkt een 8-tal kilometer verderop te liggen en is niet helemaal wat ik er van verwacht had. De zee en het strand vind ik in de schemering al niet terug, het restaurant is gesloten, het zwembad reeds leeg gelaten. Dan maar zelf een potje koken en geen zwempartij, morgen nog één keer de kans om de schade in te halen.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: do 22 sep, 2011 23:11
door boots90
Afbeelding
;)

Grtz,


Boots

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: zo 25 sep, 2011 22:42
door Yohani
Vrijdag 23/09/11

Vanmorgen na het ontbijt nog maar even de toiletcassette leeggemaakt en het grijswater reservoir. Dan nog de motorolie nagezien en bijgevuld en tegen 9u00 op weg. Dankzij de misrekening in de planning van gisteren moet ik vandaag nog maar een 120km afleggen, waarbij er toch nog een 4-tal bezienswaardigheden te bezoeken zijn. Dat moet dus goed lukken. Na de ontdekking gisterenavond van het Fortresse of Agia Mavra had ik me al voorgenomen te zien of het ook bezocht kon worden, en dat kan, gratis nog wel. Het blijkt een 14e eeuwse voormalige Kruisvaarders burcht te zijn, die later nog werd omgebouwd door de Venetianen en de Turken. Het is echt zo’n site die je nog zelf kan ontdekken, genoeg geruimd om rond te kunnen snuisteren, maar nog ruw genoeg om zelf de mooie hoekjes en kantjes te ontdekken. Zo vind ik achteraan de ruïne een eigen haventje en blijkt de ganse burcht omringd geweest te zijn door water, een slotgracht als het ware, maar dan met zout zeewater. Overal op de site liggen ook lopen van kanonnen verspreid, bij het binnen gaan liggen er enkele deerlijk te roesten, andere zijn rechtop gezet als asbak of aandachtstrekker. In eentje vind ik de naam van de maker en de herkomst evenals een wapenschild. Een andere ontdekking is een minuscuul kerkje weggestopt in een hoekje van het fort, alleen een klokkentorentje wijst op zijn aanwezigheid. Blijkbaar wordt het door de lokale bevolking nog gebruikt, ik,kan er overal mijn neus in steken want er is hier niemand. Doch enkele brandende kaarsen maken duidelijk dat dit even tevoren niet zo was. Het is hier wel oppassen voor bloedzuigers, muggen en massa’s mieren. In het ander fort, Moni Faneromenis Fortresse, in het moeras, huist er een kunstmuseum en dus houd ik het daarbij op een buitenaanzicht.
Ik moet hier door een toltunnel om in Preveza te geraken, lang is die echter niet en met zijn 3€ taks niet echt duur ook niet. Tussen Preveza en Loutsa ligt de Nikopolis site uitgespreid langs de baan, zoals op de vorige en vele van de andere sites trouwens, zijn er ook hier weer archeologen aan het werk. Er valt blijkbaar nog steeds veel boven te halen op deze toch al lang gekende plaatsen. Eén team gaat wel erg drastisch te werk met een bulldozer, niet echt het verfborsteltje en truweeltje dat ik me bij dergelijk werk voorstel. De muren van deze ruïne zijn indrukwekkend, hoog, lang en dik met talloze poorten. Het was een volledig ommuurde stad gebouwd door de latere Romeinse Keizer Augustus in 31BC, om zijn overwinning op Mark Antonius en Cleopatra te vieren. Na het bouwen van de stad waren er natuurlijk ook inwoners nodig en dus dwong de man dorpelingen en stedelingen van de omgeving er te gaan wonen. Er zijn onder andere ook enkele mooie mozaïekvloeren blootgelegd, maar de van de oorspronkelijke Romeinse muren is niet zoveel meer over, de opvallende structuren die er nu nog staan zijn de Byzantijnse en vroeg Christelijke muren. De stad werd namelijk een eerste keer in puin gelegd in de 5e en 6e eeuw AD door de Vandalen en de Gothen en na de heropbouw door de Byzantijnse keizer Justinian nog een keer door de Bulgaren in de 11e eeuw, wat meteen ook het einde betekende voor de stad. Het is ook de eerste site die ik meemaak die je met de auto kan doen.
In Loutra neem ik nog de kans te baat om na het lunchen nog even te gaan snorkelen, dat had ik mezelf nog beloofd als compensatie voor de gemiste kans gisteren. Even voor Parga, rijd ik dan nog naar de Necromanteion van Efyra, volgens de ene de toegang tot Hades, de dodenwereld van de Griekse goden, volgens andere een doodgewone villa met uitbreidingen. De eerste versie is natuur veel spectaculairder. Volgens die mythe kwam men hier naartoe om te spreken met mensen “aan de andere kant van de grens”. Hiervoor dienden ze eerst een speciale behandeling te ondergaan, waaronder een menu dat onder andere lupinen bevatte en dat waarschijnlijk ook erg bevorderlijk was voor de verruimende ervaringen die er plaatsvonden.
Een laatste bezoekje is de Venetiaanse burcht van Parga, doch ook deze bezichtig ik alleen van op een afstand. Rond 17u00 rijd ik dan de haven van Igoumenitsa binnen, gezien ik de volgende 1 1/2 dag +/- 1400km moet overbruggen wil ik goed uitgerust aan die autorit beginnen en dus heb ik besloten om een cabine te boeken, zodat ik tenminste een goede nachtrust heb. Dat is dus mijn eerste werk, de prijs valt nog mee met 83€, alleen had die al in mijn boeking moeten zitten natuurlijk.
Nog tijd zat voor ik het havengebied binnen moet en dus kies ik ervoor om even verderop nog een uurtje te gaan zwemmen, voor de laatste keer deze vakantie. Je voelt dat door de iets lagere, maar nog steeds zeer aangename temperaturen van de laatste dagen, en waarschijnlijk ook door de regen van enkele dagen geleden, dat ook de temperatuur van het zeewater wat afgekoeld is. Doch ook deze is nog zeer draaglijk. Op deze laatste snorkelpartij zie ik weer een verscheidenheid aan vissen, zeekomkommers en zelfs opnieuw een octopus. Hij tracht zich nog gauw te verschuilen in zijn hol in de zeebodem dat wat omringd wordt door lege schelpen en het been van wat ik veronderstel een inktvis was. Doch niet net snel genoeg om niet door mij opgemerkt te worden. De douche op het strand is welkom om al het zout en zand weg te spoelen alvorens terug naar Igoumenitsa te rijden. Voor een diner op een terrasje met een wit wijntje, een scherp gekruide dipsaus van Griekse kaas en gegrilde kippenfilet met rijst en frietjes.
Om 22u30 is de boot daar en kan het uit- en inladen dan eindelijk beginnen, een half uur te laat naar goede Griekse gewoonte, het vertrek is dus eerder om middernacht dan om 23u00. Er is hier een verscherpte controle op verstekelingen, vooral ook in en onder de vrachtwagens die aan boord gaan, en met succes blijkbaar, want even later wordt er een jonge kerel geboeid naar een klaarstaande wagen van de douanediensten geleid. Als ik in het schip de ramp op rijd die, voorzien is van dikke ribbels, valt het contactslot nog een keer uit. Gelukkig kan ik onmiddellijk opnieuw starten. De voorspelling van de dame eerder aan de balie van Minoan Lines dat ik de cabine waarschijnlijk voor mezelf zal hebben komt niet uit. Ik deel ze met 2 Griekse truckchauffeurs, en meteen nog een truckje van die chauffeurs: je boekt voor één man de cabine en hoopt/wacht of er geen volk bijkomt (komt namelijk heel veel voor), of toch niet voor alle bedden en je deelt de cabine (en de kosten natuurlijk) met een tweede en/of derde chauffeur… .

Zaterdag 24/09/11

De luxe van een cabine betekent ook een eigen badkamer en toilet, en dat laatste is geen overbodige luxe gezien mijn ervaring van de heenreis. Na een verfrissende douche is het tijd voor het ontbijt zodat ik bij aankomst in Ancona, Italië ineens de baan op kan zonder tijdsverlies, het zal nodig zijn. Ik vraag naar het internet op het schip maar dat bedraagt 6€ per uur (via satelliet natuurlijk). Voor de rest is het een kwestie van wat liggen zonnen en lezen en aan het reisverhaal verder doen.
Uiteindelijk blijkt dat we de opgelopen vertraging niet ingelopen hebben en dus rond 14u30 aankomen, tegen dat ik van boord ben is het 15u00 en dan heb ik nog geluk als één van de eersten van boord te kunnen. Dat wordt spannende om op tijd thuis te geraken. Doch eens het havengebied uit blijkt het mee te vallen. Het weer is nog steeds fantastisch, dus raampje en de klepjes open zoals de hele tijd in Griekenland arm op de deurkader en karren maar. Op de autosnelweg blijft het rustig tot de omgeving van Milaan, dan beginnen de files en dat duurt zo dat aan de grens met Zwitserland. Mijn eerste plan was om hier in de buurt van Como of Lugano te overnachten, maar door de goede nachtrust ben ik nog niet moe en besluit verder te rijden. Het is nu heerlijk rustig op de weg. Rond 22u00 stop ik dan op de autosnelwegparking aan de zuidkant van de Gothardtunnel. Nog snel een blikje opwarmen en dan gaan slapen.

Zondag 25/09/11

Na een rustige nacht, ondanks de nabijheid van de snelweg, en zonder gestoord te worden vertrek ik vanmorgen rond 8u00, want morgen is het werkendag voor mij. Gelukkig blijft het erg kalm op de baan, ik zie weinig of geen vrachtwagens, wat een pluspunt is omdat ik gewoonlijk een spelletje haasje over met hen doe naargelang de toestand van de weg (helling of afdaling) en dat kan nogal stresserend zijn. Doch indien ik gehoopt had dat de terugreis incidentloos zou verlopen, was dat ijdele hoop. In Zwitserland verloopt alles zeer vlot en ook in Frankrijk gaat alles goed tot er even voorbij Straatsburg een Duitse BMW X3 met caravan op de pechstrook staat. Een koppel van rond de 50-60j staat erbij en probeert de caravan los te koppelen van de BMW die in brand blijkt te staan. Ik stop 50m verder en loop terug met mijn brandblusser uit de camper, de brandblusser van 2kg is echter niet opgewassen tegen de vuurzee onder de motorkap en al gauw is die dan ook leeg, ondertussen zijn er nog een 3-tal auto’s gestopt, maar het vuur heeft reeds de cabine en de voorzetels bereikt. Ondertussen aan de eigenaar gevraagd of het een benzine of diesel is (ontploffingsgevaar) en de caravan uit de gevarenzone geduwd, we maken nog vlug de koffer van de auto leeg terwijl de voorbanden van de auto exploderen. Een chauffeur van één van de wagens die ook gestopt is, een taxi, is een vrijwillige brandweerman en neemt de leiding. Ondertussen zijn de hulpdiensten verwittigd en kunnen we eigenlijk alleen nog van op veilige afstand toekijken hoe de vrij recente wagen in vlammen opgaat. Veel zin heeft dat niet en ik besluit dan ook verder te rijden, nu er niets meer te helpen valt, ramptoerist spelen is niet aan me besteed.
Ik vraag me steeds af waarom ik zulke dingen tegenkom, maar eigenlijk is het antwoord simpel en niet zo prettig om te beseffen: de autosnelweg was niet druk bereden, maar ook niet leeg, toch was ik de eerste auto die stopte en hulp probeerde te bieden, een fenomeen dat ik meer en meer rondom mij zie gebeuren. Meer en meer is het blijkbaar ieder voor zich en iemand anders probleem is het mijne niet, tot ze zelf aan de beurt zijn natuurlijk.
Maar goed naast een wat weerbarstig hoestje van de rook van de brand en niet van tel zijnde verloren tijd, ga ik veilig weer op weg met een lege brandblusser weliswaar. Nog geen 5 minuten later kruisen de hulpdiensten waaronder de brandweer, politie en de pechverhelpingsdiensten van de autosnelweg me op weg naar de plaats van het gebeuren. In Luxemburg tank ik nog even aan 1,18€ en eet nog wat.Tot in België blijft het rustig op de weg, bij het oprijden van de ring in Brussel is er nog wat filevorming, maar tegen 18u00 ben ik weer thuis en zit dit verlof er weer op.

Yohani :P

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: ma 26 sep, 2011 09:43
door De Rob
Gelukzak.......terug mogen gaan werken. :lol:
Rob

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: ma 26 sep, 2011 13:18
door Wolf
Die repatrieringsfirma zal deze keer ook niet content zijn, voor zo'n rubberen tjoepeke kun je daar niet van profiteren. :angel:

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 27 sep, 2011 16:28
door Fennek
+1
boots90 schreef:Afbeelding
;)

Grtz,


Boots

Re: Op weg naar Griekenland

Geplaatst: di 27 sep, 2011 21:22
door Yohani
Fennek schreef:+1
boots90 schreef:Afbeelding
;)

Grtz,

Boots
Jaja, kalm aan hé, ik moet hier nog zo'n 2000 foto's uitsorteren :crazy: .

Een beetje geduld en dan komen er wel wat foto's bij :!:

Yohani :P